Once Upon a Texas Train (1988)

Regie: Burt Kennedy | 96 minuten | western | Acteurs: Willy Nelson, Richard Widmark, Shaun Cassidy, Chuck Connors, Ken Curtis, Royal Dano, Jack Elam, Gene Evans, Kevin McCarthy, Dub Taylor, Stuart Whitman, Angie Dickinson, Jeb Stuart Adams, Clare Carey, Harry Carey Jr.    

De western is toch wel het meest herkenbare genre binnen de filmwereld en met een leeftijd van meer dan honderd jaar is het tevens een van de oudste. Wat in 1903 begon met ‘The Great Train Robbery’ van Edwin S. Porter resulteerde in een enorme reeks films voor de liefhebbers van het wilde westen, cowboys en bankovervallen. De acteercarrières van John Wayne en Clint Eastwood worden gedragen door hun rollen in westerns en ook andere toonaangevende acteurs als James Stewart en Humphrey Bogart maakten zo nu en dan een succesvol uitstapje naar dit genre. In de film ‘Once Upon a Texas Train’ is het good old Richard Widmark met zijn bijna 45 jaar acteerervaring die de hoofdrol op zich neemt. Het zou tevens een van zijn laatste rollen zijn, want in 1990 ging hij op 76-jarige leeftijd met pensioen.

Captain Oren Hayes (Richard Widmark) is de hoofdinspecteurs van de machtige groep ordehandhavers ‘Texas Rangers’, die het toppunt van zijn carrière bereikt wanneer hij de beruchte misdadiger John Henry (Willie Nelson), een vogelvrij verklaarde cowboy, gevangen neemt en opsluit. Twintig jaar later wordt John Henry vrijgelaten. Hij is ouder, maar heeft geen spijt van zijn daad en is zijn wilde haren nog lang niet kwijt. Binnen de zes uur na zijn vrijlating zet hij het Hayes betaald door de Bank of Texas te beroven van 20.000 dollar in goud. De woedende Hayes – die sowieso nog een appeltje met Henry te schillen heeft omdat die vroeger achter zijn vrouw (Angie Dickinson) aanzat – besluit zijn pensioen op te geven en met zijn maten opnieuw jacht te maken op deze notoire outlaw.

Wie regelmatig naar westerns kijkt zal heel wat bekende gezichten tegenkomen in ‘Once Upon a Texas Train’. Chuck Connors, Stuart Whitman, Dub Taylor, Jack Elam, Ken Curtis, Gene Evans, Royal Dano, Kevin McCarthy, Harry Carey en Hank Worden; het zijn stuk voor stuk Amerikaanse karakteracteurs die hun sporen in de jaren veertig, vijftig en zestig ruimschoots verdiend hebben in met name westerns. Dat deze heren ten tijde van de opnames van deze film al behoorlijk op leeftijd waren is aan sommigen duidelijk te merken. Let bijvoorbeeld eens op Ken Curtis, die Kelly Sutton speelt. Hij mankeert duidelijk fysiek gezien van alles en zegt nauwelijks iets. Toch stoort het niet omdat hij bij vlagen doet denken aan een oudere versie van stomme-filmacteur Buster Keaton. De aanwezigheid van deze grote groep oude karakteracteurs is zeker iets bijzonders.

Van het verhaal hoeft de film het niet te hebben; het geheel doet gedateerd aan en is wat langdradig (terwijl de film slechts 96 minuten duurt). De kleuren zijn flets en de monotone soundtrack voegt ook weinig toe. Het druipt er echter van alle kanten af dat de acteurs plezier hebben in hun werk, niemand uitgezonderd. De ‘oudjes’ zetten nog één keertje hun beste beentje voor, omdat ze allemaal weten dat het waarschijnlijk de laatste keer zal zijn. Dat zou later ook blijken, want de meesten overleden gedurende de jaren negentig. Ze zullen regisseur Burt Kennedy dankbaar zijn geweest voor deze laatste kans. Willie Nelson, een van de ‘jongere’ leden van de cast, zei erover: “Ze mogen dan wel oud zijn, maar het zijn geweldige professionals en dáár gaat het uiteindelijk om.”

Voor de liefhebber van het westerngenre is deze film zeker de moeite waard. Het is leuk om al die bekende, karaktervolle koppen van lang geleden weer eens in actie te zien. Een feest der herkenning. Zeker gezien de subtiele humor die schrijver/regisseur Burt Kennedy in het verhaal verwerkt heeft (Jack Elam die zijn paard verkoopt om met het geld een fiets aan te schaffen, om met zijn tijd mee te gaan). Filmkijkers die weinig met cowboys en westerns hebben zullen deze verder matige productie waarschijnlijk niet veel aan vinden.

Patricia Smagge