Oscar (1967)

Regie: Édouard Molinaro | 85 minuten | komedie | Acteurs: Louis de Funès, Claude Rich, Mario David, Germaine Delbat, Claude Gensac, Agathe Natanson, Dominique Page, Paul Préboist, Sylvia Saurel, Philippe Vallauris, Roger Van Hool

De jaren 70 van de vorige eeuw liepen niet over van vrolijkheid. Maar wat je in die tijd echt een acute depressie bezorgde, waren de blijspelen van de TROS. Oubollige kluchten, gespeeld door acteurs als John Lanting, Joop Doderer of Piet Bambergen. Gelukkig dook heel af en toe een blijspel op dat net iets geslaagder was dan de doorsnee onderbroekenklucht. Het Franse blijspel ‘Oscar’, oorspronkelijk uit de jaren 50, is daarvan een geslaagd voorbeeld.

In een vroege verfilming van dit stuk (1967), speelt Louis de Funès de steenrijke fabriekseigenaar Bertrand Barnier. Op een dag krijgt Barnier bezoek in zijn villa van een man die zich voorstelt als zijn aanstaande schoonzoon en huidige afperser. Diezelfde dag verlaat Barniers dienstmeisje het huis om barones te worden, verkeert zijn dochter in verschillende stadia van hysterie, krijgt een oerdomme masseur de kans op maatschappelijke promotie, duikt een nieuwe dochter op die waarschijnlijk geen nieuwe dochter is, en zijn er drie koffers die nu eens verschijnen en dan weer verdwijnen. Een dolle boel dus.

Met een enorme vaart vertelt ‘Oscar’ dit dwaze verhaal van persoonsverwisselingen, schurkenstreken en romantische misverstanden. Wat daarbij opvalt is de geweldige casting. De Funès draait zijn hand niet om voor de vertolking van de steeds nerveuzere Barnier, Paul Préboist speelt met verve de onderdanige bediende Charles en Claude Gensag zet een mooi rolletje neer als echtgenote Germaine. Leukste rol is er voor Agathe Natanson als dochter des huizes, een twintigjarige die kan jengelen als een baby met een net niet doorgebroken tandje.

Toch is ‘Oscar’ nooit helemaal geslaagd. Dat heeft alles te maken met de herkomst. De tomeloze energie en dynamiek van een komisch toneelstuk werken minder goed bij het medium film. Na twee akten snak je naar datgene wat in het theater gebruikelijk is: de pauze.

Bovendien werkt de eenheid van tijd en locatie veel beter binnen de driedimensionale omgeving van het toneel dan op het platte doek of scherm. Ook missen we hier de meesterlijke dialogen die de verfilming van serieus toneel rechtvaardigen.

Neemt niet weg dat ‘Oscar’ garant staat voor een avondje pretentieloos vermaak. In de jaren 70 hadden we een televisieregistratie van het Theater van de lach met alle plezier ingeruild voor een film als deze. Al zegt dat minstens zo veel over deze film als over het Theater van de Lach.

Henny Wouters

Waardering: 3

Bioscooprelease: 13 juli 1967
DVD-release: 16 oktober 2014