OSS 117: Rio ne répond plus – OSS 117 – Lost in Rio (2009)

Regie: Michel Hazanavicius | 101 minuten | komedie, avontuur | Acteurs: Jean Dujardin, Louise Monot, Rüdiger Vogler, Alex Lutz, Reem Kherici, Pierre Bellemare, Ken Samuels, Serge Hazanavicius, Laurent Capelluto, Cirillo Luna, Moon Daily, Walter Shnorkell, Philippe Hérisson, Nicky Marbot, Christelle Cornil    

Het is niet bepaald Bond. Niet bepaald Austin Powers. En waarschijnlijk meer inspecteur Clouseau dan luitenant Columbo. Het is Franse topspion Hubert Bonisseur de la Bath alias OSS 117, in de meest belachelijke spoof van het genre sinds Mike Meyers zijn matje borsthaar voor het laatst opplakte in ‘Goldmember’. Of, om het binnen de Franse cinema te houden, de domste satire op de spionagefilm sinds ‘Le Grand Blond’. Dom op een goede manier, mind you.

In het vervolg op ‘OSS 117 – Le Caire, nid d’espions’ (Cairo, nest of spies), die het redelijk goed deed op een aantal internationale filmfestivals, wordt De la Bath (wederom met plezier vertolkt door de Franse komiek Jean Dujardin) ditmaal naar Rio de Janeiro gestuurd. Opnieuw een duidelijke verwijzing naar een film uit de serie van Bond (‘Moonraker’, 1979) – nadat het eerste deel ook al rijkelijk leende van de Caïro set van ‘The Spy Who Loved Me’ (1977) – gezien dat verhaal zich in dezelfde Braziliaanse stad afspeelde. Overigens werd de Britse superspion in beide films vertolkt door Roger Moore, terwijl Dujardin zijn personage voornamelijk op de 007 van Sean Connery baseert. Met de outfit van Lew Harper (Paul Newmans ‘Harper’, 1966) en de muziekkeuze van Matt Helm (de spionagekomedies van Dean Martin, ook uit de jaren 60), maar dat terzijde. Dat ‘OSS 117′ joviaal refereert, knipoogt en verwijst naar alles wat in de jaren 60 en 70 ook maar enigszins met het genre te maken heeft, is wel duidelijk. Het plezier dat de filmmakers en cast daar zelf mee hebben, is ronduit aanstekelijk te noemen.

Ditmaal moet De la Bath op zoek naar ondergedoken Duitse generaal en ex-Nazi Heinrich Von Zimmel, die vanuit Rio de Franse overheid probeert te chanteren. Voor zijn microfilm, een lijst van alle hooggeplaatste Franse officieren die in de Tweede Wereldoorlog aan de verkeerde kant stonden, wil hij vijftig duizend Franc – en wel uit handen van Frankrijks beste spion. Undercover als journalist Noël Flantier toogt De la Bath naar Rio, waar hij zich volledig in de lijn der verwachting al vanaf het vliegveld de nodige problemen op de hals haalt. Nog geen vijf minuten in het land of een moordaanslag door een oude vijand wordt ternauwernood verijdeld door de maniakale CIA-agent Bill Trumendous (Ken Samuels), een Amerikaanse maat van De la Bath zoals Bond er meestal ook een paar heeft. Daarnaast moet hij regelmatig zien te ontsnappen aan een groep Chinese gangsters die te pas en te onpas opduiken (op zoek naar wraak vanwege een Oost-Azië missie waar de film kort mee opende) en loopt hij tijdens zijn missie de meest bizarre bijrollen tegen het lijf, van Duitse undercovernazi’s tot Braziliaanse strandhippies. Uiteraard is er daarbij, naar goed genregebruik, alle ruimte voor het nodige vrouwelijk schoon.

‘OSS 117 – Rio ne répond plus’ is een uiterst vermakelijk vervolg op het eerdere avontuur van de schijnbaar onsterfelijke Franse spion, doordat iedere absurde situatie snel opgevolgd wordt door een andere belachelijke scène en het plezier dat vooral Dujardin daarmee heeft duidelijk van het scherm spat. De humor komt naast de onwaarschijnlijke actietaferelen – de één nog meer gestoeld op het ridiculiseren van dat onderdeel van het genre dan de ander – voornamelijk van de korte, gevatte (of ronduit flauwe) dialogen die zich het beste gewaardeerd zien als je het Frans een beetje kunt volgen. Vooral de politiek getinte grappen, waarbij geen enkele nationaliteit veilig is, zijn een frisse wind in de doorgaans voorzichtige(re) internationale settings en conflicten van het genre. Het feit dat de film daarnaast meer dan bol staat van de referenties naar zo’n beetje alle spionagefilms van de laatste halve eeuw, inclusief ‘North by Northwest’ (1959) van Hitchcock en de eerdere films rond OSS 117 (de romans van Jean Bruce worden al sinds de jaren 50 verfilmd) maken van het geheel een mooie speurtocht naar aanwijzingen. Een geslaagde parodie en een waardige opvolger van het origineel, die de mogelijkheden voor een derde moderne verfilming rond Hubert Bonisseur de la Bath zeer zeker niet uitsluit. Puissance!

Robert Nijman