Our Grand Despair – Bizim büyük çaresizligimiz (2011)
Regie: Seyfi Teoman | 102 minuten | drama | Acteurs: Ilker Aksum, Fatih Al, Gunes Sayin, Taner Birsel, Baki Davrak, Mehmet Ali Nuroglu, Beril Boz, Damla Kabakci, Durak Bulbuk
‘Our Grand Despair’ (‘Bizim büyük çaresizligimiz’) is een adaptatie van de gelijknamige roman van de Turkse schrijver Baris Bicakci en vertelt het ingetogen verhaal van Ender en Cetin, die na hun jarenlange vriendschap hebben besloten samen een appartement in Ankara te delen. Ze doen toch al alles samen. Dan vraagt een vriend van vroeger, die tegenwoordig in Berlijn woont, of zijn jongere zusje een tijdje bij hen mag logeren, nadat ze hun ouders hebben verloren bij een ongeluk. De twee, al ver in de dertig, zien de opvang van de mooie maar tere Nihal als een vanzelfsprekende vriendendienst en ontfermen zich over haar als twee zorgzame vaders.
De film begint rustig, veel wordt niet direct uitgelegd maar blijkt pas na verloop van tijd. Vaak worden scènes met een suggestie afgerond om de kijker zo, vol vragen, mee te nemen naar de volgende scène. Regisseur Seyfi Teoman weet dat mooi te doen, doordat hij vaak toch terugkomt op een eerder aangeroerd thema of onderwerp. Ook vermijdt hij op deze manier het melodrama en houdt hij de film subtiel en fijnzinnig. De boekverwijzingen, bescheiden grapjes en filosofische gedachten over kunst en de menselijke psyche dragen hieraan bij.
Teoman zet een melancholische sfeer neer, die soms schurkt tegen het trieste. Dat zowel Nihal als Cetin hun ouders hebben verloren bij een tragisch verkeersongeluk verbeeldt de stemmigheid waarmee het verhaal grotendeels zijn vorm krijgt. Wellicht is dat de ‘grote vertwijfeling’ uit de titel. Toch lukt het de film vooral zachtaardig te blijven, en het verdriet niet de overhand te laten nemen. Het lijkt wel of Teoman in de toekomst kon kijken, want een jaar na deze (zijn tweede) film vol verkeersongelukken kwam hij op 35-jarige leeftijd zelf om bij een tragisch ongeluk met zijn motor.
Aanvankelijk wil Nihal niets van de twee weten omdat ze gebukt gaat onder haar verdriet. Halverwege de film begint de zon in Ankara te schijnen en ook Nihal ontdooit. Haar charmante aanwezigheid en behoefte aan liefde en geborgenheid laat de mannen niet onberoerd. Wanneer Nihal op bezoek gaat bij haar broer, storten ze hun hart uit – uiteraard bij elkaar. “Wat vind jij van Nihal? Ik ben verliefd op haar,” zegt Ender plotseling. “Ik ook! Ik ook!”, antwoordt Cetin. Ze zien er het ongemak duidelijk van in en kunnen daar gelukkig om lachen, zonder ook maar een centimeter vriendschap onder deze gevoelens te laten lijden. Sterker nog, ze kunnen nu hun bewondering voor Nihal met elkaar delen: hoe ze loopt, hoe haar neus beweegt wanneer ze lacht, haar stem, haar voeten.
De twee mannelijke karakters tonen de Turk als een zachtaardige, huiselijke man, die van koken houdt, van dansen en lezen. Dit betekent een breuk met de macho pater familias zoals we die beter kennen uit veel Turkse films. In een geestige scène waarin Ender tijdens een busritje bijna geplet wordt door een beer van een vent die naast hem zit op het krappe bankje, wordt dit vrij letterlijk verbeeld. Of de mannen meer dan vriendschappelijke gevoelens voor elkaar hebben wordt zeker gesuggereerd, maar niet breed uitgemeten en het is dan ook te makkelijk te concluderen dat hun zachtaardigheid vooral iets met geaardheid van doen zou hebben. Het toont wellicht ook een nieuwe generatie mannen, van wie Teoman er zelf ook één was.
Welke gevoelens de mannen nu precies hebben voor elkaar, blijft in het midden. Nihal zal niet te weten komen hoeveel ze heeft losgemaakt bij de twee, net zoals haar broer in het ongewisse zal blijven over Nihals persoonlijke problemen die tegen het einde van de film ontstaan. Geen grootse ontladingen kortom maar wel een goed gevoel aan het einde van dit Turkse tragikomische drama.
Ruby Sanders