Over the Top (1987)
Regie: Menahem Golan | 90 minuten | actie, drama, familie, sport | Acteurs: Sylvester Stallone, Robert Loggia, Susan Blakely, Rick Zumwalt, David Mendenhall, Chris McCarty, Terry Funk, Bob Beattie, Allan Graf, Magic Schwarz, Bruce Way, Jimmy Keegan, John Braden, Tony Munafo, Randy Raney, Paolo Casella, Jack Wright, Sam Scarber, Richei Giachetti, Michael Fox
Tijd voor een bekentenis: ondergetekende heeft warme herinneringen aan het ongelooflijk stupide ‘Stallone’-vehikel ‘Over the Top’. Als klein jochie heeft hij samen met zijn vader en zijn oudere broer dit “spektakel” in een bioscoop in Haarlem mogen beleven, als één van zijn eerste filmervaringen op het grote doek (na de ‘Troetelberenfilm’ en ‘Mama is Boos’). En het maakte indruk: de kleine Bart was meteen helemaal in de ban van het “armpjesdrukken” en, met broer en vader als tegenstanders, speelde hij Stallone’s technieken nog dagen, en zelfs weken na het zien van de film, na aan de keukentafel. Pijnlijk dus om nu zoveel jaar later, met het verschijnen van deze tijdloze film op blu-ray, te moeten constateren dat ‘Over the Top’ in feite een wanproduct is, dat alleen uit nostalgische overwegingen of voor verstokte Stallone-fans nog het kijken waard is.
In ‘Over the Top’ speelt Stallone een bekend soort personage: een simpele man uit een lage sociale klasse, die letterlijk en figuurlijk vecht voor een betere plaats in de maatschappij. Met goede wil en doorzettingsvermogen kom je er wel, is het idee (hoe stom je je verder ook gedraagt of hebt gedragen). De American Dream, dus, die ook in ‘Rocky’ werd nagejaagd. Het credo van Stallone’s personage (Lincoln Hawk) in ‘Over the Top’ is: “Je krijgt niets gratis in het leven. Als je iets wilt, moet je het zelf pakken.” Deze goed bedoelde, krachtige boodschap kan natuurlijk op vele manieren opgevat kan worden. Gevangenissen zitten immers vol met mensen die volgens deze filosofie hebben geleefd. Maar een goed verstaander heeft maar een half woord nodig en we snappen heus wel dat Lincoln Hawk geen crimineel pad voor ogen heeft voor zijn zoon, die zijn lijfspreuk verschillende keren te horen krijgt.
‘Over the Top’ heeft naast de centrale boodschap nog meer gemeen met (echte) klassieker ‘Rocky’: het benodigde succes wordt behaald met de beoefening van een macho-sport, en de film is in feit een drama en draait om (het veroveren van) liefde. In dit geval de liefde tussen Lincoln en zijn zoon, die hij jaren geleden in de steek heeft gelaten. Maar los van deze oppervlakkige overeenkomsten, hebben de genoemde films niets met elkaar gemeen. Waar ‘Rocky’ een aangrijpend, “levensbevestigend”, en mooi geobserveerd drama was dat de kijker effectief in de schoenen plaatste van underdog Rocky Balboa, is ‘Over the Top’ gespeend van deze kwaliteiten. ‘Over the Top’ is een gekunsteld, opgeklopt staaltje melodrama, dat vrijwel geen enkel geloofwaardig personage of logische plotwending weet te smeden, geen sympathie opwekt voor de hoofdfiguren en zelfs op het gebied van spanning en actie nauwelijks kan bekoren. De manier waarop Hawks armworstelbezigheden en –wedstrijd in de film worden gepropt en gecombineerd met de vader-zoon-thematiek, is ook allesbehalve elegant of voor de hand liggend.
De hele missie van Hawk om de liefde voor zijn zoon voor zich te winnen en het liefst ook de voogdij over het kind, zodat hij de rest voor zijn leven voor hem kan zorgen, is al meteen problematisch voor de kijker. Even lijkt het misschien romantisch, zoals de film het ook ongetwijfeld wil doen overkomen: vader en zoon, die hun leven samen spenderen in een vrachtwagen. Vrijheid, avontuur, easy riders. Maar na enige reflectie is toch al snel duidelijk dat dit toch echt geen leven voor een kind is. De kroegen waar Hawk zijn kinderen op die eerste trip samen al mee naartoe neemt, en de ongure types waar hij zoonlief mee in aanraking brengt, zijn nu niet bepaald ideale elementen van een gezonde, complete opvoeding. Hawks verdere onverantwoordelijke gedrag in de rest van de film (zo ramt hij bijvoorbeeld met zijn vrachtwagen door de pui van de villa van zijn schoonvader) doen er weinig aan om dit beeld te verbeteren. Maar ach, als hij maar genoeg van zijn zoon houdt. En belangrijker nog: zijn zoon van hem. Dit verwende, verwijfde zoontje botst natuurlijk eerst flink met zijn vader, om vervolgens op te warmen en – na een obstakel tegen het einde van de film – tenslotte onze stoere held in de armen te vliegen. Het is de gebruikelijke gang van zaken in dit soort films. Het is alleen jammer dat de stemmingswisselingen van de jongen erg plotseling komen en zelden geloofwaardig zijn. Het ene moment beledigt en kleineert hij zijn vader en scheldt hij hem de huid vol, en het volgende moment lacht hij zijn tanden breed en slaapt hij zoet in de cabine met palief, of zijn ze samen – in de verplichte “trainingsmontage” – ochtendgymnastiek aan het uitvoeren, bij de geparkeerde vrachtwagen. Een verplaatsing in de problematiek van Hawk of empathie voor kind en vader is hierdoor nauwelijks op te brengen.
Omdat het kennelijk niet te doen is om de band tussen vader en zoon met goede gesprekken of volwassen, verantwoordelijk gedrag te verstevigen, moet er nog een wedstrijdelement worden toegevoegd: een allesbepalende trofee die gewonnen moet worden (wat ongetwijfeld symbool staat voor het najagen van je dromen of het tonen van moed of doorzettingsvermogen). Maar: armpje drukken? Werkelijk? Is dit de sport waarmee de makers dachten adrenaline op te wekken bij de toeschouwers? Toegegeven, er wordt door gebruik van slow-motion, het tonen van juichend, schreeuwend publiek, en een zwetende, fanatieke, en soms wanhopige Hawk nog wel redelijk wat spanning opgewekt, zeker gezien de aard van dit toch behoorlijk suffe spelletje, maar het mag eigenlijk geen naam hebben. Een opbouw naar dit zo belangrijke evenement is er bijvoorbeeld nauwelijks (de nemesis van Hawk in dit toernooi – een kale, brullende Neanderthaler – wordt heel gekunsteld geïntroduceerd tijdens een barwedstrijdje eerder in de film) en de deelnemers zijn zonder uitzondering oninteressante kolossen.
Ook al zijn ze niet veelvuldig aanwezig,‘Over the Top’ kent zeker momenten van spanning. Daarnaast wil je Stallone natuurlijk uiteindelijk wel zien winnen, met zo’n cheesy rocksong en een verzoenende omhelzing. Tenslotte is de film als curiositeit en onbedoelde komedie nog het kijken enigszins waard (waar anders kun je een wereldkampioenschap armpje drukken meemaken?). Maar voor veruit de meeste kijkers luidt het advies: niet aan beginnen.
Bart Rietvink
Waardering: 1.5
Bioscooprelease: 9 april 1987
Blu-ray-release: 14 december 2012