Pathology (2008)

Regie: Marc Schoelermann | 91 minuten | drama, horror, thriller, erotiek, misdaad | Acteurs: Milo Ventimiglia, Michael Weston, Alyssa Milano, Lauren Lee Smith, Johnny Whitworth, John de Lancie, Mei Melançon, Keir O’Donnell, Buddy Lewis, Dan Callahan, Larry Drake, Med Abrous, Alan Blumenfeld, Gary Buckner, Jeb Burris

‘Pathology’ heeft een prikkelend uitgangspunt waar eigenlijk de hele film op leunt: Een groepje intelligente pathologen speelt een ziek spelletje waarbij ze de perfecte, ontraceerbare moord proberen te plegen, en elkaar vervolgens “overhoren” bij de snijtafel. ‘Pathology’ is van de schrijvers van ‘Crank’, waarin van eenzelfde high-concept benadering gebruikt werd gemaakt. ‘Pathology’ is meer luguber en controversieel maar legt eenzelfde soort manische creativiteit aan de dag. Het behoeft geen uitleg dat kijkers met een afkeer van expliciete medische tv-programma’s en half opengesneden lichamen zich beter verre van deze film kunnen houden, maar ook hierbuiten vallen er nog genoeg mensen te choqueren, bijvoorbeeld door de koppeling van seksualiteit aan dood en verminking.

Opengereten en dode lichamen zorgen in ‘Pathology’ voor opwinding bij de jonge en aantrekkelijke groep pathologen die zich met het zieke spelletje bezighouden in de film. Terwijl er een lijk op de ene tafel ligt, wordt er op de tafel ernaast driftig de liefde bedreven, op een zeker moment gepaard gaande met live tepelpiercings en een soort acupunctuur over de gehele borstkas. Het erotische werd eerder op enigszins vergelijkbare manier gekoppeld aan het gehavende, vleselijke lichaam in films als David Cronenbergs ‘Crash’, Takashi Miike’s ‘Audition’, en natuurlijk Steven Shainbergs ‘Secretary’. Zo ver als ‘Pathology’ ging men in die films echter niet. Hier is bijna sprake van een indirecte vorm van necrofilie (wat overigens wel eerder op komische wijze onderwerp is geweest van de film ‘Nekromantik’). Niet iedere kijker zal dit even smaakvol vinden, maar origineel en provocerend is het wel. Het maakt van ‘Pathology’ een film die niet makkelijk te vergeten is.

In psychologisch opzicht doet de film denken aan ‘The Last Supper’, en in mindere mate aan ‘Se7en’. In ‘Supper’ kwam ook een groep intellectuele vrienden samen om (volgens hen) verwerpelijke mensen een voortijdige ontmoeting met Magere Hein te bezorgen en ook in ‘Se7en’ speelde John Doe voor God door verschillende zondige mensen om te brengen. Dit idee ligt ook ten grondslag aan ‘Pathology’. Iedere keer moet een ander groepslid een lijk voor het spel aanvoeren om te kunnen analyseren, en bij voorkeur natuurlijk iemand die toch al snel dood gaat of een kinderverkrachter is, maar grenzen vervagen en het blijkt al snel dat het deze pathologen er helemaal niet om gaat om de maatschappij een dienst te bewijzen als wel om hun eigen bloedlust te bevredigen elkaar intellectueel uit te dagen. Het komt allemaal neer op de door Ted uitgesproken filosofie dat alle mensen beesten zijn en, indien het ongestraft zou kunnen, om het even welke medemens om zouden willen brengen.
Afgezien van de provocerende beelden van open lichamen en (zich hierbij plaats vindende) seksuele daden is het interessant om de moordmethodes van de verschillende deelnemers te volgen, vanuit eenzelfde soort fascinatie als de uitvindingen van killer Jigsaw in de ‘Saw-‘films. Het is luguber, maar je raakt als kijker toch geïntrigeerd door de creativiteit die erachter zit.

Verder is het interessant dat de bad guy van de film al snel duidelijk is voor zowel hoofdpersoon en kijker, maar dat er juist gepoogd moet zien te worden om met deze tikkende tijdbom bevriend te blijven zodat er geen onnodige slachtoffers vallen. Dit wordt nog extra problematisch wanneer de onschuldige verloofde van Ted overkomt, een prima, goed gedoseerde rol van Alyssa Milano, overkomt om bij haar geliefde te zijn. Het is op dit punt dat de kijker ook echt in spanning zit. Het lot van Ted roept niet veel betrokkenheid op, aangezien de omslag van (semi-)brave stagiaire naar killer abrupt is en hij betrekkelijk weinig mededogen toont. Ook helpt het niet dat het acteerwerk van Milo Ventimiglia erg mat is. Hij laat niet veel meer emoties zien dan de personen op zijn snijtafel. Tenslotte zijn verschillende belangrijke plotpunten en wendingen niet erg plausibel – met ongeloofwaardige ontsnappingen en wraakacties – en is de pathos waar tegen het eind van de film op gemikt wordt niet overtuigend. Toch blijft de film als geheel boeien, met name door het prikkelende centrale gegeven.

Bart Rietvink