Paul’s Last Waltz (2016)

Regie: Lieza Röben | 25 minuten | korte film, documentaire | Met: Boy Borger, Ruben Röben, Loest Borger, Joyce Borger, Guy Emon, Lieza Röben

Verdriet om een overleden dierbare is meestal iets dat je alleen, met familie of goede vrienden verwerkt. Rouwen wordt vaak gezien als privé, iets persoonlijks. In ‘Paul’s Last Waltz’ schetst filmmaakster Lieza Röben een portret van een familie twee jaar na het overlijden van hun vader en echtgenoot. Ze kijken terug op de laatste dagen voor hij stierf (hij koos voor euthanasie), dagen waarin ze afscheid konden nemen, gein met elkaar maakten, verdriet deelden en hun laatste diner samen beleefden. Wat daar zo bijzonder aan is, is het feit dat de Paul uit de titel Lieza’s eigen vader is.

Dat kan op papier nogal vreemd overkomen. De reden voor het maken van een film als deze kan heel logisch verklaard worden: als middel voor de rouwverwerking, of de wens om gevoelens vast te leggen voor later. Maar waarom zoiets delen? Nou, simpel: ‘Paul’s Last Waltz’ is ook voor niet familieleden een bijzondere kijkervaring, eentje die je raakt. Omdat Lieza haar vriend Guy, broer Ruben, stiefbroer Boy, stiefzus Loest en stiefmoeder Joyce én zichzelf rechtstreeks in de camera laat praten, voelt het bekijken de documentaire niet als een inbreuk op de privacy. Het wordt nergens ongemakkelijk, hoe emotioneel de verhalen en beelden ook zijn.

‘Paul’s Last Waltz’ bestaat naast openhartige interviews ook uit fragmenten van oude (familie)films. Er wordt niet altijd duidelijk wat of wie er precies te zien is, maar het versterkt de indruk dat de band tussen de familieleden hecht is. Andere fragmenten hebben weer iets symbolisch, zoals het volgen van een weg door een tunnel, maar dan op zijn kop. Alsof de wereld na iemands sterven letterlijk op zijn kop staat. Lieza Röben maakte met ‘Paul’s Last Waltz’ een herkenbare, ontroerende en oprechte documentaire. Haar vader zou trots geweest zijn.

Monica Meijer

‘Paul’s Last Waltz’ wordt zondag 7 februari 2016 om 23.40 uur uitgezonden op NPO 3.