Peeping Tom (1960)

Regie: Michael Powell | 101 minuten | drama, thriller | Acteurs: Karlheinz Boehm, Moira Shearer, Anna Massey, Maxine Audley, Brenda Bruce, Michael Powell, Miles Malleson, Esmond Knight, Martin Miller, Bartlett Mullins, Michael Goodliffe, Nigel Davenport, Jack Watson, Shirley Anne Field, Pamela Green, Brian Wallace

‘Peeping Tom’ is een goed voorbeeld van het belang van vrijheid van expressie. Als censuur zou regeren, had deze geweldige film nooit het daglicht kunnen zien. Het nemen van risico’s en overschrijden van (morele) grenzen moet mogelijk zijn. Ten tijde van (het uitkomen van) de film werd regisseur Michael Powell verketterd door critici en toeschouwers die de film als walgelijk en pervers beschouwden, en hem het liefst door het toilet gespoeld zagen, zoals een criticus van de London Tribune het verwoordde. De film was lange tijd in de vergetelheid geraakt, maar gelukkig zorgde Martin Scorsese eind jaren zeventig voor een herwaardering van de film, die net als Hitchocks thematisch vergelijkbare ‘Psycho’ een brede belangstelling en grote status verdient.

Het grootste speerpunt van de film was waarschijnlijk de manier waarop de kijker in de film “genoodzaakt” wordt zich te identificeren met de moordenaar, Mark. De focus ligt steeds op dit personage. Hij wordt als een persoon gezien die worstelt met zijn probleem, het liefst een échte, liefdevolle relatie wil opbouwen met zijn onderbuurvrouw. Er lijkt begrip te worden gevraagd voor zijn “toestand” door het tonen van zijn moeilijke jeugd (middels thuisfilmpjes die zijn vader ooit van hem maakte), waarin hij geen liefde ontving van zijn obsessieve vader. En tenslotte zijn we als toeschouwer letterlijk verbonden aan de blik van Mark door de point of view shots, of de shots door zijn camera tijdens de scènes waarin hij zijn slachtoffers filmt voordat en terwijl hij ze vermoordt.

Het is logisch dat dit voor een ongemakkelijk gevoel zorgt bij de kijker, maar dit is ook grotendeels wat de film zo briljant maakt. Je moet als toeschouwer bijna wel gaan nadenken over dimensies van goed en kwaad. En hoeveel kwaad schuilt er in jezelf? In de film ben je als het ware medeplichtig aan de moorden en de blik van Mark. Je wordt ook geconfronteerd met de voyeur in jezelf, alsmede met de wens om juist je blik af te wenden (letterlijk en figuurlijk). Vanuit dit perspectief lijkt een vroeg moment in de film intentioneel in plaats van matig geacteerd te zijn. Wanneer het eerste slachtoffer van Mark de dag erop uit haar huis wordt weggevoerd, onder belangstelling van een menigte, loopt er een stelletje langs, waarvan de man op een onverschillige manier zegt dat er een vrouw is vermoord en hoe erg hij dit vindt. Hij loopt snel verder. De concentratie op de blik, en in het bijzonder dat van de camera, maakt de film ook meteen een film over cinema en de obsessieve blik (van zowel regisseur als toeschouwer) die hiervoor vereist is.

De met een Duits accent sprekende Oostenrijker Karlheinz Boehm is ideaal voor de rol van de timide Mark, al balanceert sommige dialoog op de rand van camp. Hij is sympathiek en fragiel, maar heeft ook duidelijk iets duisters over zich, en lijkt iets te verbergen. Vooral zijn priemende, soms erg gespannen blik geeft hier hints van. De blinde moeder van de beneden hem wonende Helen (Anna Massey) zegt aan zijn voorzichtige, bijna geluidloze tred te kunnen horen dat er iets niet met hem in de haak is. Een juiste observatie, die ook bevestigd wordt door zijn andere non-verbale communicatie.

Zijn obsessie richt zich enerzijds op het alles (via zijn camera) te willlen beschouwen. Zijn camera is bijna een extensie van zijn lichaam geworden (wat tijdens de moorden vrij letterlijk het geval is wanneer hij één van de poten van zijn camerastandaard als een fallus opricht naar zijn slachtoffers en aan het einde van de poot een dolk blijkt te zitten waarmee hij zijn moorden pleegt) en hij voelt zich naakt als hij ergens naar toe moet zonder het apparaat, wat mooi naar voren komt in een intieme scène met Helen (ontwapenend en oprecht gespeeld door Massey). Anderzijds heeft hij net als zijn vader de dwang om de reacties van het zenuwsysteem op angst te onderzoeken. Mark gaat hier een stapje verder mee en wil zijn slachtoffers met hun eigen angst confronteren, want, zo zegt hij, “the most frightening thing is fear”. Je zou hierin weer een analogie kunnen zien met de naar thrillers en horrorfilms kijkende toeschouwer. Want wat gebeurt hier anders dan een kijker die zich, vrijwillig, met zijn eigen angsten confronteert? Dat het een ongezonde obsessie is, heeft Mark zelf ook wel in de gaten, en wil er dan ook vanaf. Hij wil professionele hulp voor zijn “scopofilie”, maar misschien dat hij uiteindelijk toch maar zichzelf zal moeten helpen.

Het is gelukkig niet alleen maar grimmige kost. Er wordt ook nog aardig wat humor in de film geïnjecteerd. Veelal is dit afkomstig van de scènes met de filmploeg waar Mark als cameraman werkt. De regisseur moet namelijk werken met een actrice die in het begin van de film maar niet op een overtuigende manier overkomt, zoals in een scène waarin ze moet flauwvallen (wat een “running gag” blijkt te zijn in de film), wat de regisseur aardig wat kopzorgen bezorgt. Het doet een beetje denken aan soortgelijke scènes in ‘Singin’ in the Rain’.

Maar ook een vroege scène in de winkel waar Mark pin-up foto’s voor maakt is erg amusant. Een wat deftige man van middelbare leeftijd krijgt er wat plaatjes van pin-ups onder ogen, en laat in verdekte termen blijken wel interesse te hebben, en koopt uiteindelijk het hele boekje met foto’s terwijl hij zijn krant vergeet. De verkoper tegen Mark: “Well, he won’t be doing the crossword tonight”.

‘Peeping Tom’ zal tegenwoordig weinig controverse veroorzaken. De moordscènes zijn vooral impliciet en wat betreft moreel twijfelachtige hoofdpersonages zijn we tegenwoordig wel wat gewend. Toch is de film nog verbazingwekkend fris en boeiend. De plaatsing van de kijker in de schoenen van de moordenaar blijft interessant en ongemakkelijk; de personages zijn goed vormgegeven en worden vertolkt door uitstekende acteurs (vooral Maxine Audley is erg goed als Helens moeder, en haar scènes laat in de film met Mark behoren tot de meest memorabele); en het kleurgebruik en camerawerk zijn bijzonder. Kortom, het is zeer de moeite waard om met deze “Tom” mee te gluren.

Bart Rietvink