Penny Serenade (1941)
Regie: George Stevens | 119 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Irene Dunne, Cary Grant, Beulah Bondi, Edgar Buchanan, Ann Doran, Eva Lee Kuney, Leonard Willey, Wallis Clark, Walter Soderling, Jane Biffle
Ruim drie decennia lang was hij Hollywood’s favorite leading man. Aantrekkelijk, charmant en veelzijdig. Of je hem nu in thrillers, drama’s of romantische komedies liet opdraven – Cary Grant droeg elke film met ogenschijnlijk veel gemak. Toch verdiende hij slechts twee Oscar-nominaties, beide voor sfeervolle melodrama’s uit begin jaren veertig: ‘Penny Serenade’ (1941) en ‘None But the Lonely Heart’ (1944). Of dit nu echt zijn beste werk is, daar kun je best je vraagtekens bij zetten. Maar beide films bieden Grant wel de ruimte om te laten zien hoe veelzijdig hij is. De kans is groot dat hij zijn nominatie voor ‘Penny Serenade’ kreeg vanwege de emotionele smeekbede die hij voert tegenover de rechter, wanneer hij op het punt staat de voogdij over zijn eenjarig dochtertje te verliezen. Het is niet enige verdrietige moment in dit door George Stevens geregisseerde drama, waarin Julie (Irene Dunne) onder de klanken van haar platencollectie terugdenkt aan haar tumultueuze huwelijk met Roger (Grant). In feite is de film één lange flashback, wat voor die tijd vrij ongewoon was.
We zien hoe Julie en Roger elkaar voor het eerst ontmoeten in de platenzaak waar zij werkt. Meteen al mooie scène, waarin we de charmeur Grant aan het werk zien. Dat hij met Dunne een overtuigende chemie had, was al eerder te zien in ‘The Awful Truth’ (1937) en ‘My Favorite Wife’ (1940). Dat zij als een blok voor hem valt, geloven we meteen. Maar in ‘Penny Serenade’ gaat het niet om de aanloop naar het huwelijk toe, maar om de gebeurtenissen erna. Roger blijkt opportunistisch van aard; hij neemt gauw beslissingen, zonder daar eerst eens goed over na te denken. Een goede baan als correspondent in Japan (de film ging ongeveer acht maanden voor de Japanse aanval op Pearl Harbour in première, dus van enige vijandigheden is nog geen enkele sprake) zegt hij even snel op als hij het aanbod ooit aannam. Het volgende zakelijke avontuur waar hij instapt is het uitgeven van een verlieslijdend krantje in een slaapstadje. Dankzij de onvoorwaardelijke steun van zijn vrouw en technische man ‘Applejack’ (Edgar Buchanan) weet hij het enige tijd vol te houden.
Julie heeft zo haar eigen dromen. Door een tragisch ongeval in de tijd dat ze nog in Japan woonden, kan ze nooit meer kinderen krijgen. Toch wil ze niets liever. Applejack komt met de oplossing: adoptie. Ook Roger lijkt voor dat idee te porren. Aanvankelijk komt Miss Oliver, het hoofd van het adoptiebureau, wat streng over, maar zodra ze ziet hoeveel Julie en Roger van elkaar houden en hoeveel liefde ze een kind kunnen geven, zet ze zich voor honderd procent in om hun wens uit te laten komen. En dan is het zo ver: er is een kind beschikbaar voor het echtpaar Adams. Niet de tweejarige jongen met blonde krullen en blauwe ogen die ze in gedachten hadden, maar een meisje van vijf weken oud. Op een baby waren ze totaal niet voorbereid, en dat levert de nodige hilarische – en voor (jonge) ouders herkenbare – momenten op. Gelukkig krijgen ze steun uit onverwachte hoek. Het geluk lijkt het prille gezin toe te lachen, maar als de zaken slecht gaan en de proeftijd van hun adoptie afloopt, ligt de tragedie op de loer.
Grant en Dunne zijn veruit de sterkte troeven in deze film. Zowel in de humoristische scènes waarin ze proberen te wennen aan hun baby, als in de meer emotionele momenten slaan ze de spijker op hun kop. Ook Bondi en Buchanan in de belangrijkste bijrollen leveren een fijne, warme bijdrage. De ‘gimmick’ in ‘Penny Serenade’ – het steeds terugkeren bij Dunne in het heden, als er weer een plaat af is en ze gelijk een ander opzet – is eigenlijk overbodig. Pas tegen het einde wordt in het ‘heden’ daadwerkelijk iets toegevoegd aan het verhaal. Stevens had zich beter kunnen beperken tot de flashbacks en deze gewoon aan elkaar kunnen plakken – dat had bovendien wat overbodige speeltijd gescheeld. Bijzonder effectief zijn de scènes waarin de nieuwbakken ouders hun baby op gaan halen en voor het eerst mee naar huis nemen, vooral omdat hier behalve de nodige humor ook veel vertedering uit spreekt. Naar het einde toe neemt de tragiek de overhand en wordt de film wat zwaarder. En hoewel er hoop gloort aan het einde van de tunnel, is ‘Penny Serenade’ toch vooral een tranentrekker pur sang, dus de tand des tijds redelijk heeft doorstaan en vooral wel vaart bij een fantastische cast.
Patricia Smagge