Pi (1998)
Regie: Darren Aronofsky | 80 minuten | science fiction, thriller | Acteurs: Sean Gullette, Mark Margolis, Ben Shenkman, Pamela Hart, Stephen Pearlman, Samia Shoaib, Ajay Naidu, Kristyn Mae-Anne Lao
Pi is de zestiende letter van het Griekse alfabet. In de wiskunde is het een getal van groot belang, het staat in verband met de gulden snede en het heeft oneindig veel decimalen achter de ‘3,14’. ‘Pi’ is ook de debuutfilm van regisseur Darren Aronofsky, gemaakt met een minimum aan geld en een maximum aan visueel inzicht. Met ‘Pi’ was Aronofsky de terechte winnaar van ‘Beste Regie’ op het Sundance Festival. De film doet geen moment aan als low budget. Er is gefilmd in groezelig zwart-wit met scherp contrast, er wordt op opvallende wijze gebruik gemaakt van close-ups, herhalingen, versnellingen en jump-cuts. In ‘Pi’ is al te zien wat later door Aronofsky geperfectioneerd zou worden, zo is de herhaalde close-up van het innemen van pillen een duidelijke voorbode van wat zou komen in ‘Requiem for a Dream’. Ook de paranoia en de perfect passende muziek van Clint Mansell zou Aronofsky in ‘Requiem for a Dream’ hergebruiken. En net als die tweede film is ‘Pi’ een intrigerende, duistere trip. Maar ‘Pi’ draait wat minder om menselijke emoties en wat meer om wiskundige raadsels.
Max Cohen is het prototype geniale autist. Hij kan de meest ingewikkelde sommen uit zijn hoofd oplossen en de computer die hij in elkaar heeft gezet (en die zijn gehele kamer in beslag lijkt te nemen) braakt getallen uit die van zo’n groot belang zijn dat zowel ‘de beurs’ als ‘de joods-orthodoxe kerk’ achter hem aanzit. Maar in menselijke contacten komt Max geremd over, hij is liever alleen met zijn wiskundige theorieën. Max is een uitverkorene tegen wil en dank, een hoogvlieger die gedoemd is neer te storten, een Icarus: ‘When I was a little kid my mom told me not to look into the sun, so once when I was six I did..’ Vanaf dat moment wordt Max gekweld door vreselijke hoofdpijnen. Aronofsky heeft de keuze voor voice over gemaakt en dat past goed bij het personage van Max, dat voornamelijk in zijn eigen hoofd leeft. Max spreekt steeds ‘personal notes’ in. Zijn aannames? ‘1. Mathematics is the language of nature, 2. Everything around us can be represented and understood through numbers, 3. If you graph the numbers of any system, patterns emerge. Therefore: there are patterns everywhere in nature..’
Aronofsky bereikt in ‘Pi’ het onbereikbare: hij transformeert wiskunde van een vervelend, saai, abstract vak in een ademend, onstuimig, duister organisme. Je zou wiskunde bijna interessant gaan vinden, je gaat werkelijk geloven dat het alles om ons heen zou kunnen verklaren. als iets dat alles kan verklaren. Maar zoals Max’ oude leraar Sol zegt: ‘there is no simple pattern’. Het is orde versus chaos, en aan welke kant staat de film ‘Pi’? De sfeer in ‘Pi’ is zo duister en bedreigend dat je de macht van de getallen (en dus van de ‘orde’) als een gevaarlijke kracht gaat zien. De film doet denken aan de verhalen van Kafka: een man gevangen in een wereld van vijandige instanties. Maar de instanties worden hier met naam genoemd en het is duidelijk wat ze van Max willen. Het enige wat hij kan doen is proberen de kennis die hij heeft voorgoed kwijt te raken. ‘Pi’ lijkt te zeggen dat zelfs al is alles in patronen te vatten, dat we daar dan maar beter niet achter kunnen komen. Juist het vinden van die orde brengt een enorme chaos.
Emy Koopman
Waardering: 4
Bioscooprelease: 8 juni 2000