Pierrot le fou – Crazy Pete (1965)

Regie: Jean-Luc Godard | 110 minuten | actie, drama, komedie, avontuur, romantiek, misdaad | Acteurs: Jean-Paul Belmondo, Anna Karina, Graziella Galvani, Dirk Sanders, Roger Dutoit, Raymond Devos

Een film van Jean-Luc Godard is altijd een belevenis. De regisseur doet in bijna ieder shot wel iets bijzonders om de kijker te prikkelen. Iets filmisch, iets in de “mise-en-scène”, iets wat ingaat tegen de regels van (de continuïteit van) het filmmaken. Soms wordt er ineens de “vierde muur” doorbroken doordat de personages ineens recht de camera inkijken om de toeschouwer toe te spreken of een blik toe te werpen. Het verhaal lijkt zo wat minder belangrijk terwijl echter de thema’s wel sterk doorkomen. ‘Pierrot le fou’ is dus geen onsamenhangende film zonder inhoud, die alleen maar neerkomt op een stijloefening. De bekende filosofische bespiegeling van Godard is weer goed vertegenwoordigd, terwijl de film ook een lichtelijk meewarige sfeer heeft gezien het onderwerp van de illusie van liefde en romantiek. Tegelijkertijd is het stijlgebruik van de film wel degelijk een van zijn grootste krachten en datgene wat hem zo fascinerend maakt.

“Alles wat je nodig hebt voor een film is een pistool en een vrouw”, schijnt Godard ooit te hebben gezegd, en deze elementen zijn in ‘Pierrot le fou’ in ieder geval weer goed vertegenwoordigd. En ook tegelijk. Het beeld van een fragiele schoonheid in een luchtig zomerjurkje die met een groot geweer over het dak loopt, is een boeiende combinatie. Daarnaast wil Godard natuurlijk zijn lieftallige vrouw Anna Karina in de film in de spotlight plaatsen, in de rol van Marianne. En pistolen komen regelmatig terug gezien de misdaadverhaallijn in de film. Een verhaallijn – in de trant van Bonnie & Clyde – die ergens halverwege de film wordt omgewisseld voor een paradijselijk Jules Verne-achtige sectie. Waarna Marianne letterlijk zegt: “En nu moeten we weer terug naar ons misdaadverhaal met pistolen en schurken”, waarna ze ineens naar hun auto rennen en de film letterlijk in een andere versnelling zetten. Als kijker wordt je constant duidelijk gemaakt dat je naar een film zit te kijken.

De minnaar van Marianne is hier de feitelijke stand-in voor Godard zelf, oftewel Jean-Paul Belmondo die de rol speelt van Ferdinand, door Marianne Pierre genoemd. Belmondo is weer zijn vertrouwde, coole zelf, de quasi-nonchalante, lichtelijk cynische man met sigaret in de mond, net als in Godards grootste film, ‘À Bout de Souffle’.

‘Pierrot le fou’ kan het beste bekeken worden als een verzameling op zichzelf staande scènes, die elk iets unieks hebben en de aandacht op zich vestigen. Soms is er bijzonder kleurgebruik, zoals shots die volledig rood of blauw zijn, of een nachtelijke autorit die vergezeld gaat met over het voorruit schietende kleuren, als ruitenwissers, een scène die wellicht als inspiratie diende voor een soortgelijke scène in Dario Argento’s ‘Suspiria’. Soms ontstaat er ineens een zang- en dansnummer – midden in de kamer of in het bos -, net als in een musical, en een andere keer wordt geluid of muziek opvallend gebruikt, bijvoorbeeld door te spelen met het volume of ineens de soundtrack af te breken. Ook grappig is het wanneer er een verwarrend element in beeld verschijnt dat prikkelt en vragen oproept, maar waarvan niet, of pas later duidelijk wordt hoe alles in elkaar steekt. Dit is het geval wanneer Marianne haar appartement doorkruist om bij haar bed aan te komen waar Ferdinand een sigaret zit te roken en onderweg een andere slaapkamer voorbijloopt waar een dode man opligt. Dit slechts heel even zichtbaar en er wordt verder geen aandacht aan geschonken. Marianne gaat eerst een gesprek voeren met Ferdinand, en pas later wordt duidelijk wat de man daar doet, en ziet de kijker dat er ineens allerlei pistolen in het appartement liggen.

De film bevat ook veel humor, van fysieke humor zoals een partijtje schaduwboksen met een stel pompbedienden en verbale humor in de vorm van droge opmerkingen, zoals: “Het is goed dat ik niet van spinazie hou. Anders zou ik het eten en ik vind het vreselijk.” Maar ook inhoudelijk is het vaak interessant door de filosofische bespiegelingen die Godard zijn personages laat uiten. Net als in Godards ‘Vivre sa vie’ komen de status en waarde van gedachten en woorden hier aan bod, en wordt de liefde geanalyseerd vanuit het verschil in communiceren tussen mannen en vrouwen, waarbij woorden en gevoelens met elkaar lijken te botsen, hoewel beide ideeën kunnen bevatten, zo stelt Marianne.

Kortom, ‘Pierrot le fou’ intrigeert op vele vlakken. Een conventioneel, samenhangend verhaal hoef je niet te verwachten, maar wie een regisseur aan het werk wil zien die de filmkunst tot in de puntjes beheerst, en daarnaast aan het denken wil worden gezet, heeft aan ‘Pierrot le fou’ een uitstekende keuze.

Bart Rietvink

Waardering: 4