Pirates of the Caribbean: Salazar’s Revenge – Pirates of the Caribbean: Dead Men Tell No Tales (2017)

Recensie Pirates of the Caribbean: Salazar's Revenge CinemagazineRegie: Joachim Rønning, Espen Sandberg | 129 minuten | actie, avontuur, fantasie | Acteurs: Johnny Depp, Javier Bardem, Geoffrey Rush, Brenton Thwaites, Kaya Scodelario, Kevin McNally, Golshifteh Farahani, David Wenham, Stephen Graham, Angus Barnett, Martin Klebba, Adam Brown, Giles New, Orlando Bloom, Keira Knightley, Paul McCartney, Delroy Atinson, Danny Kirrane, Juan Carlos Vellido, Rodney Afif, Rupert Raineri, Stephen Lopez

‘Pirates of the Caribbean: Salazar’s Revenge’ staat het punt de bioscopen in te denderen. Inderdaad, net toen je dacht dat de serie een stille dood was gestorven, is de Captain Jack-show terug. Johnny Depp heeft gezegd dat hij dit personage zal blijven spelen zolang het publiek dit wil. Zolang de films geld opbrengen dus. Maar op een gegeven moment moet zelfs hij het toch wel gezien hebben, zou je denken. Zoals nu, bij dit, eerlijk gezegd, overbodige vijfde deel van de makers van ‘Kon-Tiki’, een film over een epische oceaantocht. Ja, er is op zijn tijd best te genieten van de schermutselingen van Jack en co, maar het houdt allemaal niet over. Los van inconsistenties, ongeloofwaardigheden en een gebrek aan spanning, is het vooral een geval van ‘been there done that’. De serie weet met bijna niets meer te verrassen of te verwonderen. Als Depp met deze rol nog wat van zijn eer wil behouden, is het nu tijd om zijn zwaard en fles rum aan de wilgen te hangen.

Onze eerste kennismaking met Captain Jack, in de eerste ‘Pirates of the Caribbean: The Curse of the Black Pearl’ was uniek en amusant. Je kon je ogen niet afhouden van Depps half-dronken vertolking van deze met eyeliner opgemaakte Keith Richards-achtige piraat. Ook in volgende films bleef hij grappig, al was de verrassing er natuurlijk wel af. Helemaal naarmate zijn rol steeds groter werd – en het lastig bleek een film helemaal te dragen – werden een goed verhaal en effectieve schurken steeds belangrijker. Gelukkig is dit laatste prima in orde in deze vijfde ‘Pirates’: ‘Salazar’s Revenge’, buiten Europa bekend onder de titel ‘Dead Men Tell No Tales’. Tenminste, gedurende grofweg de eerste helft (of eerste twee derden) van de film. De attractie die Jack Sparrow heet, heeft zijn aantrekkingskracht grotendeels verloren, maar gelukkig weet zijn tegenspeler nog wat interesse op te wekken.

Javier Bardem heeft al verschillende keren laten zien heel goed een intimiderende en soms zelfs huiveringwekkende bad guy te kunnen spelen (één keer, in ‘No Country for Old Men’, won hij er zelfs een Oscar voor). In ‘Salazar’s Revenge’ is zijn introductie meteen een van de hoogtepunten van de film. Terwijl een bibberende Henry Turner (Brenton Thwaites), zoon van William Turner (Orlando Bloom), benedendeks gevangen zit in een cel, betreedt de (half)dode Salazar het schip en vermoordt nagenoeg de hele bemanning. Aanvankelijk zien we hem niet, maar horen alleen luid zijn laarzen neerkomen terwijl hij op het dek springt, met trage, maar zware en dreigende stappen op zijn slachtoffers aflopend. We kijken met Henry mee naar boven, door de spleten van de planken heen. “Flats!’, daar wordt weer een lichaam doorboord. Het resultaat: druppels bloed die naar beneden sijpelen, op arme Henry, die kort daarop persoonlijk bezoek krijgt van Salazar himself. En dan spreekt hij, af en toe zwart bloed wegslikkend – en morsend – waarmee zijn mond continu gevuld lijkt te zijn. Het maakt niet uit wat hij van je vraagt, je gehoorzaamt…

Lekker begin, mooi, creepy sfeertje. Jammer genoeg gaat het hierna snel bergafwaarts. En het is pijnlijk om te constateren dat praktisch vanaf het moment dat we Jack Sparrow voor het eerst ontmoeten (in deze film), het niveau omlaag gaat. Zijn binnenkomer op zich is nog wel grappig, maar daarna verandert de film ineens in een ongeloofwaardige kinderfilm, vol flauwe slapstick. Over-de-top actiescènes zijn – naast komisch – niet meer opwindend, maar vooral vermoeiend. Jack zelf lijkt alleen nog maar debiel te kunnen doen, charme of stoerheid zijn nergens meer te vinden en is soms iets teveel Mad Hatter (met zijn hoge, vrouwelijke kreetjes). Gelukkig vindt Depp zijn vorm wel weer terug op bepaalde momenten, maar echt memorabel wordt het niet. En als zelfs de grootste trekpleister van de filmreeks niet voldoende meer weet te boeien, weet je dat er een groot probleem is.

Maar dan bestaat er natuurlijk ook nog zoiets als een goed, spannend verhaal om je aan vast te kunnen houden. Ook daarvan is geen sprake helaas. Terug naar de roots was het idee, met een episch, goed te volgen verhaal. Prima, maar origineel is het allemaal niet. Bovendien was het verhaal van die eerste film ook niet echt een hoogvlieger, laten we wel wezen. Nu moet er weer een magisch object gevonden worden om een of andere vloek te verbreken of juist veel macht te kunnen krijgen. Het is natuurlijk niet de vraag of dit gaat lukken, maar hoe interessant de weg daar naartoe is, en hoe leuk de betrokken personages zijn. Wat dit laatste betreft is er ook weer teruggegrepen op het origineel, met Henry en Carina (Kaya Scodelario) eigenlijk gewoon als stand-ins voor Will Turner en Elizabeth Swann (Keira Knightley), die weer samen moeten zien te werken met Jack, waarbij ze – hoe verrassend – piraat Barbossa (Geoffrey Rush) tegenkomen. Nu is Rush altijd een genot om te aanschouwen en een aanwinst voor iedere film, maar veel meer geneugten zijn er niet. Kaya Scodelario zal zo haar kwaliteiten hebben maar ze heeft hier niet veel om mee te werken. Ze is een dame die niet op haar mondje is gevallen, wat welkom is, maar haar rol is voornamelijk gereduceerd tot platte toespelingen met Henry en/of Jack, en haar – vanwege een korset – aanzienlijke decolleté, waarmee je vrijwel iedere scène om de oren wordt geslagen. Soms grappig, maar (te) vaak afgezaagd of te lang uitgemolken.

Ook jammer is het vrij gezapige slot. Niet alleen wordt Salazar minder dreigend doordat hij zijn bovennatuurlijke krachten niet altijd lijkt te hebben – soms kan hij zich dwars door objecten heen bewegen, en soms moet hij achter zijn slachtoffers aanrennen in een potsierlijk kat-en-muisspel – maar in een poging hem driedimensionaler en menselijker te maken, wordt hij helaas ook minder angstaanjagend. Salazar is helaas niet de enige. Ook Barbossa moet een warme en menselijke persoonlijkheid worden (of in ieder geval voor een deel). Waar zijn alle stoere, zelfzuchtige piraten gebleven? Zelfs de egoïstische bemanning van Jack Sparrow die hem in een merkwaardige scène in het begin van de film en masse de rug toekeert (vanwege te weinig inkomsten), blijkt aan het einde weer loyaal achter hun kapitein Jack te staan. Goed, dit laatste kun je misschien zien als gewoon weer een voorbeeld van hun opportunisme, maar oprecht hartverwarmend of euforisch wordt het dan dus niet; wat wel het gevoel lijkt te zijn waar de filmmakers voor gaan.

Misschien is het voor veel kijkers niet zo erg als het lijkt, maar de verwachtingen moeten niet te hoog gespannen zijn. Verwacht geen wervelende one-manshow van Jack Sparrow of een bijster origineel of spannend verhaal. Maar hoewel Depp niet altijd doel weet te raken met zijn fratsen, past het pak van Jack Sparrow hem zo goed, dat hij nog zeker wel de lachers op zijn hand weet te krijgen. Daarbij is Javier Bardem een aanwinst als schurk en zitten er nog wat losse momenten in de film die weten te boeien. Zo vormen een stel bijzondere haaien een interessante bedreiging en blijkt, heel verrassend, Paul McCartney verantwoordelijk te zijn voor een van de leukste momenten in de film. Over de hele linie bekeken moet je echter constateren dat Jack en de ‘pirates’ hun beste tijd hebben gehad. Misschien kan er nu een andere Disney-attractie verfilmd worden. Space Mountain, anyone?

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 25 mei 2017
DVD- en blu-ray-release: 6 oktober 2017