Pit and the Pendulum (1961)

Regie: Roger Corman | 80 minuten | horror, thriller | Acteurs: Vincent Price, John Kerr, Barbara Steele, Luana Anders, Antony Carbone, Patrick Westwood, Lynette Bernay, Larry Turner, Mary Menzies, Charles Victor

‘Pit and the Pendulum’ uit 1961 is losjes gebaseerd op het gelijknamig verhaal van Edgar Allan Poe. Regisseur Roger Corman heeft meerdere horrorfilms verdienstelijk geregisseerd. Hier gaat het een en ander van start met de jonge edelman Francis Barnard die op het kasteel van zijn vroegere zwager arriveert om de vroege dood van zijn zuster te onderzoeken.

De openingsscènes bieden gelijk een sfeervolle setting voor wat komen gaat. Een donker kasteel op de kliffen aan zee, het gebulder van de golven die zich op de rotsen storten, mistnevels, het geruis van de wind om het kasteel, regen- en onweersbuien, de contouren van het kasteel die zich tegen de donkere hemel aftekenen… het zijn factoren die goed en maar al te sfeervol vormgegeven zijn.

En het gaat aanvankelijk ook de goede kant op wanneer er zich na de aankomst van Frances de nodige vreemde gebeurtenissen voordoen. De muziek die nachts door de gangen klinkt, de kamer die overhoop is gehaald, het nachtelijke gefluister … het zijn sfeerverhogende mysterieuze ontwikkelingen die Corman in zijn verhaal opneemt. Het eerste deel van deze film kan meer als een mysterieverhaal dan als een horrorfilm bestempeld worden. Frances is zowel op zoek naar de ware toedracht achter de dood van zijn zuster als naar de oorzaak van de vreemde gebeurtenissen die ‘s nachts in het kasteel plaatsvinden. Een unheimisch sfeertje wordt er zeker mee bereikt, maar met de nadruk op het mysterie-aspect van de gebeurtenissen op zich niet zo indringend dan wanneer zich wat meer horrorgeoriënteerde ontwikkelingen hadden afgespeeld.

Het begint er wat dat betreft op te lijken bij de ontdekking van het stoffelijk overschot van Catherina die inderdaad levend begraven lijkt te zijn, een aspect dat in Poe’s verhalen meerdere malen voorkomt. Dit betekent nogal een klap voor haar man Nicholas Medina die toch al gebukt gaat onder de wandaden van zijn vader, een van de wreedste folteraars van de Spaanse Inquisitie. Hij gaat ook al een leven lang gebukt onder de pijnlijke herinnering aan zijn moeder die door zijn vader wegens haar ontrouw werd doodgemarteld. Niet zo vreemd dan ook dat, ook door het overweldigende liefdesverdriet dat hij al heeft, Nicholas’ toch al zo geplaagde geest de geestverschijning die hij meent te aanschouwen niet aankan. Gezien de geschiedenis van zijn ouders waar in een flashback we getuige van zijn, neemt het verdere verloop van de gebeurtenissen dan een deels voorspelbare wending aan, maar het wordt in termen van opgeroepen en vastgehouden spanning en horror wel verdienstelijk gedaan. Met alsnog de nodige onvoorspelbaarheden en onverwachte plotwendingen wanneer er, ook na de onthulling van de oorzaak van de eerdere mysteries in het verhaal, uiteindelijk wat dit betreft nog wat addertjes onder het gras blijken te zitten.

Qua horror leveren deze vervolgens ook de nodige geslaagde momenten op. De dode die onder Nicholas’ ogen uit het graf verrijst en hem volgt als hij in paniek op de vlucht slaat, de meedogenloze vastberadenheid en het sadisme van de schurk in het verhaal, de put waar een slachtoffer in stort, de scène met de heen en weer zwaaiende en zenuwslopend langzaam steeds lager zakkende valbijl waar een slachtoffer onder ligt, het aspect van het levend begraven zijn dat ook hier weer bovenkomt… het zijn taferelen die, hoewel ze niet al te dik zijn gezaaid en ook weer niet al te indringend overkomen, door regisseur Corman prima worden weergegeven. Ondanks dat er geen sprake is van al teveel speciale effecten of bloederige taferelen om dit te bereiken. Het is de totstandkoming van een in meer of mindere mate duistere sfeer met duidelijk naderend en onafwendbaar onheil dat centraal staat. Wel wat jammer dat de horror zich vooral in het relatief korte laatste deel van de film concentreert. Door de langdurige nadruk op het mysterie-element en door de vele en soms langdurige dialogen in het begin kan het een en ander wat dit betreft weleens als langdradig en enigszins stuurloos ervaren worden. Dit ondanks de goed opgeroepen en vastgehouden sfeer in het eerste deel van het verhaal.

De omgeving is dan ook passend en goed vormgegeven. Catacomben, oude martelkamers met martelwerktuigen, geheime ruimtes, spinnenwebben, gotische decors in de diverse kamers en lange gangen die om het nog wat duisterder te maken nog wat schaarser verlicht hadden mogen worden, kleurrijke en gedetailleerde vormgegeven kostuums… het zijn zaken waar de nodige aandacht aan is besteed en die, evenals de omgeving rond het kasteel zelf, een effectieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van een sfeervolle achtergrond bij de gebeurtenissen.

Wisselend acteerwerk van de diverse betrokkenen. Allereerst keurig werk van horrorveteraan Vincent Price die de schuldbewuste en nerveuze Nicholas Medina keurig vormgeeft en ook de onvrijwillige ommekeer in diens karakter overtuigend neerzet. John Kerr is wel wat overtrokken als de op onderzoek zijnde Francis Barnard. Hij stelt zich nogal agressief op, iets wat niet helpt om sympathie voor zijn personage op te roepen en in een later stadium al teveel met hem mee te leven. Ook leuk om horrorveterane Barbara Steele op te zien duiken, al worden haar talenten helaas te weinig gebruikt door de wel erg korte schermtijd dat haar filmpersonage krijgt. Verder aardig werk van Antony Carbona als de met dubbele bedoelingen te werk gaande dokter Charles Leon en van Luana Anders als Catherine Medina, al komt haar personage soms wat kleurloos en als niet altijd even relevant over.

‘Pit and the Pendulum’ bevat een mix van een mysterie- en horrorverhaal, met de nadruk op mysterie en in mindere mate op horror. Wellicht niet al te lonend voor de wat meer op horror georiënteerde kijkers, voor maar degenen die een dergelijke combinatie wel kunnen waarderen is deze film zonder meer een geslaagde te noemen.

Frans Buitendijk

Waardering: 3

Bioscooprelease: 13 december 1962