Planet Dinosaur (2011)

Regie: Nigel Paterson | 227 minuten | documentaire | Verteller: John Hurt

Soms is het jammer dat tijdmachines vooralsnog alleen maar in films bestaan. Zou het immers niet onnoemelijk gaaf zijn om miljoenen jaren terug in de tijd te kunnen reizen om de imposantste creaturen te aanschouwen die de geschiedenis ooit heeft voortgebracht? Want hoewel botten, tanden en fossiele eieren vandaag de dag de enige tastbare overblijfselen van de eens zo machtige dinosauriërs zijn, hebben de fascinerende oerreptielen al sinds hun ontdekking een belangrijke rol gespeeld in de menselijke verbeelding. Dat zie je vooral terug bij kinderen. Door hun nog grotendeels ongecorrumpeerde en fantasierijke geest leggen juist de jonge generaties vaak een opmerkelijke belangstelling voor prehistorische dieren aan de dag. Maar aangezien tijdreizen niet meer dan hersenspinsels van schrijvers en filmmakers zijn en ‘Jurassic Park’ nog steeds een fictief werk is, vormen (computer)animaties nog steeds de enige manier om dinosauriërs van vlees en bloed op papier of op het beeldscherm tot leven te laten komen.

De kwaliteit van de dinodocu’s die in de loop der jaren zijn verschenen verschilt nogal. Sommige producties zijn weliswaar leerzaam en informatief, maar worden vaak ondersteund door vrij matige computeranimaties. Een serie als ‘Walking with Dinosaurs’ is daarentegen een lust voor het oog, maar had wel iets meer harde wetenschap kunnen bevatten. Het eveneens door de BBC geproduceerde ‘Planet Dinosaur’ gooit het over een iets andere boeg. De makers hebben duidelijk het streven gehad om het gedrag en uiterlijk van de hoofdrolspelers met bewijzen uit het fossielenarchief te onderbouwen. Het helpt natuurlijk dat er sinds het verschijnen van ‘Walking with Dinosaurs’ ontzettend veel nieuwe ontdekkingen zijn gedaan. Deels in traditionele fossielenschatkamers als Mongolië, China en Noord-Amerika, maar ook in voorheen meer maagdelijke gebieden qua spectaculaire vondsten als Afrika en Zuid-Amerika. Het logische gevolg is dat er in deze productie veel dinosoorten aan bod komen die niet zo vreselijk veel bekendheid genieten. Denk bijvoorbeeld aan Majungasaurus, lange tijd de schrik van prehistorisch Madagaskar, de gesnavelde reus Gigantoraptor of de immense Argentinosaurus, met een geschatte lengte van bijna 35 meter en een gewicht van zestig tot honderd ton een van de grootste (wellicht zelfs het grootste landwezen) landdieren die ooit de aarde hebben bewandeld. Maar niet alle dinosauriërs waren reuzen, zo blijkt uit de vondst van kleine soorten als Epidexipteryx en de gevleugelde jager Microraptor. Opvallend genoeg was de gevleugelde Microraptor – net als zijn nemesis de Sinornithosaurus – in staat om lange zweefvluchten door het bos te maken. Het gevaar dat een productie als ‘Planet Dinosaur’ altijd loopt, is dat het een droge en voorspelbare (of juist te abstracte) soortenparade kan worden die alleen voor de meest fanatieke dinofans genietbaar is. In die valkuil zijn de makers gelukkig niet getrapt. Integendeel, er zijn maar weinig andere documentaires over dinosauriërs die zo diep ingaan op de leefwijze, het gedrag en de bijzondere kenmerken van de getoonde dieren. Ook de bijzonderheden van de ecosystemen die door de oerreptielen werden bewoond en de interactie tussen de verschillende soorten komen ruimschoots en zeer gedetailleerd aan bod. Door middel van korte graphics en feitenkadertjes worden ook de fossiele bewijzen getoond waarop de computergegenereerde reconstructies zijn gebaseerd. Misschien hinderlijk voor kijkers die de serie alleen maar bekijken om met elkaar rollebollende reuzenreptielen in actie te zien, maar voor de meeste leden van de doelgroep een mooie aanvulling op de actiebeelden.

Op de kwaliteit van de animaties is over het algemeen niet zo vreselijk veel aan te merken. Met name de grote roofdinosauriërs zien er prachtig uit, met de vreeswekkende viseter Spinosaurus als kroonjuweel. De relatie tussen prooidier en prooi is sowieso een rode draad die continu door de serie loopt. Op elk continent bestond er voor elke grote planteneter ook een carnivoor die jacht maakte op de vegetarische reus. En het verdwijnen van de planeteneters na de natuurrampen die gepaard gingen met de meteorietinslag in het herfsttij van het Krijt, luidde ook de ondergang in van de grote vleeseters. De duels tussen jager en prooidier worden in ‘Planet Dinosaur’ ter ere van het realiteitsgehalte zeker niet van hun scherpe randjes ontdaan, waardoor het bloed soms rijkelijk vloeit en bepaalde scènes wellicht niet geschikt zijn voor veel jonge kinderen. De bewegingen van de dinosauriërs zien er wat minder natuurlijk uit dan in het met een megabudget gezegende ‘Jurassic Park’, maar zijn – zeker voor een televisieproductie – toch wel dik in orde. Het wordt alleen af en toe duidelijk dat je toch wel degelijk naar geanimeerde poppetjes zit te kijken. Ook over anatomische details bij sommige dinosauriërs (de manier waarop de grote vleeseters hun bizar kleine voorpoten gebruiken in de film) kun je wel een discussie voeren, maar een dat is nu eenmaal inherent aan de wetenschapstak die paleontologie heet. In een speciale, vijftig minuten durende documentaire in 3D wordt speciale aandacht besteed aan een aantal van de boeiendste en meest ontzagwekkende roofdinosauriërs die ooit de aarde hebben bewandeld. Heel leuk en spectaculair om vreeswekkende oerreuzen als Spinosaurus en Allosaurus eventjes in de kamer te hebben of om de Microraptor in vlucht te aanschouwen tegen een levensecht aandoend voorhistorisch boslandschap.

‘Planet Dinosaur’ is uiteindelijk een geslaagde productie die amusement en wetenschap uitstekend weet te combineren tot een prettig kijkbaar geheel voor leergierige jongeren en volwassenen. Zonder meer een reeks die bij rechtgeaarde dinoliefhebbers in de kast hoort te staan.

Frank Heinen

‘Planet Dinosaur’ verschijnt dinsdag 21 augustus 2012 op DVD en blu-ray (complete 3D en 2D-versie).