Planet Earth: Nieuwe ontdekkingen – Planet Earth: New Discoveries (2010)

Regie: Alastair Fothergill | 201 minuten | documentaire

2006 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van de natuurdocumentaire. Toen verscheen de BBC-monsterproductie ‘Planet Earth’, door de makers niet voor niets omschreven als het ultieme portret van onze aarde. “Het doel van ‘Planet Earth’ was om epische beelden te combineren met aangrijpende verhalen, om de kijker iets voor te schotelen dat hij nog nooit had gezien. Op die manier creëer je ook een band tussen de kijker en de natuur,” vertelt regisseur Alastair Fothergill. Wie de serie gezien heeft, zal erkennen dat dit geen uitspraken zijn van filmmakers die lijden aan een verregaande vorm van megalomanie. In veel opzichten is ‘Planet Earth’ namelijk een nagenoeg ongeëvenaarde productie. Veertig camerateams, uitgerust met de modernste filmapparatuur en de nieuwste technische snufjes, bezochten namelijk alle zeven de continenten en in totaal zo’n tweehonderd verschillende locaties. Dankzij een gyroscopische luchtcamera, bevestigd aan een helikopter, konden de makers van ‘Planet Earth’ bijvoorbeeld voor het eerst een jachtpartij van Afrikaanse wilde honden van begin tot eind in beeld brengen, een onderneming die vanaf de grond schier onmogelijk is door de snelheid en beweeglijkheid van de honden en de aard (doornstruiken, bomen) van het jachtterrein. Qua budget en arbeidsintensiviteit was ‘Planet Earth’ dus een mammoetproductie in de meest ware zin van het woord. Buiten de serie was er ook nog de bioscooprelease van ‘Earth’, een ruim anderhalf uur durende film met de beste beelden uit ‘Planet Earth’ en een paar nog niet eerder vertoonde opnamen van oogstrelende kwaliteit.

De productie ‘Planet Earth: New Discoveries’ is een smakelijk nagerecht dat aardig aansluit op de hoofdmaaltijden ‘Planet Earth’ en ‘Earth’ en daarnaast nog een stevige portie meerwaarde heeft. De production diaries en hoogtepunten laten je als kijker van dichtbij kennismaken met het productieproces dat verscholen zit achter de mooiste beelden die ‘Planet Earth’ het publiek voorschotelt. Hoe breng je bijvoorbeeld een school bijtgrage piranha’s in beeld? Hoe kun je de nachtelijke activiteiten (voornamelijk de jacht) van een troep leeuwen in de Afrikaanse bush filmen? Elf productiedagboeken presenteren de antwoorden op deze intrigerende vragen. Ze laten ook zien dat het beroep van natuurfilmer belonend en uitdagend, maar tegelijkertijd ook zwaar en zeker niet voor iedereen weggelegd is. Wie gesteld is op luxe, comfort en een huiselijk bestaan kan zich bijvoorbeeld maar beter op een andere, meer alledaagse professie storten. Insecten, stortregens en verzengende hitte zijn ontberingen die je als natuurfilmer op gezette tijden moet doorstaan, terwijl het onderkomen meestal niet veel meer dan een bescheiden tent is. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld de expeditie in de Mongoolse Gobiwoestijn, waar producer Huw Cordey en zijn team op zoek gaan naar de ongrijpbare Bactrische woestijnkamelen. Probeer maar eens een populatie van zo’n achthonderd dieren te vinden in een winterse ijswoestijn die net zo groot is als Nederland. Ook het slapen in een tentje bij temperaturen van min dertig is niet bepaald een pretje, zeker als voedsel en warme drankjes binnen een oogwenk bevriezen als je even je rug keert. Of neem de sneeuwluipaard, een van de mooiste en meest intrigerende roofdieren op aarde. Het zien van zo’n dier is natuurlijk een romantische jongensdroom voor elke natuurvorser. Maar voor je de sierlijke kat daadwerkelijk voor je lens of verrekijker krijgt, is de kans groot dat je na een lange en uitputtende klim eerst veertig uur of meer tegen een stel kale bergtoppen ligt aan te kijken zonder een teken van dierlijk leven te zien. Verder is het filmen van natuurtaferelen vaak tevens een emotionele achtbaanrit. De natuur is namelijk niet altijd vertederend en mooi, maar vaak ook kiezelhard en grimmig. Dat ondervond het camerateam dat op zoek ging naar de olifantenjagers van Savuti, een groep leeuwen in het noorden van Botswana die gespecialiseerd was (de grote troep is inmiddels uiteengevallen in kleinere groepjes) in het jagen op olifanten. Omdat een olifant een beduidend dikkere huid heeft dan de prooidieren waar leeuwen normaliter op jagen (zebra’s, gnoes en andere antilopen, buffels, wrattenzwijnen), kunnen de slurfdieren meestal niet simpelweg gedood worden door middel van een krachtige nekbeet. Als een olifant dus overmeesterd wordt door een regiment leeuwen in jachtmodus treedt de dood dan ook zelden snel in. “Toen we vastlegden hoe een subadulte olifant in het holst van de nacht geveld werd door een grote groep leeuwen, heerste bij ons ook geen feeststemming. Het is best een schokkende ervaring om te zien en te horen hoe een intelligent, gevoelig wezen als een olifant heel bewust meemaakt dat hij in feite bijna letterlijk levend wordt opgegeten. Het dier stierf uiteindelijk aan bloedverlies door de vele wonden die de leeuwen de olifant hadden toegebracht. Toen we terugreden naar het kamp was het dan ook muisstil. Niemand was in staat om iets zinnigs uit te brengen over het tafereel dat we zojuist hadden aanschouwd,” weet producer Jonny Keeling nog goed.

Het kijkje achter de schermen is een nuttige aanvulling op de eigenlijke documentaire ‘Planet Earth’. De blik in de keuken laat zien hoeveel bloed, zweet en tranen vergoten moeten worden om een natuurdocumentaire van epische proporties daadwerkelijk op het scherm te krijgen. Bovendien laat het materiaal zien dat filmmakers ook gewone mensen zijn. Het is bijvoorbeeld grappig om gade te slaan hoe vaak filmer Simon King de op Kaapse pelsrobben jagende, ‘vliegende’ witte haaien in het Zuid-Afrikaanse Valsbaai mist alvorens hij de twee of drie sequenties te pakken heeft die de kijkers betoverden in ‘Planet Earth’. Het geeft de ambitieuze amateurfotografen en -filmers onder ons weer een beetje moed. Ook bij de doorgewinterde professionals treffen de meeste pogingen uiteindelijk niet het gewenste doel.

De bonusdvd neemt ons mee naar het Mexicaanse schiereiland Yucatán, een gebied dat tot de zestiende eeuw een epicentrum van de Mayacultuur was. De inmiddels door oerwoudplanten overwoekerde Mayatempels vormen vandaag de dag de stille restanten van deze eens hoogwaardige precolombiaanse beschaving. Maar de documentaire ‘Secrets of the Maya Underworld’ richt zich vooral op de wereld onder de jungle. De waterpoelen (cenotes) die je in Yucatán verspreid over de machtige jungle aantreft, zijn namelijk de ingangen naar een geheimzinnige en wonderlijke onderwaterwereld die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van uitgestrekte grottenstelsels en een ondergronds rivierenstelsel. Voor de Maya’s waren de cenotes geheiligde en mystieke toegangspoorten tot de onderwereld. De documentaire slaagt er wonderwel in om dit buitenissige onderwateruniversum glansrijk in beeld te brengen en de kijker tegelijkertijd gedoseerd te voorzien van de wetenschappelijke details die de grottenduikers in Yucatán hebben weten te verzamelen.

‘Planet Earth: New Discoveries’ is zeker een aanrader voor eenieder die ook genoten heeft van de originele serie. De toegevoegde waarde van ‘New Discoveries’ is dat je als kijker een zeldzaam inkijkje krijgt in de dagelijkse werkzaamheden van de diverse filmcrews. Een kijkje in de keuken dat soms ook ontnuchterend werkt en duidelijk maakt dat het beroep van natuurfilmer niet alleen een romantisch luizenbaantje is. Aan elke minuut van ‘Planet Earth’ zijn immers vele uren van inspannende en tijdrovende arbeid voorafgegaan.

Frank Heinen

Waardering: 4