Posse (1975)

Regie: Kirk Douglas | 92 minuten | western | Acteurs: Kirk Douglas, Bruce Dern, Bo Hopkins, James Stacy, Luke Askew, David Canary, Alfonso Arau, Katherine Woodville, Mark Roberts, Beth Brickell, Dick O’Neill, William H. Burton, Louie Elias, Gus Greymountain, Allan Warnick

Een ijzersterke opening. Het is donker buiten, geen muziek, wat mannenlaarzen die van buitenaf een soort hooischuur binnengaan, de man met laarzen gaat liggen, een ander staat op, loopt naar buiten, wisseling van de wacht? Er zitten en liggen nog meer mannen in die ruimte, eentje kijkt op en loopt ook naar buiten. Pistolen in holsters zichtbaar in het maanlicht, wantrouwen, het voelt spannend, wat is dit? Waar gaat dit heen? Een van de mannen, krijgt buiten een zak geld van een stel figuren op paarden en maakt dat hij weg komt. De figuren komen dichterbij, het zijn marshalls en ze steken de schuur in brand, iedereen die naar buiten rent, knallen ze af. Howard Nightingale grijnst tevreden, zo doe je dat dus, justice is served, maar net die ene is ontsnapt.

Die spanning van het begin komt eigenlijk nooit meer zo terug. Er gebeuren nog wel interessante dingen maar de opbouw is nooit meer zo subtiel. Het aardige script gaat over de personages en hun motieven. Er wordt nog wel geschoten en er is zelfs een, bijna grappige, sequentie met een half in brand gevlogen locomotief, maar het is de menselijke kant van het verhaal dat domineert en overtuigt.

Het maakt van ‘Posse’ geen standaard western. Ook al omdat het onderscheid held versus bandiet bewust diffuus is gemaakt, terwijl de bandiet, Jack Strawhorn, niet sympathiek is. Je gaat steeds meer zijn kant te kiezen en dat is knap werk van scenarist Christopher Knopf, bij wie duidelijk jaren 70 sentimenten doorschemeren. Hij is niet vies van een stukje maatschappelijke kritiek, waarbij de politiek, gepersonifieerd door de nietsontziende Nightingale er weer eens niet best vanaf komt.

De regie is in handen van Kirk Douglas zelf. Douglas heeft als acteur heel wat westerns op zijn naam heeft staan, waarvan de klassieker ‘Gunfight at the O.K. Corral’ (1957) van John Sturges de bekendste is. De peetvader van het genre heeft hem ongewtijfeld geïnspireerd, maar Douglas mist zijn finesse. Na ‘Posse’, de tweede film die hij zelf regisseerde, hield de toen negenenvijftigjarige acteur het voor gezien als regisseur. Waarschijnlijk een goede keuze. Gelukkig bleef hij nog volop acteren en dat doet hij toch het beste.

Want ‘Posse’ is onderhoudend en heeft een verrassend einde, maar er mankeert iets aan. Bruce Derns rol als bandiet is even wennen, maar hij groeit erin, dat is het niet. Ook de andere rollen zijn goed te pruimen, de personages maken het ons zonder uitzondering moeilijk sympathie voor hen te hebben, want aan iedereen zit wel een naar of hypocriet randje, maar dat is juist een sterk gegeven dat zichzelf slim oplost. De muziek van Maurice Jarre (vader van Jean-Michel Jarre) ondersteunt dit prima, wel standaard, maar niet té. Ook de cinematografie is okay, het ligt dus aan de regie. Douglas heeft ervoor gekozen het verhaal helder te vertellen, maar de vertelstructuur is iets te doorzichtig. Oplossingen in beeld en handelingen zijn net niet spannend genoeg, je ziet alles al van mijlenver aankomen, op het sterke begin na dan. Door de regie blijft het sterke verhaal hangen rond de middelmaat.

Arjen Dijkstra