Possessed (1947)

Regie: Curtis Bernhardt | 108 minuten | drama, thriller | Acteurs: Joan Crawford, Van Heflin, Raymond Massey, Geraldine Brooks, Stanley Ridges, John Ridgeley, Moroni Olsen, Erskine Sanford, Peter Miles, Jakob Gimpel, Isabel Withers, Lisa Golm, Douglas Kennedy, Monte Blue, Don McGuire, Rory Mallinson

Hoewel ze al sinds eind jaren twintig in films te zien was, en vanaf de jaren dertig een van de belangrijkste leading ladies van Hollywood werd, kreeg Joan Crawford pas op latere leeftijd de artistieke waardering waar ze zo naar snakte. Natuurlijk was daar haar eerste – en enige – Oscar, voor ‘Mildred Pierce’ (1945) – La Crawford was toen al veertig. Die film toonde aan dat ze wel degelijk meer was dan een pretty face en ook zwaardere rollen aan kon. Haar tweede Oscarnominatie volgde slechts twee jaar later, voor ‘Possessed’ (1947), een soort omgekeerde film noir, waarin niet een gekwelde man maar een getormenteerde vrouw centraal staat en waarin de femme fatale is ingeruild voor een homme fatale. In ‘Possessed’ speelt de psychoanalyse van Sigmund Freud een rol en dat was voor die tijd nogal vooruitstrevend, omdat Freud werkwijze nog niet echt op grote schaal werd toegepast. Om zich optimaal op haar rol voor te bereiden, bezocht Joan Crawford tal van psychiatrische klinieken waar ze sprak met artsen en patiënten.

Crawford speelt Louise, die zwaar verward wordt aangetroffen in een stad waar ze niet thuis is. Het enige dat ze kan uitbrengen is de naam David. In het psychiatrisch ziekenhuis weet een dokter haar tot bedaren te brengen en krijgt hij haar bovendien zo ver dat ze in haar geheugen graaft om te vertellen wat er gebeurd is. Louise werkt als verpleegster voor een rijke maar geestelijk verwarde vrouw. Haar aandacht wordt echter vooral opgeslorpt door haar fatale passie voor David (Van Heflin), een ingenieur die vanaf het begin al duidelijk tegen haar is dat een serieuze relatie er nooit in zal zitten. Maar Louise blijft hoop houden dat hij bij haar terug komt. Hij keert in elk geval steeds weer terug in haar leven, net als ze besloten heeft hem te vergeten. Uit pure wanhoop trouwt ze dan maar met Dean Graham (Raymond Massey), de echtgenoot van de vrouw voor wie ze zorgde, die inmiddels weduwnaar is. Hij wil graag met haar een nieuw leven beginnen, maar zij kan zich er niet met volle overgave toe zetten. Dean is bevriend met David, dus hij blijft over de vloer komen, zelfs als ze verhuizen naar een andere stad. En dan is er nog Carol (Geraldine Brooks), Deans twintigjarige dochter die Louise als een indringster ziet die het leven van haar moeder wil overnemen. Als David aanpapt met de knappe Carol, slaan bij Louise serieus de stoppen door.

Hoewel de rol van Louise Howell terecht wordt gezien als een van de beste uit de carrière van Crawford, valt er best wat aan te merken op hoe de actrice het aanpakt. Het is te onevenwichtig. Sterke, subtiele momenten, waarbij de gekte uit haar ogen af te lezen is, wisselt ze af met te dik aangezette houdingen (schudden met het hoofd, opzichtig over haar slapen wrijven). Maar het mag absoluut moedig van Crawford worden genoemd dat ze vol voor deze rol is gegaan. Waarschijnlijk speelde mee dat haar rivale Bette Davis aanvankelijk in de huis van verpleegster Louise zou kruipen, maar afhaakte omdat ze met zwangerschapsverlof ging. Crawford was de eerste om het buitenkansje aan te grijpen. Dat ze zich zo intensief heeft voorbereid, werpt in dit geval zeker zijn vruchten af. Zoals het een diva betaamt, draait de film grotendeels om haar, al krijgt ze prima ondersteuning van Heflin, Brooks en vooral Massey, die langzaam aan onze sympathie wint, terwijl andere personages die juist kwijt lijken te raken. De manier waarop psychiaters worden neergezet is gedateerd (men was natuurlijk ook nog niet zo bekend met het vak), daar moeten we maar doorheen prikken. De dialogen zijn ook niet al te sterk. Gelukkig maken de scènes waarin we worden meegetrokken in Louises gekte veel goed.

Patricia Smagge

Waardering: 3