Post Mortem (2010)

Regie: Pablo Larraín | 98 minuten | drama | Acteurs: Marcelo Alonso, Alfredo Castro, Amparo Noguera, Jaime Vadell, Antonia Zegers

Het bewind van Augusto Pinochet heeft diepe sporen nagelaten in de Chileense samenleving. Sinds zijn overlijden in december 2006 is er eindelijk tijd om de wonden die het regime heeft gemaakt, langzaam te laten helen. Sommige Chilenen doet dit via de kunst. Filmmaker Pablo Larraín bijvoorbeeld, die in 2008 doorbrak met ‘Tony Manero’, waarin hij duidelijk maakte dat ook gewone Chilenen zich niet aan de cultuur van moord en doodslag kunnen onttrekken. Met zijn volgende film, ‘Post Mortem’ (2010) gaat hij terug naar 1973, het jaar waarin Pinochet zijn staatsgreep pleegde. Hoofdpersoon is Mario Cornejo (Alfredo Castro), een zwijgzame man die in het mortuarium de autopsierapporten uittypt voor de patholoog-anatoom. Kort nadat Pinochet de macht heeft gegrepen, wordt het levenloze lichaam van de democratisch gekozen president Salvador Allende het mortuarium binnengebracht. Twee door de nieuwe machthebber aangestelde dokters onderzoeken het lichaam, aan Mario de taak het verslag van de autopsie op te stellen.

In ‘Post Mortem’ draaien de personages langzaam maar zeker door. Mario heeft al jaren een oogje op zijn buurtvrouw Nancy (Antonia Zegers), een nachtclubdanseres die al lang over het hoogtepunt van haar roem heen is. Hij zoekt toenadering tot haar en heeft het gevoel eindelijk tot haar door te dringen wanneer ze bij hem voor de deur staat. Maar Nancy wil eigenlijk alleen maar een luisterend oor, een schouder om op te huilen. Ze kan het niet verkroppen dat haar carrière voorbij is, dat ze ouder wordt en een onzekere toekomst tegemoet gaat. De contactgestoorde Mario kan haar die schouder niet bieden. Samen zijn ze twee zielige hoopjes mens, die met geen mogelijkheid het naderende gevaar het hoofd kunnen bieden. Zodra Pinochet aan de macht komt, zullen ze niet tegen hem durven opstaan (zoals een vriend van Nancy dat wel hoopt te kunnen doen met zijn communistische verzetsbeweging). Pinochets troepen brengen als snel chaos; huizen worden overhoop gegooid en mensen met verdachte sympathieën worden opgepakt. In het mortuarium stromen de lijken binnen, tot wanhoop en frustratie van Mario’s collega Sandra (Amparo Noguera). Mario zelf lijkt sterker in zijn schoenen te staan. Of maakt zijn machteloosheid zo langzamerhand plaats voor complete gekte?

Mario is met opzet een vaag, ongrijpbaar figuur geworden. Je hebt geen idee wat er in hem omgaat, want hij houdt zich in vrijwel elke situatie (hoe extreem of confronterend ook) stil. Larraín laat zijn enigmatische hoofdpersoon ook nog opereren in een doffe, grauwe en kille omgeving en gebruikte speciaal uit Rusland overgevlogen lenzen uit de jaren zestig om de film een authentieke look (lees: opzettelijk onscherp) te geven. Het levert een oncomfortabele sfeer op, die langzaam voorttrekt. Larraín rekt het tempo nog verder op door enkele cruciale scènes, waaronder de slotscène, vanuit een en hetzelfde standpunt minutenlang door te laten gaan. Geen gesneden koek dus, maar het maakt ‘Post Mortem’ des te fascinerender. Je ziet Mario’s normbesef steeds verder vervagen, naarmate zijn gevoel van machteloosheid toeneemt. Anderen, zoals zijn collega Sandra, zie je doorslaan maar Mario’s grens ligt blijkbaar een stuk verder. Toch raakt ook hij langzaam maar zeker zijn grip op de situatie kwijt. En in zijn val sleept hij de kijker mee. Dat is niet alleen de verdienste van het ijzersterke scenario, dat Larraín zelf schreef, maar zeker ook van acteur Alfredo Castro, die ook in ‘Tony Manero’ de hoofdrol voor zijn rekening nam en die de term ‘ongrijpbaar’ een nieuwe betekenis weet te geven.

Het knappe van ‘Post Mortem’ is dat regisseur Pablo Larraín zijn kijkerspubliek een spiegel weet voor te zetten. Als jij in Mario’s schoenen stond, wat zou jij dan gedaan hebben? Het is een gewetensvraag die in tijden van oorlog en onderdrukking telkens weer de kop opsteekt. Larraín levert na ‘Tony Manero’ opnieuw een zwartgallig drama af waarin hij de geschiedenis van zijn vaderland Chili onder de loep legt. Grimmig en confronterend en daarom niet echt geschikt voor de massa, met een eindeloos slotakkoord dat je letterlijk de adem beneemt. De lijken waarmee hoofdpersoon Mario zich omringt en zijn eigen onpeilbare karakter zorgen in combinatie met Larraíns grillige stijl voor een ongemakkelijke kijkervaring die tegelijkertijd beangstigt én mateloos fascineert.

Patricia Smagge

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 9 juni 2011