Prime Cut (1972)

Regie: Michael Ritchie | 88 minuten | actie, drama, misdaad | Acteurs: Lee Marvin, Gene Hackman, Angel Tompkins, Gregory Walcott, Sissy Spacek, Janit Baldwin, William Morey, Clint Ellison, Howard Platt, Les Lannom, Eddie Egan, Therese Reinsch, Bob Wilson, Gordon Signer, Gladyw Watson, Hugh Gillin, E. Lund, David Savage, Craig Chapman, Jim Taksas, Wayne Savagne

Filmmaker Jim Jarmusch richtte ooit het genootschap ‘The Sons of Lee Marvin’ op. Het idee erachter was eigenlijk dat je op de legendarische acteur moet lijken om lid te mogen worden, maar daar is Jarmusch toch maar van afgestapt. De ‘Sons’ blijken over het algemeen de door de regisseur zo bewonderde popmuzikanten te zijn die geregeld een rol spelen in zijn films: Nick Cave, Tom Waits, Iggy Pop. Zo nu en dan komt de groep bij elkaar om samen Lee Marvin-films te bekijken. Marvin, die per ongeluk in het vak belandde toen hem gevraagd werd een rol op het toneel over te nemen, begon zijn carrière als zware jongen, veelal in gangsterfilms. Hij schitterde naast de groten der aarde (met Brando maakte hij ‘The Wild One’ in 1953, met Bogart speelde hij een jaar later in ‘The Caine Mutiny’). Marvin, die al jong grijs werd, speelde niet altijd de slechterik. Sterker nog, tijdens zijn latere carrière werd hij juist vaak gevraagd voor de rol van oer-Amerikaanse held, vanwege zijn masculiene uitstraling. Voor een rol als sheriff draaide hij zijn hand bijvoorbeeld niet om. Het toont de multifunctionaliteit van de in 1987 overleden acteur. Om zijn veelzijdigheid nog maar eens te benadrukken: zijn enige Oscar won hij in 1966 voor ‘Cat Ballou’ (1965), een komische western!

In ‘Prime Cut’ (1972) van regisseur Michael Ritchie speelt Marvin de held zoals men hem in zijn latere carrière graag zag spelen. Zijn ultracoole gangster Nick Devlin – die eigenlijk veel meer weg heeft van een superheld dan van een gangster – lost zware klussen op voor zijn baas in Chicago. Die heeft nog een rekening te vereffenen met ‘vleeskoning’ Mary Ann (Gene Hackman), die er op zijn ranch in Kansas dubieuze praktijken op nahoudt. Tijdens de confronterende openingsscène is te zien dat er in zijn vleesverwerkingsbedrijf naast dieren- ook mensenvlees tot hamburgers en worstjes verwerkt wordt. Zo kijkt zijn weinig snuggere broer Weenie (Gregory Walcott) niet op of om als er schoenen en ledematen over de lopende band rollen! Alsof dat nog niet genoeg is, blijft Mary Ann ook een lucratieve handel in seksslavinnen te hebben opgezet. Als Devlin dat ontdekt, beseft hij dat hij hier met een meedogenloos type te maken heeft dat nergens voor terugdeinst. En passant redt hij de jonge Poppy (Sissy Spacek in een van haar eerste rollen) uit de klauwen van de bordeeleigenaars. Samen proberen ze Mary Anns schimmige praktijken stop te zetten. De vleeshandelaar en zijn zwaarbewapende rednecks geven zich echter niet zomaar gewonnen.

‘Prime Cut’ is op zijn zachtst gezegd een vreemde film. Regisseur Michael Ritchie vuurt nare en absurde situaties op ons af en dat doet hij met een stalen gezicht. Jonge vrouwen die gedrogeerd in stallen liggen te wachten op de hoogste bieder, plattelandskermissen waar rare, dieronvriendelijke spelletjes op het programma staan; het is nog maar het topje van de ijsberg. Meer in your face dat dit krijg je het niet en juist die directheid kan veel kijkers afschrikken. Wat wil Ritchie ons hiermee duidelijk maken? Is het een perverse vorm van humor? Het scenario van Robert Dillon leunt zwaar op enkele cruciale scènes; er wordt weinig tijd gespendeerd aan het met elkaar verbinden van deze scènes. Bovendien doet ‘Prime Cut’ nogal vrouw- en dieronvriendelijk aan. Personages komen behoorlijk karikaturaal over en het is aan de sterke cast te danken dat ze toch tot leven komen. Vooral Gene Hackman is op dreef. Zijn Mary Ann – die naam is vast niet zomaar gekozen – zou je kunnen zien als een puur slecht mens. Dankzij Hackmans talent om zijn karakter een dubbele bodem mee te geven zul je hem echter nooit hartgrondig haten. Hackman geeft je te denken dat er een reden is dat deze man zonder enig besef van moraal geld en macht nastreeft. Jammer genoeg wordt die reden nooit onthuld en blijft het gissen.

Hoewel het scenario aan alle kanten rammelt, kent ‘Prime Cut’ zeker ook zijn pluspunten. Belangrijkste troef is de cast, met de al eerder genoemde Hackman voorop. Jammer dat we hem niet meer te zien krijgen. Marvin is als acteur duidelijk heel wat minder begaafd en leunt sterk op zijn image. Hij is vooral erg cool en krijgt dan ook alle ruimte om de held uit te hangen tijdens enkele spectaculaire en prima uitgevoerde actiescènes. Vooral tegen het einde krijgt het spektakel de overhand en vliegen de kogels als losse flodders langs je oren. Wie alleen het laatste half uur van de film ziet kan wel eens het idee krijgen dat we hier met een conventionele actiefilm te maken hebben, maar dat is zeker niet het geval. Daarvoor krijg je te veel absurditeiten (door sommige wellicht gezien als gitzwarte humor) op je afgevuurd. Sissy Spacek voorziet deze rauwe ‘mannenfilm’ van een frisse en broodnodige vrouwelijke touch. Naast het acteerwerk maken ook de mooie cinematografie van Gene Polito, de economische montage van Carl Pingitore (‘Dirty Harry’, 1970) en de uitstekende muziek van Lalo Schifrin (die eveneens bekend werd dankzij ‘Dirty Harry’) deze film de moeite waard.

‘Prime Cut’ is een film die in geen enkel hokje past. Genreoverlappend en veel te bizar voor de mainstream. In dat opzicht heeft deze film van Michael Ritchie veel raakvlakken met Terrence Malicks ‘Badlands’ (1973, óók met Sissy Spacek). Maar er is een reden dat veel mensen Malick wél kennen en Ritchie niet. Ritchie was bijzonder productief maar maakte slechts een handje vol goede films (‘The Candidate’ (1972), ‘Smile’ (1975) en ‘The Bad News Bears’ (1976)). ‘Prime Cut’ zou je tot zijn betere werk kunnen rekenen, maar niet iedereen zal deze vreemde film even goed kunnen waarderen. Het script is soms zo bizar dat het de maag doet omdraaien. Vooral vrouwen en dierenliefhebbers zullen het lastig hebben om deze film op zijn merites te kunnen beoordelen. Maar omdat het acteerwerk dik in orde is en ook de technische afdeling goed zijn best heeft gedaan is deze nog geen anderhalf uur durende film voor de neutrale filmliefhebber toch nog goed uit te kijken. ‘Prime Cut’ verdient op basis daarvan dan ook het voordeel van de twijfel.

Patricia Smagge