Prince of the City (1981)

Regie: Sidney Lumet | 167 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Treat Williams, Jerry Orbach, Richard Foronjy, Don Billett, Kenny Marino, Carmine Caridi, Anthony Page, Norman Parker, Paul Roebling, Bob Balaban, James Tolkan, Lance Henriksen, Steve Inwood, Lindsay Crouse, Matthew Laurance, Tony Turco

Soms ziet de Academy of Motion Picture Arts and Sciences een briljant filmmaker gruwelijk over het hoofd. Alfred Hitchcock bijvoorbeeld, de man die de cinema verrijkt heeft met tientallen innovatieve cameratechnieken en het thrillergenre in zijn eentje op de kaart zette, werd bijvoorbeeld nooit beloond met een Oscar. Martin Scorsese, die onvergetelijke films maakte als ‘Taxi Driver’, ‘Raging Bull’ en ‘Mean Streets’, won pas in 2007 zijn eerste Oscar terwijl hij die dertig jaar eerder al had kunnen (en móeten) winnen. Ook Sidney Lumet won het felbegeerde gouden beeldje nooit. Vijfmaal werd hij genomineerd; viermaal voor beste regie (’12 Angry Men’, ‘Dog Day Afternoon’, ‘Network’ en ‘The Verdict’) en eenmaal voor beste script (‘Prince of the City’). Uiteindelijk ontving hij in 2005 een ereoscar voor zijn gehele werk, een soort troostprijs. Desondanks geniet Lumet voldoende erkenning om nog altijd als een van de beste Amerikaanse filmmakers van de twintigste eeuw te worden gezien. En terecht.

In ‘Prince of the City’ gaat het om Danny Ciello (Treat Williams), agent in de special investigations unit van de NYPD. Samen met zijn vier partners is hij ervoor verantwoordelijk drugsbaronnen uit de New Yorkse straten te verbannen. Daarbij gaan ze vaak onconventioneel te werk. Junkies krijgen gratis drugs in ruil voor belangrijke informatie en als een dealer opgepakt wordt en er wordt een hoop geld bij hem gevonden, steken de heren agenten een deel daarvan in eigen zak. Ze vinden dat ze dat in zekere zin wel verdienen, aangezien het werk dat ze doen veel risico’s met zich meebrengt. Wanneer Ciello door Rick Cappalino (Norman Parker) van de FBI wordt benaderd om mee helpen aan een onderzoek naar corruptie binnen de NYPD, zegt hij na lang wikken en wegen toe. Onder één voorwaarde: hij en zijn partners blijven buiten schot. De undercoveractie van Ciello is dusdanig succesvol, dat Parker wordt gepromoveerd en de agent met andere, meer meedogenloze FBI-inspecteurs, onder wie Santimassino (Bob Balaban), te maken krijgt. De sfeer wordt grimmig wanneer zij de belofte breken en Ciello opzetten tegen zijn eigen partners. Die voelen zich natuurlijk door hem belazerd. Want in het politiewereldje geldt: de enige die je kunt vertrouwen is je eigen partner.

‘Prince of the City’ is gebaseerd op een boek van Robert Daley over narcotica-inspecteur Robert Leuci, die net als Ciello undercover ging in opdracht van de FBI. Regisseur Sidney Lumet verwerkte het verhaal samen met Jay Presson Allen (‘Marnie’, ‘Cabaret’) tot een bruikbaar script. De film heeft veel weg van Lumets film ‘Serpico’uit 1973, een eveneens op waargebeurde feiten gebaseerde film waarin Al Pacino een agent speelt die de corruptie onder de New Yorkse politie wil aanpakken. Echter, ‘Prince of the City’ is een betere film. De voornaamste reden hiervoor is dat de hoofdpersoon in ‘Serpico’ een echte held is, terwijl Danny Ciello een veel complexere figuur is wiens motieven tot op het einde onduidelijk blijven. Er wordt bovendien niet voorgekauwd wie en wat goed of slecht is, dus blijft er meer ruimte over voor de eigen interpretatie van de kijker. De manier van filmen van Lumet – die veel gebruik maakt van de verschuiving van het licht gedurende de film (de focus verschuift naar mate de film vordert en de sfeer grimmiger wordt van de drukke, kleurrijke achtergrond naar de beklemmende gezichten van de hoofdpersonen) – maakt van ‘Prince of the City’ een zeer realistische, haast documentaireachtige film.

Lumet maakte voor deze film gebruik van niet minder dan 130 locaties en maar liefst 126 gesproken rollen. Voor de rol van Danny Ciello was aanvankelijk Al Pacino gevraagd, maar die wilde niet een zelfde soort film maken als ‘Serpico’ en haakte af. Treat Williams, die altijd erg ondergewaardeerd is geweest in Hollywood, greep de rol met beide handen aan. Hij speelt een ijzersterke rol waarin hij vele kanten van zijn complexe personage laat zien. Hij begint als de levenslustige, soms wat arrogante agent en liefhebbende huisvader en verandert langzaam in een gebroken man, een wrak die niet meer weet wie hij kan vertrouwen en wanhopig op zoek is naar een ‘vriend’. Deze transformatie gaat heel geleidelijk en slechts in enkele sublieme sleutelscènes zie je als kijker wanneer dat gebeurt. De rest van de gigantische cast wordt bevolkt door een aantal relatief onbekende karakteracteurs en vele onbekende amateurs uit de New Yorkse theaters. Lumet koos hen om alles zo realistisch mogelijk te laten lijken. De bekendste namen uit de cast zijn naast Williams Bob Balaban als de onbetrouwbare Santimassino, Jerry Orbach als Danny’s vriend en college Gus Levy en Lance Henriksen en James Tolkan als openbaar aanklagers Burano en Polito. Met zijn allen vormen deze acteurs een sterk ensemble, al is het vanwege het grote aantal sprekende personages wel even opletten wie wie is.

Het is jammer dat een geweldige film als ‘Prince of the City’ zo onbekend is gebleven bij het grote publiek. Wellicht was het wat dat betreft beter geweest als Al Pacino de hoofdrol wel had gespeeld. Al doet het gebrek aan een grote naam in de cast niets af aan de uitstekende acteerprestaties van de gehele cast maar vooral van Treat Williams, die een rol van formaat neerzet. Dat de film bijna drie uur duurt zou ook een reden kunnen zijn waarom mensen er nooit aan begonnen zijn hen te kijken. Maar wie het geduld kan opbrengen zal worden beloond. ‘Prince of the City’ is een briljante, zeer realistische film die de kijker een confronterende spiegel voorhoudt. Wat zou jij doen als jij Danny Ciello was? Een van de verborgen juweeltjes van de jaren tachtig!

Patricia Smagge

Waardering: 4.5