Prins Claus: Op handen gedragen (2002)
Regie: Michiel van Erp | 85 minuten | documentaire
Ten tijde van zijn dood, op 6 oktober 2002, was Prins Claus het populairste lid van het Koninklijk Huis. En dat terwijl Nederland er aanvankelijk niets van moest hebben dat onze kroonprinses met een Duitser zou trouwen, tweeëntwintig jaar na de Tweede Wereldoorlog. Lang bleef Claus, naar de buitenwereld toe, een schaduwfiguur naast Beatrix. Maar op de achtergrond vervulde hij een belangrijke rol in het leven van Beatrix en dat van hun drie zoons. Daarnaast maakte hij zich onder meer sterk voor ontwikkelingssamenwerking. Toen begin jaren negentig de ziekte van Parkinson bij hem geconstateerd werd, werd Claus een geliefd onderwerp voor de roddelbladen. In de publieke opinie werd hij steeds meer die aardige, maar treurige en kwetsbare man. De laatste jaren van zijn leven wist hij dit beeld echter danig bij te stellen. Door zijn warme betrokkenheid bij het wel en wee van ontwikkelingslanden, zijn openhartige interviews, zijn juridische gevechten tegen onjuiste publicaties in roddelbladen en zijn ludieke, humorvolle acties als protest tegen het strakke keurslijf heeft hij toch nog vele Nederlanders in hun hart geraakt. Het stropdasincident zal velen zijn bijgebleven.
Toen Prins Claus stierf, verloren we allemaal een dierbare. Die collectieve rouw is het onderwerp van de documentaire ‘Prins Claus: Op handen gedragen’ (2002). Regisseur Michiel van Erp werd kort voor het overlijden van Claus door de NOS gevraagd de gebeurtenissen in de aanloop naar de bijzetting van de prins vast te leggen. Begin september werden afspraken gemaakt, begin oktober overleed Claus. Erg veel voorbereidingstijd had Van Erp dus niet. Hij begint zijn film bij de media, die als eerste van het nieuws op de hoogte worden gesteld. Achter de schermen is het enorm hectisch. Hoogwaardigheidsbekleders als Lubbers en Kok worden ingeschakeld om iets over Claus te vertellen. Soms lukt het om ze live in de studio te krijgen, voor anderen – die bijvoorbeeld in het buitenland zitten – moeten allerlei kunstgrepen worden toegepast. Van de prins zelf moet snel allerlei archiefbeeld worden opgezocht. Koningshuiskenner Maartje van Weegen mag alles aan elkaar praten. Dat ze en passant van haar man Joop Daalmeijer, netcoördinator van Nederland 2, een verjaardagscadeau krijgt, mag haar niet van slag brengen. “Als ik nu maar niet ga huilen…,” zegt ze hevig ontroerd tussen de opnamen door.
Niet alleen de media gaan een hectische tijd tegemoet na het overlijden van Prins Claus. Wat te denken van een speciaal aangewezen begrafenisondernemer, die met zijn medewerkers de uitvaart in scène moet zetten? Of de bloemenman, die op zoek moet naar de juiste soort witte gerbera (enkelbladig, zonder zwart hart!) en in een razend tempo al zijn collega’s af moet. De scoutingclub die iedereen die in de rij staat om de prins een laatste groet te brengen een koekje en een bekertje warme chocolademelk aanbiedt. De Oranjevereniging Katwijk, die zijn taak bijzonder serieus neemt en tijdens de vergadering een minuut stilte in acht neemt voor de overleden prins. De programmamaker van de ouderenomroep van Nootdorp, die zijn programmering moet aanpassen en langs de route waar de rouwstoet langskomt verslag doet. De twee dames die langs diezelfde route wonen en in de lijdensweg van de prins parallellen zien met het ziektebed van hun eigen broer. Of jonkheer C. van Eysinga en zijn vrouw, die tot hun grote verdriet niet uitgenodigd worden voor de uitvaart en deze noodgedwongen via de televisie moeten volgen? Hoewel slechts een enkeling van hen de prins persoonlijk kende, hebben ze allemaal het gevoel alsof ze een dierbare zijn verloren.
Michiel van Erp is een meester in het vastleggen van ‘gewone’ mensen in hun eigen ‘gewone’ omstandigheden, die op hun eigen ‘gewone’ manier met het leven omgaan. Hij observeert deze mensen in de manier waarop ze de dood van Claus op hun eigen leven projecteren. Alles gaat bij deze mensen vanuit het gevoel, wat het ontwapenend en oprecht maakt. Van Erp hoeft nauwelijks zijn trukendoos open te doen om de mensen te laten zeggen wat hij ze graag wil horen zeggen. ‘Prins Claus: Op handen gedragen’ biedt niet alleen een boeiend kijkje achter de schermen van een Koninklijke uitvaart, maar geeft ook een innemend beeld van de liefde van de Nederlanders voor hun koningshuis. Daarnaast wordt aangetoond in hoeverre de media invloed heeft op wat het volk beleeft. Van Erp houdt een zwaar thema als rouw luchtig door opmerkelijke karakters – zoals de verslaggever van de ouderenomroep en de verontwaardigde jonkheer en zijn vrouw – in zijn documentaire te betrekken: zij zorgen voor een glimlach. ‘Prins Claus: Op handen gedragen’ is een boeiend inkijkje in het leven van gewone Nederlanders en hoe zij met hun gevoelens omgaan. Wederom een prima staaltje vakwerk van Van Erp, een van de beste documentairemakers van Nederland.
Patricia Smagge