Procès de Jeanne d’Arc – The Trial of Joan of Arc (1962)

Regie: Robert Bresson | 65 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Florence Delay, Jean-Claude Fourneau, Roger Honorat, Marc Jacquier, Jean Gillibert, Michel Herube, André Régnier, Arthur Le Bau, Marcel Darbaud, Philippe Dreux, Paul-Robert Mimet, Gérard Zingg, Yves Le Prince, André Maurice, Donald O’Brien, E.R. Pratt, Harry Sommers, Michael Williams

Ze is het symbool van Frankrijk: Jeanne d’Arc. Een toonbeeld van onverzettelijkheid. Niet iedereen die haar naam kent, weet hoe ze aan haar einde is gekomen. Maar weet je ook nog wat eraan vooraf ging? Jeanne d’Arc is een eenvoudig boerenmeisje. Ze leeft in de Middeleeuwen in de tijd van de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Op een dag hoort ze stemmen. Die geven haar de opdracht om de Franse kroonprins te beschermen en naar Orléans te brengen voor zijn kroning tot koning van Frankrijk. Zij ziet het als een opdracht van God. Jeanne d’Arc vecht vooraan in het leger mee als een man en ze inspireert ridders, boeren en soldaten, kortom, alle Fransen om te vechten voor de vrijheid en hun koning. De stad Orléans wordt bevrijd en ze krijgt de bijnaam ‘De Maagd van Orléans’. Het lukt. De kroonprins wordt gekroond, de Engelsen verslagen. Maar Jeanne d’Arc wordt gevangen genomen door de vijand. Haar koning doet niets om haar te redden. Ze is te machtig, gevaarlijk. En zo eindigt ze op de brandstapel als heks. Ze werd slechts negentien jaar. Pas later krijgt ze erkenning voor haar moed en inzet.

Over het (oneerlijke) proces dat het over lot van Jeanne d’Arc moest beslissen maakte de Franse filmmaker Robert Bresson in 1962 de film ‘Procès de Jeanne d’Arc’. De Inquisitie, de kerkelijke rechtbank, beschuldigde haar van het weglopen uit het ouderlijk huis, het ontkennen van de kerkelijke autoriteit, poging tot zelfmoord (ze had geprobeerd uit de Bourgondische gevangenschap te ontsnappen door uit een toren te springen) en het dragen van mannenkleren. Omdat Jeanne aanvankelijk niets toe wilde geven, viel de gevangenschap haar zwaar. Lichamelijk was ze kapot, geestelijk werd ze gesloopt. Bresson laat haar telkens opnieuw opdraven voor verhoor, om haar daarna weer terug te sturen naar haar cel. Het maakt driekwart van de film monotoon en repetitief; het gerinkel van de kettingen aan haar voeten geeft in feite het ritme van de film aan. Omdat Bresson de feiten zeer droog voorschotelt, gespeend van drama of emotie, is het lastig om mee te leven met Jeanne. De regisseur werkte uitsluitend met amateurs en liet hen niet acteren, maar hun teksten simpelweg ‘opdreunen’. Florence Delay (Carrez), die Jeanne portretteert, is afstandelijk, emotieloos en stoïcijns. Haar neergeslagen ogen verraden echter haar onverzettelijkheid en kwetsbaarheid.

Een historisch verhaal als dit leent zich natuurlijk ook wel voor een afstandelijke benadering. Zie het als een geschiedenisles. Het gaat Bresson hoofdzakelijk om de feiten, emoties doen er voor hem niet toe. Het levert een hyperrealistisch ooggetuigenverslag op van de gebeurtenissen, die misschien juist wel door die broodnuchtere aanpak des te dieper inslaat bij de kijker. Bresson windt er geen doekjes om en brengt het verhaal recht voor zijn raap. Vooral het einde, dat we allemaal kennen, hakt er stevig in. Hard en effectief in al zijn simpelheid. ‘Procès de Jeanne d’Arc’ is een sobere en ingetogen vertelling van de laatste dagen van een legendarische jonge vrouw, de heldin van Frankrijk. Een verhaal dat in een uur en een paar minuten vertelt kan worden – meer tijd had Bresson niet nodig. Hij hoeft dan ook niet onnodig uit te wijden met subplotjes en karakteromschrijvingen. De bijzondere directe stijl van Bresson is misschien even wennen, maar zijn gortdroge benadering zou wel eens de enige juiste kunnen zijn. Een verhaal als dit behoeft ook eigenlijk geen opsmuk – de feiten zijn op zichzelf al dramatisch genoeg.

Patricia Smagge