Prosecutor (2010)

Regie: Barry Stevens | 90 minuten | documentaire

Hij is een man met een missie: Luis Moreno-Ocampo (1952). In 2003 trad de flamboyante Argentijnse jurist aan als aanklager bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Een baan die niemand wilde hebben. Moreno-Ocampo wel. In de jaren tachtig had hij in eigen land naam gemaakt toen hij assistent was van hoofdaanklager Julio César Strassera in de processen tegen de voormalige dictator Jorge Videla en zijn gevolg. Moreno-Ocampo profiteerde vervolgens optimaal van zijn roem, door geruchtmakende zaken aan te nemen. Zo verdedigde hij een priester die verdacht werd van pedofilie. Ook voetbalster Diego Armando Maradona behoorde tot zijn clientèle. Daarnaast verzorgde hij af en toe colleges aan de Harvard University en had hij zijn eigen televisieprogramma op de Argentijnse televisie, waarin hij net als de Amerikaanse ‘Judge Judy’ en onze eigen ‘Rijdende Rechter’ burenruzies en ander klein leed probeerde op te lossen. Een man als hij, die graag in de schijnwerpers staat en ook regelmatig gezien is op jetsetfeestjes, ziet een baantje als aanklager bij het Internationaal Strafhof natuurlijk wel zitten. Hij weet in zijn nieuwe functie in elk geval alle ogen op zich gericht.

Moreno-Ocampo staat constant onder vuur, zo leren uit de informatieve documentaire ‘Prosecutor’ (2010) van de Canadese filmmaker Barry Stevens. Pas vijf jaar na zijn aanstelling vindt het eerste proces van het Internationaal Strafhof plaats, tegen de Congolese militaire leider Thomas Lubanga. Direct gaat het al mis, als een belangrijke getuige (een voormalige kindsoldaat) ineens dichtslaat en medewerkers van de hoofdaanklager elkaar de schuld geven van de ontoereikende voorbereiding. De positief ingestelde Moreno-Ocampo laat zich er niet door uit het veld slaan en vervolgt zijn missie: hij wil justitiële gerechtigheid brengen en zo oorlogsmisdaden tegengaan. Zonder eigen politiemacht staat het Internationaal Gerechtshof echter niet sterk. Ze hebben de macht niet om gedaagden op te pakken en zijn overgeleverd aan de grillen van nationale overheden. Dat veel landen, waaronder grootmachten als de Verenigde Staten, Rusland en China het strafhof niet erkennen, maakt het er niet gemakkelijker op. Ook het feit dat de échte grote vissen – Moreno-Ocampo heeft zijn zinnen onder meer gezet op de Soedenese president Omar Al-Bashir – lastig te vangen zijn, bemoeilijkt het werk van het Internationaal Strafhof. Critici menen dat Moreno-Ocampo met zijn jacht op Al-Bashir een vredesproces in Darfur in de weg zit. Grote vissen als hij zijn volgens hen cruciaal in het proces om conflicten te kunnen beëindigen.

Alle kritiek en tegenslagen lijken Moreno-Ocampo niet te deren. Hij blijft er laconiek onder en vergelijkt zijn werk met dat van een scheidsrechter in een voetbalwedstrijd: ”Die heeft ook geen fans.”” Hij blijft volharden dat zijn visie de juiste is om tot vrede en gerechtigheid te kunnen komen. Zijn college bij het Internationaal Strafhof, de Canadese advocaat Matthew Brubacher, denkt daar heel anders over. Hij is teleurgesteld door de beperkingen waarvoor het Strafhof zich gesteld ziet, deels doordat het geen troepen heeft om bijvoorbeeld de Oegandese rebellenleider Joseph Kony op te pakken. Brubacher besloot om op te stappen bij het Strafhof, om voor de Verenigde Naties te gaan werken in Congo, aan de grens met Oeganda, waar hij nuttiger werk kan doen en Kony meer op zijn huid kan zitten. Eén van zijn eerste acties aldaar heeft direct al effect: we zien hem een groep kindsoldaten redden uit handen van de ‘Lord’s Resistance Army’ van Kony. Het contrast met de ploeterende strijd die Moreno voert, die na vijf jaar nog maar weinig van de grond heeft gekregen, is groot.

Barry Stevens maakte met ‘Prosecutor’ een kritisch en informatief portret van de moeizame eerste jaren van het Internationaal Strafhof, waarbij hij zich in het bijzonder richt op de ijdele aanklager Moreno-Ocampo. Daarbij krijgt hij opvallend veel ruimte. Slechts één keer wordt de cameraman vriendelijk verzocht om te stoppen met filmen. Het levert een onthullende blik op in het leven van Moreno-Ocampo. We mogen zelfs bij hem thuis kijken, in zijn Haagse appartement waar de dvd’s van ‘Law and Order’ opeengestapeld naast de tv liggen. Om zijn film van de nodige backstory te voorzien, blikt Stevens kort terug op het ontstaan van het internationaal strafrecht, met de processen van Neuremberg, kort na de Tweede Wereldoorlog. Critici krijgen ook alle ruimte om hun zegje te doen. Waarom richt het Internationaal Strafhof zich bijvoorbeeld in eerste instantie voornamelijk op Afrika? Juist doordat meerdere kanten van de zaak belicht worden, krijgen we een uitgebreid beeld van hoe de zaken ervoor staan. ‘Prosecutor’ is – net als zijn hoofdpersoon – een boeiende documentaire die genoeg stof tot nadenken biedt.

Patricia Smagge