Pterodactyl (2005)

Regie: Mark L. Lester | 89 minuten | actie, horror, avontuur | Acteurs: Cameron Daddo, Coolio, Amy Sloan, George Calil, Ivo Cutzarida, Steve Braun, Mircea Monroe, Jessica Ferrarone, Danna Lee, Howie Lotker, Duke Faeger, Todd Kramer, David Nykl, Petr Jákl, Mikulás Kren, Rafael Jordan

Bijen, wespen, vogels, mieren, slangen … noem maar op. Het zijn nogal wat diersoorten die het de mensheid met hun boosaardige bedoelingen lastig hebben gemaakt. Ook heeft de fantasie van diverse filmmakers ertoe geleid dat er tal van uitgestorven diersoorten op de proppen kwamen om hun honger met hun menselijke prooien te stillen. In ‘Pterodactyl’ uit 2005 is het de beurt aan de gelijknamige vliegende dinosauriërs die door de warmte van een vulkaan weer na tientallen miljoen jaren weer tot leven worden gewekt.

Benodigd is dus een mooie, uitgestrekte en afgelegen omgeving waar ze hun schrikbewind kunnen uitvoeren. Dat wordt gevonden in de bossen van Turkije. Toevallig zijn hier een stel wetenschappers met studenten op wetenschappelijke expeditie. En al direct valt de maar al te clichématige aanpak op die tal van dit soort films kenmerkt. Naast het feit dat het verhaal zich in een afgelegen omgeving afspeelt en er dus geen hulp in te roepen is, is er sprake van platte en nietszeggende karakters waarvan al vanaf het begin duidelijk is wie de komende ellende zal overleven en wie niet. Temeer daar degenen die naar alle waarschijnlijkheid als vogelvoer zullen gaan dienen nog eens extra onsympathiek worden gemaakt door de ruzies en het onderlinge geharrewar dat ze veroorzaken of door het min of meer sullig gedrag dat ze vertonen. Als daar dan ook nog wat romantische perikelen tussen verschillende personages aan worden toegevoegd is de rolverdeling compleet en het lot dat deze en gene zal ondergaan maar al te voorspelbaar.

Nadat de eerste pterodactyl is opgedoken en de eerste slachtoffers zijn gevallen, hoeven de studenten en hun leraren zich over hun bedoelingen geen illusies te maken. Ze zijn eeuwig hongerig, groot, sterk, uitgerust met scherpe klauwen en snavels. Daarnaast zijn ze snel, opvallend taai en beschikken ook over de nodige intelligentie. Gevaarlijke tegenstanders dus en ons groepje moet dan ook alles op alles zetten om hen voor te blijven. Meerdere achtervolgingen, een hoop geren en geschreeuw en narrow escapes zijn het gevolg, in combinatie met de beelden waarin deze en gene aan de pterodactyls ten prooi valt.

Omdat een herhaling van dit gegeven alleen, zeker bij een groep personages aan wie het nogal aan identificatiemogelijkheden ontbreekt, nog wel eens kan gaan vervelen gooit regisseur Lester er een stel aanvullende ingrediënten in zijn verhaal tegenaan. Een groep terroristen lopen in hetzelfde gebied rond en een stel Amerikaanse soldaten hebben de opdracht de terroristen uit te schakelen, tot de tanden bewapend en met het meest uiteenlopende wapentuig om de nodige confrontaties mogelijk te maken. En jawel: geknok, schietpartijen, door kogels vallende slachtoffers, explosies… het komt in ruimte mate voorbij. Ook zijn er wat aardige speciale effecten van diverse personages die op wat voor manier dan ook met de nodige blood en gore ten onder gaan. Het levert in een aardig tempo wel wat aardige actietaferelen en aanverwante beelden op, maar het kan niet verhullen dat deze film zich in niet veel meer onderscheid van films met soortgelijke uitgangspunten en ontwikkelingen. Het zijn nogal wat kunstmatig bij elkaar geharkte ontwikkelingen in een verhaal dat te veel kanten op wil en daardoor te weinig samenhangend en te weinig overtuigend om niet te zeggen ongeloofwaardig overkomt. En in combinatie met diverse maar al te twijfelachtige ontwikkelingen doet de voorspelbaarheid het entertainmentgehalte van het hele gebeuren ook niet al teveel goed.

Wel is het een en ander aangaande de verschijningen van de pterodactyls, datgene wat deze film het meest de moeite waard maakt, aardig vormgegeven. Op meerdere momenten leuk gedaan, met name in verschillende scènes waarin de veelvuldig en van alle kanten opduikende reusachtige vogels met het steeds verder uitgedunde groepje menselijke karakters gezamenlijk in beeld komen en met hen in gevecht verwikkeld zijn. Dit belet echter niet dat op andere momenten de pterodactyls door hun maar al te duidelijk CGI-gehalte juist nogal twijfelachtig overkomen, evenals hun te ver doorgevoerde schijnbare ongevoeligheid voor de talloze op hen afgevuurde kogels. Niettemin levert het, voor wat betreft de scènes waarin de pterodactyls een rol spelen, als een van de pluspunten van deze productie toch nog wel wat aardige taferelen op.

Weinig verheffend acteerwerk verder. Niet dat de platte en nietszeggende karakters van de ronddolende wetenschapper en zijn studenten de vertolkende acteurs al teveel ruimte geven om te schitteren. Evenmin als dat bij de karakters van de soldaten het geval is. Zij gedragen zich overigens opvallend vaak weinig militair, met name wanneer ze zich steeds weer op open terrein begeven in plaats van in de beschutting van de bosranden te blijven. En de kortstondig in beeld verschijnende terroristen komen in hun gewelddadig en sadistisch gedrag al helemaal stereotiep over. Ook de onderlinge dialogen, voor zover die niet worden gekenmerkt door onderling geharrewar, zijn nogal eens voor verbetering vatbaar en maar al te herkenbaar uit soortgelijke films. Onder de acteurs vinden we weinig bekende namen. Het meest bekend is acteur/rapper Coolio in de rol van de militaire bevelhebber die zich toch wat al te heldhaftig door het verhaal beweegt. Het maakt deze ‘Pterodactyl’ tot een vrij standaard film in het genre waarin al dan niet bovenmatig uitgevallen exemplaren van welke diersoort dan ook hun menselijke prooien in een afgelegen gebied het leven zuur maken. Her en der weliswaar wat aardige plaatjes en ontwikkelingen, maar verder vooral dusdanig clichématig uitgewerkt dat het niet veel verrassingen te bieden heeft.

Frans Buitendijk