Puffball: The Devil’s Eyeball (2007)
Regie: Nicolas Roeg | 120 minuten | horror, thriller, fantasie | Acteurs: Kelly Reilly, Miranda Richardson, Rita Tushingham, Oscar Pearce, William Houston, Donald Sutherland, Leona Igoe, Tina Kellegher, Pat Deery, Elaine Gormley, Suzanne McAuley, Caoimhe McErlean, Declan Reynolds, Dan Weldon
Nicolas Roeg staat bekend om zijn ongewone oeuvre, dat hem de status van cultregisseur opleverde. Met zijn eerste film in tien jaar tijd, levert hij in 2007 een bizarre en onevenwichtige thriller af. ‘Puffball’ is gebaseerd op het boek van schrijfster Fay Weldon en tot scenario bewerkt door haar zoon Dan (tevens tweede unit regisseur). De oorspronkelijke, satirische roman speelde zich af in Somerset, maar de film vindt zijn – overigens prachtige – locatie in Ierland. Hier heeft architecte Liffey (Kelly Reilly) een droomproject gevonden: het ombouwen van een oude, afgebrande cottage. Als ze zwanger wordt van haar vriend Richard (Oscar Pearce), begint haar op te vallen dat haar buren, de familie Tucker, haar wel heel vreemd beginnen te bejegenen. En vreemd zijn ze: oma Molly (Rita Tushingham) probeert via hekserij en rare brouwseltjes haar dochter Mabs (Miranda Richardson) van een zoon te laten bevallen. En Mabs’ drie dochters hebben stuk voor stuk ook eigenaardige trekjes. Zonder te veel van de plot (hoe onzinnig ook) te willen verklappen, hebben de Tuckers veel te maken met de geschiedenis van de afgebrande cottage.
Roeg verklaarde dat de film zich onder andere richt op “moederschap” en kiest daarbij voor ongewone manieren om dat te uiten. Zo wordt een ejaculatie binnen in de baarmoeder van Liffey getoond en heeft de “puffball” (stuifzwam, maar meer een soort van ei) die op een onheilspellende gefilmd wordt op gezette momenten in de film, een foetus binnen in zich. Hiervoor gebruikt Roeg een aparte techniek, die ook in dromen en andere mysterieuze gebeurtenissen terugkomt. Waar er enerzijds een bepaalde spanning wordt opgeroepen door de sfeer, waaronder de beelden en de muziek, wordt die anderzijds teniet te gaan door de vage uitwerking en het plot, dat aanvankelijk intrigerende vragen oproept, maar nergens dieper om ingaat en wat verzandt in een rommeltje. Ook zijn er een paar seksscènes die weinig tot de verbeelding spreken door de ondertoon van dreiging en geweld. Het landschap van Ierland wordt mooi gefilmd door Nigel Willoughby, maar wat allerlei Noorse mythologie met het Keltische verleden van het eiland te maken heeft, is een raadsel.
Reilly doet haar best als de heldin, maar weet door haar passieve en soms vlakke manier van acteren de kijker onvoldoende bij haar ellende te betrekken. Zo wordt het nooit echt boeiend wat er met haar en haar ongeboren vrucht zal gebeuren. Richardson daarentegen, levert een sterke acteerprestatie als de getroebleerde Mabs, die obsessief verlangt naar een zoon en wiens tweede, jonge echtgenoot (William Houston) gevoelig blijkt voor Liffeys dronken avances. Tushingham als moeder Molly slaat wel erg ver door in haar vertolking en is nauwelijks geloofwaardig als de kwade genius waar ze lange tijd voor doorgaat. In een kleine (en feitelijk overbodige) bijrol duikt Donald Sutherland (die met Roeg eerder ‘Don’t Look Now’ maakte) op. Hij speelt Liffeys baas van haar architectenbureau, die ook niet helemaal normaal lijkt en die zich door zijn weinige tekst heen murmelt. Toch is het een bewijs van Sutherlands klasse, dat hij domineert in de handvol scènes waarin hij zit.
De film leunt tegen horror aan, waarbij ‘Puffball’ het van een beklemmende atmosfeer moet hebben en niet op schrikeffecten leunt. Als thriller en horror half geslaagd, voornamelijk door het zwakke scenario. Maar door goed camerawerk, een snuifje sfeer en de aanwezigheid van Richardson en Sutherland – en vooruit, de naam en faam van Roeg, is het een curieuze film geworden, die gemengde gevoelens oproept. Om er één en de belangrijkste te noemen: er had voor het gevoel veel en veel meer van gemaakt kunnen worden.
Hans Geurts
Waardering: 2.5