Pusher (1996)

Regie: Nicolas Winding Refn | 105 minuten | actie, drama, thriller, misdaad | Acteurs: Kim Bodnia, Zlatko Buric, Laura Drasbæk, Slavko Labovic, Mads Mikkelsen, Peter Andersson, Vanja Bajicic, Lisbeth Rasmussen, Levino Jensen, Thomas Bo Larsen, Lars Bom, Michael Hasselflug, Nicolas Winding Refn, Jesper Lohmann, Steen Fridberg

Waar een klein land groot in kan zijn. Denemarken staat niet alleen bekend om het Danish Design, de Kleine Zeemeermin en Lego, maar sinds lange tijd ook als een land dat cinematografisch gezien voor vele hoogtepunten heeft gezorgd in de filmgeschiedenis. Bekendste exponent is regisseur Lars von Trier die internationaal vooral indruk maakte met films als ‘Dogville’ en ‘Dancer in the Dark’. In eigen land behoort von Trier tot een gilde van regisseurs die in 1995 een verbond getiteld Dogma 95 opgericht hebben. De deelnemers hebben afgesproken zich bij het filmmaken aan tien strikte regels (dogma’s) te zullen houden. Deze regels worden opgesomd in het manifest van Dogma 95, en vormen samen De eed van zuiverheid. Deze tien regels komen er eigenlijk op neer dat er een film zo natuurgetrouw moet worden gemaakt door bijvoorbeeld geen speciale belichting, geen rekwisieten en geen optische effecten te gebruiken. De films moeten op locatie opgenomen worden met een handheld camera, oppervlakkige actie is verboden en de film moet plaatsvinden in het hier en nu. Het bekendste voorbeeld van een Dogmafilm is het briljante ‘Festen’ uit 1998.

De Deense Rutger Hauer heet Mads Mikkelsen en is niet alleen in eigen land succesvol, maar ook in Hollywood is hij inmiddels een bekende naam. Zo speelde hij onder andere in ‘King Arthur’ en is hij de schurk met het bloedende oog in ‘Casino Royale’. Ook in ‘Pusher’ speelt hij een klein rolletje als Tonny, een gangster met een kale kop die met grote letters het woord respect in zijn achterhoofd heeft laten tatoeëren.

‘Pusher’ is allesbehalve een Dogmafilm, ondanks dat de film met een handheld camera is opgenomen, maar heeft één ding gemeen met ‘Festen’: ook ‘Pusher’ is een ijzersterke film.

Frank is een dealer, een pusher, die gedurende een kleine week gevolgd wordt tijdens zijn werkzaamheden. Samen met zijn maat Tonny handelt hij verschillende deals af. Tonny en Frank komen over als twee goede vrienden die het leven wel mooi vinden zo. Beetje dealen, beetje drinken en een beetje ouwehoeren over seks en bekende Deense vrouwen. Frank komt op een gegeven moment in contact met een Zweed die 200 gram heroïne nodig heeft en dan moet hij bij Milo, een Servische gangsterbaas, aankloppen zodat die hem de drugs kan voorschieten. Frank wordt echter in de val gelokt door de Zweed en slaat al rennend op de vlucht voor de politie, hij dumpt de drugs in een meertje en wordt opgepakt. Geen drugs, dus geen bewijsmateriaal en hij staat 24 uur later weer op straat. Met een groot probleem, dat wel. Hij heeft én geen drugs, én niet het geld die de drugs hadden moeten opbrengen én hij had ook al een schuld van 50.000 kronen bij Milo en Milo is nu niet het type bij wie je schulden wilt hebben. De dagen erna stelt Frank alles in het werk om al het benodigde geld, 230.000 kronen, (circa € 30.000) bij elkaar te sprokkelen, maar dit blijkt uiteraard niet zo eenvoudig.

Als kijker maak je deel uit van de film, dat is de kracht van ‘Pusher’. De hele film is met een handheld camera opgenomen zodat je bovenop elke scène zit. De beelden zijn her en der schokkerig, je kijkt als het ware over de schouder van Frank mee als hij zijn deals maakt. Hierdoor leef je met Frank mee en ga je je met hem identificeren en kun je sympathie voor hem opbrengen, ondanks dat het eigenlijk helemaal niet zo’n frisse jongen is. De makers van ‘Pusher’ hebben ook goed naar ‘Reservoir Dogs’ gekeken. De dialogen die de gangsters voeren zijn bij vlagen erg hilarisch en gruwelijk tegelijk. Zo vertelt Radovan, een beer van een Serviër, op een gegeven moment aan Frank hoe hij een keer bij iemand z’n knieschijf eruit sneed om daarna met veel enthousiasme te vertellen dat het eigenlijk zijn grote droom is om een shish-kebabtent te openen.

‘Pusher’ heeft een goede spanningsboog, naarmate Frank steeds dieper in de problemen komt wordt de druk bij hem steeds groter en wordt hij meer en meer wanhopig hetgeen zich bij hem uit in abrupte geweldsexplosies. Gedurende de film wordt de sfeer steeds grimmiger en zien we Frank almaar verder richting de afgrond glijden. Ook de gesprekken met Milo worden steeds meer onvoorspelbaar en grilliger en bij Frank worden de duimschroeven steeds harder aangedraaid. Het is interessant om te zien hoe Milo handelt. Frank is in principe zijn vriend, maar als blijkt dat Frank moeite heeft om het geld bij elkaar te sprokkelen verandert Milo van een zwetsend Servisch mannetje in een wrede despoot. Dit is kennelijk inherent aan het gangsterleven; zolang het goed gaat kunnen de gangsters onderling het prima met elkaar vinden, maar zodra het vertrouwen geschaad wordt en er wordt niet betaald veranderen ze in niets ontziende barbaarse beesten die alle gevoel voor redelijkheid hebben verloren en komen de elektriciteitsdraden en de betonscharen tevoorschijn. Juist dit aspect, de constant aanwezige dreiging van extreem explosief geweld maakt ‘Pusher’ tot een uitermate spannende film.

Voordat een nieuwe dag begint komt eerst de naam van de dag in beeld zodat goed weergegeven wordt wat de tijdsspanne is. Milo zegt namelijk elke keer tegen Frank dat hij morgen toch echt het geld wil hebben. Door het tonen van de dagen wordt er een goede dynamiek gecreëerd die de problemen van Frank alleen maar realistischer maken.

‘Pusher’ is een voortreffelijke film van Europese bodem, dat betekent dus geen happy-Hollywood- end, maar een ietwat duister en verwarrend einde dat uiteraard niet verklapt zal worden, maar wel erg nieuwsgierig maakt naar de opvolgers ‘Pusher II’, en ‘Pusher III’.

Hendrik Dijkhuis