Qissa: The Tale of a Lonely Ghost (2013)

Regie: Anup Singh | 109 minuten | drama, fantasie | Acteurs: Irrfan Khan, Tillotama Shome, Rasika Dugal, Tisca Chopra, Faezeh Jalali, Sonia Bindra

Toen in 2014 bekend werd gemaakt dat ‘Qissa’ op het Internationaal Film Festival Rotterdam (IFFR) als openingsfilm zou dienen, waren er veel gefronste wenkbrauwen te bespeuren. In een editie waarin ook films als ‘Her’ (Spike Jonze, publieksopening), ‘Starred Up’ (David Mackenzie) en ‘The Selfish Giant’ (Clio Barnard) hun Nederlandse première beleefden, was de keuze voor vreemde eend ‘Qissa’ een gewaagde. Niet alleen vanwege het gebrek aan bekendheid, maar ook omdat de film verre van conventioneel is. Dat is op zichzelf natuurlijk geen reden om een film te passeren ten faveure van meer roemruchtige werken. Maar dan moet de uitvoering ervan wel in orde zijn.

‘Qissa’ opent in het Pakistaanse Punjab, net als het in Nederland bekendere Kashmir, een door twee volkeren betwiste streek. Het leven voor de inwoners is zwaar, als gevolg van de onafhankelijkheidsoorlog die er woedt. Blauwe kleurtinten verraden de somberheid die in de streek overheerst. Uiteindelijk zijn de bewoners genoodzaakt het gebied van hun grootouders te verlaten en naar het Indiase gedeelte van de provincie te verhuizen. Het leven ziet er daar aanvankelijk een stuk rooskleuriger uit. Migrant Irrfan (Irrfan Khan) heeft er een nieuw en welvarend bestaan opgebouwd als eigenaar van een houtkaporganisatie en woont met zijn gezin in een riante villa. Gele kleuren voeren er de boventoon. Na drie dochters gekregen te hebben, heeft de sikh dan ook de verwachting dat zijn zwangere vrouw ditmaal een zoon zal baren die de familiedynastie voort zal kunnen zetten. Wanneer het kind, Kanwar genoemd, geboren is, kan de man zijn geluk niet op. Maar het geslacht van het jongetje is zo eenduidig nog niet.

Thematisch gezien brengt ‘Qissa’ hier veel. De genderperikelen van Kanwar (Tillotama Shome) zeggen veel over de rol van de vrouw in het streng patriarchale India. Zonder mannelijke opvolging is de familielijn gedoemd, vrouwen hebben daar geen invloed op. Maar meer nog dan dat, zegt de film hier iets over hoe geslacht identiteitsbepalend is. Kan een vrouw een man worden doordat ze simpelweg zo gevormd wordt door de maatschappij of spelen genetische kenmerken de hoofdrol? Op dit persoonlijke vlak is ‘Qissa’ op zijn best, omdat de filosofische en biologische bespiegelingen meer emotionele en inhoudelijke diepgang geven dan alleen de sociaal-culturele. Door de vorm van een familiegeschiedenis te hanteren, ontstaat een mooie paradox die dat idee versterkt. Want juist door die familiegenen los te laten, kan Kanwar de familiestamboom voortzetten. De keuzes die de familie maakt, hebben levensgrote impact.

Dat de maakbare mens geen toekomst heeft, wordt duidelijk wanneer Kanwar wordt uitgehuwelijkt aan een zigeunerdochter van een werknemer van de houtkapperij. De problemen die daaruit ontstaan, nopen Kanwar letterlijk het evenbeeld van haar vader te worden. De enige oplossing is dus haar hele eigen identiteit uit te wissen en te stoppen met zijn. Blauw neemt dan het kleurenpalet weer geleidelijk over. De keuzes van de strenge vader Irrfan hebben al die jaren nergens toe geleid. De familie-identiteit heeft geen thuis meer. Stukgelopen tussen Pakistan-India enerzijds en een man-vrouwdichotomie anderzijds lijkt de toekomst een afgelopen en eerloze zaak. De splitsing van Punjab in twee delen heeft de onmogelijkheid van het bestaan voor de inwoners ervan blootgelegd. Aan lot en afkomst valt niet te ontsnappen.

Het is veel wat ‘Qissa’ hier over de toeschouwer uitstrooit. Misschien zelfs te veel. De vele noodzakelijke tijdssprongen hebben tegelijkertijd als effect dat de familie nooit helemaal eigen wordt en langdradigheid op de loer ligt. De afstand naar de moeilijk doorgrondbare personages, Kanwar voorop, wordt daardoor nooit helemaal overbrugd. Dat komt mede doordat de protagonist aanvankelijk zo passief, deterministisch en identiteitsloos wordt neergezet, dat de speelbal van haar vader zelf weinig inhoud krijgt. Kanwar spreekt zich bijvoorbeeld zo weinig uit, dat het op den duur hinderlijk wordt. Omdat het perspectief van de film in eerste instantie bij deze geslachtambigue ‘zoon’ ligt, wordt de film nooit de echte karakterstudie die het wil zijn. Eerder zijn de personages fletse concepten die, versterkt door het tamelijk levenloze acteerwerk, het verstoorde identiteitsproces in Noord-India moeten weergeven. Doordat de film zo veel tegelijkertijd wil behandelen, was ten behoeve van overzicht en betrokkenheid een meer persoonlijke aanpak meer gewenst geweest.

‘Qissa’ is uiteindelijk een zeer interessante en gewaagde film die niet overal even goed uit de verf komt. Moedig was het dus ook van het IFFR om met ‘Qissa’ te openen. Maar ‘Qissa’ is een film die oproept tot inhoudelijke reflectie. Precies zoals het hoort. Evenwel een goede keuze dus.

Wouter Los

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 6 november 2014