Rain Dogs – Tai yang yue (2006)

Regie: Ho Yuhang | 93 minuten | drama | Acteurs: Choon Wai Kuan, Yasmin Ahmad, Wing-Hong Cheung, Thian See Chua, Fooi Mun Lai, Berg Lee, Yoke Lan Lee, Wai Hung Liu, Norkhiriah, Amri Ruhayat, Pete Teo

Net als in Ho Yuhangs film uit 2003 genaamd ‘Min’ is ‘Rain Dogs’ een zich langzaam voortbewegend drama met een desolate sfeer en een hoofdpersonage dat op een persoonlijke en emotionele ontdekkingsreis zal (moeten) gaan. In tegenstelling tot ‘Min’ echter, is de ontwikkeling van de hoofdpersoon duidelijk aanwezig en is deze voor de toeschouwer interessant en herkenbaar genoeg om, ondanks de vrij stoïcijns opererende Tung (Kuan Choon Wai), toch een band met het hoofdpersonage te vormen. De film heeft ook een tastbare, weemoedige sfeer, versterkt door de melancholische, minimalistische pianomuziek.

Een van de muzikale nummers in de film heet heel toepasselijk “I Feel Like a Motherless Child’ en op die wijze beweegt Tung zich ook in het verhaal voort. Na eerst herenigd te zijn met zijn broer in de grote stad, Kuala Lumpur, en daarna bruut van hem gescheiden te zijn door diens dood, is Tung op zichzelf aangewezen, aangezien zijn vader al vroeg overleden was en zijn moeder niet echt naar hem omkijkt. Hij gaat bij een tante op het platteland wonen, waar hij zich op een gegeven moment tegen grote jongens staande weet te houden en met een pistool leert schieten van zijn oom. Ook belangrijk, hij zet eerste, voorzichtige schreden op het pad van de liefde, al gaat dit niet veel verder dan het kopen van een onschuldig kettinkje en achterop de brommer zitten bij het meisje van zijn voorkeur.

De scènes met het meisje Hui bezorgen de film wat warmte en lucht, wat erg welkom is gezien de normaal gesproken wat drukkende sfeer. Niet dat het meteen positief en sentimenteel wordt, maar een simpel moment op een basketbalveld waarbij Tung terloops laat vallen dat zijn vader op vroege leeftijd was overleden en Hui hem woordeloos, maar met compassie aankijkt terwijl hij met de bal over het veld slentert doet veel om de schijnbare band tussen het tweetal onderling en met de kijker te versterken. En ook al is de moeder van Tung meestal niet bijzonder hartelijk, een scène waarin zij op bed ligt en vertelt waarom de manier waarop Tung op het bed zit haar aan zijn vader doet denken, is mooi ongedwongen en intiem, en suggereert dat er toch een meer tedere, sympathiekere kant aan zijn moeder, of hun relatie zit, die alleen jammer genoeg in het dagelijks leven zelden de kans krijgt om aan de oppervlakte te komen.

Het trage tempo van ‘Rain Dogs’, gecombineerd met de tamelijk expressieloze hoofdrolspeler, vergt soms enig doorzettingsvermogen, maar de meditatieve sfeer, de mooie natuurbeelden en de uiteindelijk bevredigende ontwikkeling van Tung maken de film zeker de moeite waard.

Bart Rietvink