Rampage: Big Meets Bigger (2018)

Recensie Rampage: Big Meets Bigger CinemagazineRegie: Brad Peyton | 108 minuten | actie, avontuur | Acteurs: Dwayne Johnson, Naomie Harris, Malin Akerman, Jeffrey Dean Morgan, Jake Lacy, Joe Manganiello, Marley Shelton, P.J. Byrne, Demetrius Grosse, Jack Quaid, Breanne Hill, Matt Gerald, Will Yun Lee, Urijah Faber, Bruce Blackshear, Jason Liles

Met een ondertitel als ‘Big Meets Bigger’ is Dwayne ‘The Rock’ Johnson de man die je moet hebben! En als je het uitgangspunt van ‘Rampage’ hoort – met drie uit de kluiten gewassen monsters die losgaan in Chicago – is Johnson ook ongeveer de enige die de kijkers naar de bioscopen (of de dvd-winkels in) kan lokken. Met zijn onnavolgbare combinatie van charme, knipogende humor, kont trappende kwaliteiten, een snufje geloofwaardigheid – hoe belachelijk het concept van de film ook is – en natuurlijk zijn indrukwekkende verschijning wil je bijna elke film wel het voordeel van de twijfel geven. Kunnen we alleen van deze film genieten als we onze brain at the door achterlaten en gewoon alles over ons heen laten komen? Doen we, Dwayne! Dus, hup, die bak popcorn op schoot en gaan met die onzin!

Is het interessant om te vertellen dat ‘Rampage’ een videogame-bewerking is? Neu, niet echt. Nou ja, misschien zet het wel bepaalde dingen in perspectief. In die game was het namelijk de bedoeling om zoveel mogelijk verwoesting aan te richten en speelde je als één van de drie monsters: een enorme gorilla, wolf of hagedis-achtig beest. Dus als je je tijdens het kijken van de film afvraagt waarom de (andere) personages niet of nauwelijks uitgewerkt zijn en het alleen om de monsters en hun vernielzucht lijkt te draaien… dan heb je helemaal gelijk! En het is dan dus een geval van de filmmakers die trouw zijn gebleven aan de bron. Of dit een goede keuze was, laten we (nog) even in het midden.

‘Rampage’ doet eigenlijk best veel dingen goed. Te beginnen met het casten van Dwayne Johnson in de hoofdrol. Maar ook Naomie Harris als sidekick-wetenschapper en Jeffrey Dean Morgan, die zijn rol van Negan in ‘The Walking Dead’ dunnetjes over doet als agent Harvey Russell, zijn welkome aanvullingen op de cast. Malin Akerman en met name Jake Lacy daarentegen zijn tenenkrommend als de op geld beluste schurken die achter het DNA van de monsters aan zitten. Maar het is niet alleen de acteurs aan te rekenen: ze moeten wat zien te maken van belabberd geschreven personages, te flauw en cartoony voor woorden. Als ze snorren hadden gehad hadden ze eraan gedraaid; het zijn nog net geen (film)nazi’s.

Maar we waren bezig met het opnoemen van de dingen die ‘Rampage’ goed doet. Het meest in het oog springend is de eigenlijke hoofdrolspeler van de film: albino gorilla George. Deze is prachtig uit de computer getoverd en heeft gezichtsuitdrukkingen en gedragingen die hem echt een persoonlijkheid geven. Dat niet alleen, maar zijn relatie met Davis Oyoke (Johnson) is zelfs nog bijna oprecht ontroerend te noemen.

Dan zijn er ook nog een paar spannende of indrukwekkende set pieces. Zoals het begin van de film waarin een vrouwelijke astronaut in een brandend ruimteschip een stel wetenschappelijke samples moet zien te redden terwijl ze wordt achtervolgd door een gemuteerde rat. Ja, dat is veel informatie om te verwerken, en het lijkt te overdreven om effectief te zijn, maar het is verrassend spannend. Onder andere omdat het beest lange tijd niet in beeld komt maar je wel zijn aanwezigheid voelt.

Ironisch genoeg – gezien het type film dat ‘Rampage’ is – is dit gegeven ook de reden van de spanning bij de introductie van een gemuteerde wolf niet veel later. Wanneer een stel geharde militairen de wolf op moet jagen, maar de rollen op het punt staan omgedraaid te worden, weet je niet wat te verwachten. Waar komt de wolf vandaan, hoe zal hij aanvallen, en hoe groot is hij precies? En weet de ijzervreter die de leiding heeft misschien nog iets van een deuk in een pakje boter te maken of is het na twee tellen al einde verhaal?

Vervolgens is er een over-de-top scène met George in een vliegtuig dat minutenlang aan het neerstorten is terwijl iedereen met elkaar op de vuist gaat en voor zijn leven vecht. Een opwindend stukje actiecinema.

Ja, en dan is er natuurlijk het gedeelte van de film waar iedereen op wacht: het moment dat alle drie de monsters – vertellen hoe ze zo monsterlijk groot zijn geworden doet bijna niet terzake – in Chicago aankomen en alles kort en klein gaan slaan. Hier zitten wel degelijk wat money shots tussen, maar gek genoeg is dit allemaal minder boeiend dan je zou denken. Niet dat het saai is, maar het had beter kunnen zijn. Hier zijn verschillende redenen voor.

Om te beginnen is ongeveer de helft al in de trailer getoond. Vervolgens is de computeranimatie niet bij alle creaturen even top notch, wat ook geldt voor het green screen werk in sommige scènes. Ook is het zo dat veel van de vecht- en vernielchoreografie wel wat inspirerender had gekund. Het kan met de camerastandpunten te maken hebben, waardoor je er niet altijd middenin staat, of door het overmatig gebruik van slow motion, waarmee het minder echt lijkt en meer een show.

Het is ook een kwestie van been there done that. We hebben al zoveel gezien, in de Jurassic-, Transformer-, Avenger- en King Kong-films, dat we toch een beetje blasé zijn geworden als kijkers en filmmakers echt met iets nieuws moeten komen om te kunnen verrassen. Daarbij zijn de overeenkomsten met andere films wel erg on the nose. De manier waarop de vliegende wolf door wolkenkrabbers vliegt doet denken aan de invasie van New York in de eerste ‘Avengers’-film. Een shot van het hagedis-achtige zeemonster dat uit de rivier gedoken komt en een straaljager te grazen neemt, lijkt één op één gekopieerd uit ‘Jurassic World’, waarin de Mesosaurus een zelfde actie liet zien. En als King Kong een vijand met een bus weg knuppelt, krijg je een ‘Pacific Rim’-flashback. Hoewel het hier wel weer goed werkt en een beetje WWF-humor in de film brengt. (Iets wat The Rock vast kan waarderen.)

Als dit laatste gedeelte van de film nog een stukje succesvoller was geweest, had ‘Rampage’ nog een echte aanrader kunnen zijn, nu is het allemaal net niet genoeg. Daarbij helpt het overigens ook niet dat er ineens een wat al te serieuze toon om de hoek komt kijken, wanneer er verschillende menselijke slachtoffers (weliswaar overlevenden) worden getoond, die tussen het puin en de stofwolken van de neergestorte flatgebouwen worden afgevoerd. De bedoeling was misschien goed: ook aandacht schenken aan de gevolgen voor de (gewone) mensen, voordat er weer allerlei kritiek komt van de moraalridders die de vernielzuchtige superheldenfilms te onverantwoord vonden. Maar het gevolg is nu dat een niets-aan-de-hand popcornfilm ineens associaties oproept met 9/11.

Nu is ‘Rampage’ niet het type film dat bestemd is voor grootsheid, maar het had zeker een mooi zelfbewust b-film spektakel kunnen zijn. Daarvoor is de film echter net een tikkeltje te serieus, ongeloofwaardig en heeft de film té nietszeggende personages. De menselijke dan. George zelf mag best nog een keer terugkomen. Als ie eerst even wat scriptschrijvers in de houdgreep neemt…

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 12 april 2018
DVD- en blu-ray-release: 12 september 2018