Rebels of the Neon God – Qing shao nian nuo zha (1992)

Recensie Rebels of the Neon God CinemagazineRegie: Tsai Ming-liang | 107 minuten | misdaad, drama | Acteurs: Chen Chao-jung, Jen Chang-Bin, Lee Kang-sheng, Lu Yi-Ching, Miao Tien, Wang Yu-Wen

De Taiwanese tiener Hsiao-Kang voert een eenzaam en onbegrepen leven. Zijn overbezorgde moeder verwart liefde met opdringerigheid. Zijn vader, een hardwerkende taxichauffeur, laat hem grotendeels met rust. Beiden bedoelen het zo slecht nog niet, maar doordat echte genegenheid ontbreekt, verzanden al die bedoelingen in niemandsland. Op school is hij niet meer dan een nummer, een spookgedaante tussen alle andere anonieme schimmen. Thuis heerst onverbiddelijke verveling. Elke dag begint het hoofdstuk weer opnieuw. Moet er niet meer in het leven zijn dan dit geestdodende gevangenschap, zo vraagt de jongen zich constant af.

Het idee van een in onafhankelijkheid gedrenkte vrijheid heeft echter ook zijn keerzijdes, zo bewijst de iets oudere Ah Tze. De jonge man slijt zijn dagen in één van de vele speelhallen van de Taiwanese hoofdstad Taipei. ’s Avonds gaat hij er met zijn beste vriend op uit om openbare telefooncellen van hun geld te ontdoen. Ouders zijn niet in beeld, betaald werk een hinderlijke onderbreking van zijn vrije tijd. Hij woont in een vervallen appartement, dat om de haverklap met water volstroomt. Dat hij geen deel uitmaakt van de maatschappij, deert hem nauwelijks. Waarom iemand zijn, als de maatschappij een niemand van je maakt. Zijn onbekommerde en antiautoritaire houding tegen alles wat anders is, resulteert er in dat bij hem eveneens de eenzaamheid overheerst. Vrijheid is een verraderlijke zinsbegoocheling. Ook Ah Tze zit gevangen in uitzichtloosheid.

Zo schakelt ‘Rebels of the Neon God’ heen en weer tussen twee uitersten van een generatie die zoekende is naar de zingeving van het bestaan. Het verschil met de generatie daarvoor, vol harde werkers, lotsbestemmingen en een vast vertrouwen in het (bij)geloof, is groot. Maar dat betekent niet meteen dat jongeren enkel lui, onverschillig en zedeloos zijn. De waarheid ligt, zoals altijd, ergens in het midden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de beeldvoering van ‘Rebels of the Neon God’. De camera draait vrijwel de gehele film stationair op de achtergrond. Het doel is om te registeren, niet om te dirigeren. De schuldvraag ligt derhalve helemaal open. Generaties veranderen, simpelweg omdat de tijd hen daartoe dwingt. Hoe harder de oudere generaties hun best zullen doen om alles bij het oude te houden, hoe harder de jongeren daar tegenin zullen gaan. In dat zicht kan ‘Rebels of the Neon God’ gezien worden als een modernere, Taiwanese variant van de al even noodlottige James Dean-klassieker ‘Rebel without a Cause’.

In het generatieverschil, dat zich ook tussen tiener Hsiao-Kang en de iets oudere Ah Tze manifesteert, huist een beklemming waar moeilijk aan te ontsnappen valt. Het is net als de regen, die in ‘Rebels of the Neon God’ onherroepelijk blijft vallen. Zolang de tijd voort blijft gaan, zal er neerslag uit de hemel neerdalen. Misschien een niet al te optimistische insteek, maar filmmaker Tsai Ming-Liang, die met ‘Rebels of the Neon God’ zijn debuut maakte, brengt het met de grootste ontroering. Meesterlijke film.

Wouter Los

Waardering: 5

Bioscooprelease: 4 augustus 1994
Bioscooprelease: 10 januari 2019 (re-release, digitaal gerestaureerd)