Red de jungle – Sauvages (2024)

Recensie Red de jungle (Sauvages) CinemagazineRegie: Claude Barras | 87 minuten | animatie, familie | Nederlandse stemmencast: Anna-Marie Missoul, Mieke Laureys, Mona Van Den Eeden, Finn Van Dijck, Jenne Decleir, Marit Stocker, Jos Dom, Kaspar Schellingerhout, Vicky Florus, Peter Decroubele, Flo Van Pelt, Pieter-Jan De Smet

Acht jaar werkte de Zwitserse filmmaker Claude Barras aan een opvolger van zijn bejubelde debuut ‘Ma vie de courgette’ (2016). Acht jaar waarin hij zich weer met veel liefde, geduld en toewijding stortte op die tijdrovende animatietechniek die zijn hart gestolen heeft (en die van ons ontegenzeggelijk ook): stopmotion. Eerst moeten de personages en de decors gecreëerd worden, vervaardigd uit siliconen of met behulp van een 3D-printer. Alsof dat nog niet genoeg monnikenwerk is, moeten vervolgens de scènes beeldje voor beeldje worden vastgelegd. Als Barras vijf seconden film per dag kon opnemen, was het veel. Maar het resultaat is zo verbluffend, dat hij er graag flink wat bloed, zweet en tranen tegenaan gooide om ‘Red de jungle’ (‘Sauvages’, 2024) te kunnen voltooien. Het is een film die, ondanks dat hij zich aan de andere kant van de wereld afspeelt, persoonlijker is dan ooit voor de filmmaker. Barras liet zich inspireren door het leven van zijn grootouders, die begin 20e eeuw geboren werden in de Alpen en nauw verbonden waren met de natuur. Ze haalden niet alleen hun voedsel uit de natuur, maar maakten daarnaast zelf meubels en gereedschappen en leefden afhankelijk van de seizoenen een semi-nomadisch bestaan. Een leven dat in het westen inmiddels ver van ons afstaat.

‘Red de jungle’ speelt zich af in Borneo, het eiland in zuidoost Azië dat deels bij Maleisië hoort en deels bij Indonesië. Tienermeisje Kéria groeit op in een van de steden op het eiland. Haar moeder behoorde tot de inheemse Penan-stam, maar is enige tijd geleden overleden. Kéria leeft samen met haar vader Mutang, een Fransman die werkzaam is in de palmolie-industrie die een steeds steviger stempel drukt op de flora en fauna op het eiland en daarmee komt ook het voortbestaan van de Penan onder druk te staan. Nadat Mutangs collega’s op de palmolieplantage een moeder orang oetan in koelen bloede doodschieten, redden Kéria en haar vader haar babyaapje van een gewisse dood. Ze nemen het diertje mee naar huis, waar Kéria al snel de moederrol op zich neemt. Ze doopt het aapje Oshi (want zo klinkt het als het diertje niest). Maar dan komt Kéria’s jongere neefje Selaï, die in de jungle woont, langs. Zijn ouders hebben hem naar de stad gestuurd, zodat hij kan leren lezen en schrijven. Het botert niet echt tussen de twee en wanneer ze ruzie krijgen vlucht Selaï het oerwoud in, met in zijn kielzog Oshi. Kéria moet er noodgedwongen achteraan om haar aapje terug te krijgen, maar ze voelt zich als stadsmeisje niet op haar gemak in de wilde natuur, waar ze geen bereik heeft met haar mobieltje.

In de jungle, die Barras fantastisch tot leven weet te wekken in beeld én geluid, loert natuurlijk gevaar. Maar de ‘sauvages’, de ‘wilden’ uit de originele titel (de Nederlandse vertaling dekt de lading helaas totaal niet) zijn niet de dieren in de jungle, al zijn er natuurlijk giftige slangen die je kunnen bijten en panters die op je loeren. De ‘wilden’ zijn ook niet de inheemse stammen, die weliswaar een andere taal spreken en andere gewoonten en gebruiken hebben, maar eigenlijk vooral gerespecteerd en met rust gelaten willen worden. Nee, het échte gevaar schuilt in de industriëlen en politici, die met hun onophoudelijke ontbossing voor financieel gewin voor verwoesting, dood en verderf zorgen. Daar komt Kéria snel genoeg achter. Eenmaal aangekomen bij de Penan, leert ze hoe de inheemse bevolking al generatie op generatie in harmonie leeft met Moeder Natuur. Selaï vertelt haar legendes en wijze lessen over de jungle, die hij van zijn grootvader leerde. Kéria, wier verbintenis met de Penan lang geleden wegebde na het overlijden van haar moeder, herontdekt haar roots en ervaart ze van dichtbij hoe de Penan een voortdurende strijd leveren om te kunnen overleven.

De zoektocht van het meisje naar haar eigen identiteit en haar persoonlijke ontwikkeling, worden door Barras op een heel natuurlijke wijze verbeeldt. Je zou het een alternatieve versie van de traditionele coming-of-age thematiek kunnen noemen. Dat is één laag waarop ‘Red de jungle’ uitstekend werkt. Maar deze film is tegelijkertijd een hartverwarmende oproep dat we zuinig moeten zijn op onze natuur, omdat ze kwetsbaar is en steeds meer onder druk komt te staan. Tegen het einde toe wordt de toon zelfs activistisch, waardoor de urgentie van de boodschap die Barras uit wil dragen niet meer te ontkennen valt: als we niet snel in actie komen, dan is het te laat. Dat zijn zware thema’s voor een animatiefilm, maar we hebben met ‘Ma vie de courgette’ al gezien dat Barras zich daar wel raad mee weet en dit soort thema’s op empathische en ontroerende wijze weet uit te werken. Bovendien weet hij die belangrijke boodschap te verpakken in een wonderschone film, waarin hij met veel kleur en oog voor detail Moeder Natuur in al haar pracht laat stralen. Het is verbluffend hoe de Zwitserse filmmaker de jungle van Borneo tot leven weet te wekken, niet in de laatste plaats door de prachtige, realistische ‘soundscape’ waardoor al je zintuigen ‘aan’ gaan.

Claude Barras vindt dat succesvolle animatiefilms – vooral die uit Amerika – vooral gericht zijn op entertainment en ergert zich daaraan. Waarom zouden we moeten wegkijken van de problemen in de wereld? Onze kinderen zijn de toekomst, dus moeten we hen júist laten zien wat er gaande is. Op zo’n manier dat ze het begrijpen, maar tegelijkertijd ook de ernst ervan inzien. In zijn aanpak is Barras uniek. En het mooie is, het levert ook nog eens prachtige kunstwerkjes op. Want na ‘Ma vie de courgette’ is ook ‘Red de jungle’ weer een pareltje in zijn genre. Een film die je aan het denken zet, terwijl je je verwondert over dit huzarenstukje van stopmotiontechniek.

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 6 februari 2025