Redbad (2018)

Recensie Redbad CinemagazineRegie: Roel Reiné | 160 minuten | actie, avontuur, drama | Acteurs: Gijs Naber, Loes Haverkort, Lisa Smit, Britte Lagcher, Renée Soutendijk, Teun Kuilboer, Søren Malling, Huub Stapel, Peter Faber, Nienke Brinkhuis, Egbert Jan Weeber, Camilla Gotlieb, Jack Wouterse, Peter Faber, Tibo Vandenborre, Aus Greidanus, Martijn Fischer, Mark van Eeuwen, Flor Decleir, Birgit Schuurman, Pieter Embrechts, Jonathan Banks

Roel Reiné heeft het aardig voor elkaar. Zowel in eigen land als in de VS lukt het hem prima om zijn boterham te verdienen met het maken van films. De in Eindhoven geboren scenarioschrijver en regisseur brak in 1999 door met ‘The Delivery’, een actiekomedie met in de hoofdrol Fedja van Huêt die hem meteen een Gouden Kalf voor beste regisseur opleverde. In 2005 stak Reiné de Atlantische Oceaan over voor een avontuur in Hollywood. Na een paar jaar ploeteren, kreeg hij een carrière van de grond als regisseur van actiespektakels, die meestal direct op dvd uitgebracht werden – denk aan sequels als ‘Death Race 2’ (2010) en ‘The Scorpion King 3: Battle for Redemption’ (2011) – maar die wel genoeg geld in het laatje brachten om een eigen studio aan huis te laten bouwen. Op een gegeven moment voelde Reiné dat hij klaar was voor een volgende stap; hij keerde tijdelijk terug naar Nederland om het historische epos ‘Michiel de Ruyter’ (2015) te draaien. Dat bleek een film die deuren opende, want ineens werd Reiné gevraagd om een aantal afleveringen van de televisieserie ‘Inhumans’ (een project van Marvel Comics) te regisseren. Ook in Nederland zit hij niet stil, want na ‘Michiel de Ruyter’ stortte de ambitieuze filmmaker zich op een volgend actiespektakel rond een historische held: ‘Redbad’ (2018) oftewel Radboud, de legendarische koning der Friezen. Naar verluidt volgt hierna ook nog een film over Willem van Oranje, zodat Reiné zijn vaderlandse trilogie compleet heeft.

Het is het jaar 700 na Christus. Noord-Europa is verdeeld in twee werelden: boven de rivieren leven de Friezen (ook bekend als de ‘vrije mensen’), Saksen en Denen; ten zuiden van de rivieren heersen de Franken, die zich ten doel hebben gesteld heel Europa te veroveren. Ze zetten daarbij een nieuw wapen in om de heidenen te onderwerpen (het christendom) en azen op het belangrijkste handelscentrum van Europa (Dorestad), waar de Friese koning Aldigisl (Huub Stapel) regeert. Diens zoon Redbad (Gijs Naber) twijfelt aan de heidense rituelen van zijn volk. Hij komt in conflict met zijn vader als zijn geliefde Fenne (Lisa Smit) wordt aangewezen om geofferd te worden aan de goden. Tijdens het offerritueel vallen de Franken onder leiding van de meedogenloze koning Pepijn (Jonathan Banks) Dorestad binnen. De Friezen raken de stad kwijt en vluchten naar Wijnaldum. Redbads oom Eibert (Derek de Lint) grijpt de macht en beschuldigt Redbad van de nederlaag en de dood van zijn broer. Vastgebonden op een vlot wordt Redbad de zee opgeduwd om te sterven. Wonderbaarlijk genoeg weet hij de tocht echter te overleven en hij spoelt aan in Denemarken, waar Vikingkoning Wiglek (Søren Malling) hem aarzelend onder zijn hoede neemt. Nadat Redbad hen helpt een aanval van de Zweden af te slaan, trouwt hij met Wigleks dochter Frea (Loes Haverkort). Als ze samen terugkeren naar Dorestad, ontdekken ze dat Redbads zus Sinde (Britte Lagcher) is uitgehuwelijkt aan de wrede Karel Martel (Tibo Vandenborre), de zoon van Pepijn. Als hij ziet hoe ze door priester Willibrord (Jack Wouterse) met geweld wordt bekeert, zweert hij haar te bevrijden. Maar daar heeft hij de hulp van het Friese leger, dat nu geleid wordt door zijn neef Jurre (Teun Kuilboer) bij nodig. Maar of de Friezen sterk genoeg zijn om de indrukwekkende strijdmacht van de Franken te verslaan…?

‘Redbad’ is een spektakelfilm zoals die nog niet vaak zijn gemaakt in Nederland. Met een beperkt budget van ‘slechts’ zeven miljoen euro creëerde Reiné een reeks veldslagen compleet met zwaardgevechten en onthoofdingen, waarin mannen én vrouwen strijden (lees: beuken en rossen) voor wat ze waard zijn. De actiescènes zien er gelikt uit, net als de aankleding van het geheel, al had er best wat minder gebruik kunnen worden gemaakt van slow motion (dat trucje kennen we na twee keer nou wel). Reiné weet op een handige manier te verbloemen dat hij net wat minder figuranten tot zijn beschikking had als de beelden ons willen doen geloven. ‘Redbad’ wil heel veel vertellen en neemt daar ook uitgebreid de tijd voor, want de film duurt maar liefst twee uur en veertig minuten. Maar het is wel héél veel wat we op ons bord krijgen: het schuldgevoel, de verbanning en vervolgens de wederopstanding van Redbad zelf, maar ook de interne strijd binnen het Friese rijk, de oorlog met de Franken, de gedwongen bekering tot het christendom, de aan de grillen van de psychopaat Karel Martel overgeleverde zus die gered moet worden en dan zijn er ook nog twee vrouwen die van hem houden. De overvolle plot wordt op de kijker afgevuurd als een pijl die richting de vijand geschoten wordt; tijd om even op adem te komen is er niet. Dat het historisch verre van accuraat is, scharen we voor het gemak maar onder de noemer ‘artistieke vrijheid’; kwalijker zijn de reuzensprongen die hier en daar in de tijd worden gemaakt, de gebrekkige dialogen en de merkwaardige manier waarop er met taal wordt omgegaan (de Friezen spreken Nederlands, maar zowel de Franken als de Denen praten Engels, op de religieuze types na; Frea pakt als Deense het Nederlands wel érg snel op, en spreekt dan ook nog zonder accent).

Het niveau van het acteerwerk loopt sterk uiteen. Gijs Naber draagt de film met verve; hij is geloofwaardig als dappere strijder die er een vooruitstrevende kijk op nahoudt. Naber is haast onherkenbaar met zijn lange manen, grove rossige baard, holle ogen en diepe groeven in het gezicht. Hij weet precies de juiste toon te raken. Op dat taaldingetje na is Loes Haverkort ook prima, net als Smit en Kuilboer. Beduidend minder presteren de ervaren rotten in het vak. Jack Wouterse lijkt zo uit de Efteling te zijn weggelopen, want hij heeft meer weg van een trollenkoning dan van priester Willibrord. Banks, ster uit de hitserie ‘Breaking Bad’, oogt mat en lijkt op de automatische piloot te spelen – dat zelfde geldt overigens voor Derek de Lint – en Renée Soutendijk als kruidenvrouwtje maakt soms rare sprongen en is onmogelijk om te peilen. Tibo Vandenborre heeft de pech dat zijn personage wel erg eendimensionaal is – namelijk in en in slecht – daar valt geen eer aan te behalen. De Deense acteur Søren Malling is gelukkig wel een klein lichtpuntje als de integere Deense koning die de verstekeling Redbad onder zijn vleugels neemt.

Maar het is niet zozeer het onevenwichtige acteerwerk waar ‘Redbad’ onder gebukt gaat, maar het bombast en de overdaad waarmee Reiné zijn film heeft doorspekt. Alle aspecten zijn te zwaar; het bomvolle scenario, de stevig aangezette veldslagen, de hevig aanzwellende en constant aanwezige muziek, de dialogen die het effect van de beelden teniet doen. Nuance en subtiliteit is ver te zoeken en dat is jammer, want we hadden het lef van Reiné om zo’n groots spektakel bij de horens te vatten graag willen belonen met een hoop sterren. Het is Naber met zijn evenwichtige performance die de film nog enigszins overeind houdt. Hij en de gelikte gevechtscènes en dito sets, decors en kostuums trekken ‘Redbad’ na 160 lange minuten dan toch over de streep.

Patricia Smagge

Waardering: 2

Bioscooprelease: 28 juni 2018
VOD-release: 15 augustus 2018 (exclusief bij Pathé Thuis)
DVD- en blu-ray-release: 18 oktober 2018