Rembrandt, schilder van de mens (1957)
Regie: Bert Haanstra | 19 minuten | documentaire |
‘Rembrandt, schilder van de mens’ is een wereld van verschil met Haanstra’s documentaire ‘Nederlandse beeldhouwkunst in de late Middeleeuwen’ die hij zes jaar eerder produceerde. Net als in die film maakt Haanstra nu louter gebruik van de kunstwerken zelf om zijn verhaal te vertellen, maar in tegenstelling tot die eerdere documentaire, heeft hij nu daadwerkelijk een verhaal te vertellen. Bovendien is de film dit keer ook nog eens visueel aantrekkelijk en biedt de wijze waarop alles in beeld is gebracht duidelijk een meerwaarde. De shotkeuzes dragen bij aan de vertelling zelf, wat de documentaire op interessante wijze verlevendigt.
Om te beginnen is het werk van Rembrandt op zich al wonderschoon. En wanneer er verhelderende uitleg bijkomt van de commentaarstem vallen de kijker daarnaast nog nuances en bijzondere eigenschappen van Rembrandts werk op. Wanneer er verteld wordt over Rembrandts interesse in het schilderen van de mens in al zijn gemoedstoestanden, vaak gebruik makend van “sterk dramatische gebaren”, valt dit de kijker ook nadrukkelijk op in de hierop volgende schilderingen. Duidelijk wordt nu hoe goed de schilder eigenlijk is in het vastleggen van de emoties van de mens, en de extreme close-ups van (gedeeltes van) zijn schilderijen laten zien hoe gedetailleerd de gezichten en handen van Rembrandts onderwerpen geschilderd zijn, met elk kleinste rimpeltje of groefje zichtbaar. Verbazingwekkend. En de structuur en kleur van de huid is zo levensecht dat het net is alsof je naar een foto zit te kijken.
De kijker krijgt informatie over veertig jaar liggend tussen Rembrandts eerste en laatste zelfportret, van zijn eerste grote opdracht voor het Chirurgeins Gilde in Amsterdam – een schilderij van professor Tulp tijdens de anatomische les – wanneer hij zijn naam voorgoed vestigt en bekendheid zal gaan genieten als portretschilder, via de ontmoeting met zijn toekomstige vrouw Saskia van Uylenburgh, één van de vele vrouwen die Rembrandt heeft geschilderd, tot aan zijn meesterwerk ‘De Nachtwacht’.
Leuk is hoe er door middel van slimme montage en close-ups op energieke verbeeldingen van belangrijke momenten uit Rembrandts leven plaatsvinden. Vele shots en tegenshots zorgen er bijvoorbeeld voor dat het net is alsof Rembrandt blikken uitwisselt met zijn vrouw Saskia of zijn schoondochter Hendrickje Stoffels. Naast de invloed van persoonlijke omstandigheden op de onderwerpen in zijn werk, zien we Rembrandt zelf, middels zijn zelfportretten ook van gemoedstoestand veranderen, wat hem tot een waarlijk personage maakt in zijn eigen levensverhaal.
Wonderschoon is de serie overvloeiers aan het einde van de film die vele zelfportretten van Rembrandt in elkaar doen “morphen”. Zo geleidelijk en subtiel gebeurt dit, dat het op een gegeven moment net is alsof we een werkelijk op film vastgelegde Rembrandt zijn wenkbrauwen zien optrekken. Rembrandt veroudert voor de ogen van deze kijker in het slot van deze zowel qua inhoud als vorm fascinerende documentaire over het leven van Nederlands grootste schilder.
Bart Rietvink