Repulsion (1965)

Regie: Roman Polanski | 100 minuten | drama, horror, thriller | Acteurs: Catherine Deneuve, Ian Hendry, John Fraser, Yvonne Furneaux, Patrick Wymark, Renee Houston, Valerie Taylor, James Villiers, Helen Fraser, Hugh Futcher, Monica Merlin, Imogen Graham, Mike Pratt, Roman Polanski

Deze film van regisseur Roman Polanski gaat over de jonge Carol Ledoux (Catherine Deneuve) die met haar zus Helen in een klein appartement woont. Polanski laat geen tijd verloren gaan om aan te geven dat Carol zich niet op haar gemak voelt. Ze staart herhaaldelijk afwezig voor zich uit, het gaat niet goed op haar werk, ze vermijdt sociale contacten, accepteert de vriend van haar zus niet, reageert afwijzend op avances en sluit zich krampachtig af voor mannen en alles wat met seks te maken heeft. Het is duidelijk dat Carol de wereld om haar heen niet aankan. Iets dat Polanski van het begin af aan benadrukt door zijn camerawerk. Close-ups van Carols gezicht worden afgewisseld met datgene wat ze ziet en meemaakt. Dit verhaal wordt vanuit Carols gezichtspunt verteld en door haar onzekere en angstige gezichtsuitdrukkingen blijkt dat ze meeste ontwikkelingen om haar heen als negatief of bedreigend ervaart, en dat het vooral de emotionele afhankelijkheid van haar zus is waardoor ze geestelijk nog enigszins op de been blijft.

Wanneer Helen met haar vriend op vakantie gaat en Carol alleen in hun flat achterblijft, heeft ze geen houvast meer en begint ze haar toch al geringe greep op de werkelijkheid te verliezen. Nadat Carol van haar werk is weggestuurd sluit ze zich onder invloed van haar fobieën op in haar flat en trekt zich steeds verder terug in zichzelf. Ze doet de gordijnen dicht, doet de deur niet open, geeft aan de telefoon geen antwoord, snijdt later ook de telefoonlijn door en barricadeert de deuren, alles om de buitenwereld uit te sluiten. Wanneer de laatste banden met de buitenwereld zijn verbroken is haar geestelijk verval niet meer te stoppen en krijgt ze last van waanvoorstellingen. Ze ziet scheuren in de muren ontstaan, uit de muren komen handen die haar vastgrijpen, ze ziet een snelle glimp van een vage donkere gestalte in een spiegel… Het zijn relatief simpele effecten waar regisseur Polanski gebruik van maakt, maar ze zijn in hun werking wel effectief. Mede door de zwart-wit beelden waarin deze productie gefilmd is, een juist gebruik van licht en donker en schaduwen komt er door Polanski’s aanpak in de toch al donkere flat een niet alleen claustrofobische en duistere, maar een ook herhaaldelijk deprimerende sfeer tot stand. Een sfeer waarin de angst waarin Carol leeft en de geestelijke chaos waarin ze verkeert duidelijk voelbaar overkomt. En al is het overheersend besef aanwezig dat Carol ver heen is en dat ze hulp nodig heeft, leidt Polanski’s aanpak er toe dat ook de kijker de voor Carol negatieve ontwikkelingen in meer of mindere mate als bedreigend ervaart.

Ook in dit latere stadium maakt Polanski effectief gebruik van de camera om dit te bereiken. Er worden personen en dingen vervormd weergegeven, er wordt langzaam in- en uitgezoomd, er worden aparte camerahoeken gehanteerd… Ook maakt Polanski handig gebruik van symboliek om Carols geestelijk verval te benadrukken. De scheuren in de muren, de steeds grotere chaos waarin Carols flat daadwerkelijk verandert… het is symbolisch voor haar eigen geestelijk verval, evenals bijvoorbeeld de rottende aardappels en het konijnenkadaver die tussentijds in beeld komen en er steeds grotesker uitzien. Daarnaast is het spaarzame gebruik van muziek opvallend. Slechts bij een paar gebeurtenissen, meestal gekoppeld aan schrikeffecten, wordt er gebruik van gemaakt van plotselinge en luide geluidseffecten. Verder is het vooral stilte wat de klok slaat. Carol beweegt zich in haar flat meestentijds zowel in ledigheid als in stilte zwijgend door het beeld, zonder dat er van dramatische of trieste muziek gebruik wordt gemaakt om de tragiek van het hele gebeuren te benadrukken. Wel worden er herhaaldelijk lichte huiselijke en ook onbestemde geluiden losgelaten die met de alom aanwezige stilte des te veelzeggender en indringender overkomen. In zekere zin schrijnender ook, met name in de al dan niet ingebeelde verkrachtingsscènes die in beeld wordt gebracht. Al straalt Carol niets dan doodsangst en weerzin uit, we horen haar zelfs hier geen geluid meer maken, ze kan de optredende verschrikkingen nog slechts in geluidloze ontzetting ondergaan.

Met het bovenstaande resulteert Polanski’s aanpak in een overtuigende, indringende en op meerdere onderdelen beangstigende weergave van een proces van mentaal verval. Een proces van isolatie, eenzaamheid, ledigheid en afschuw dat geleidelijk ook overgaat in geweld en dat Carol uiteindelijk in een staat van totale fysieke bewegingsloosheid brengt. Polanski weet er effectief mee in te spelen op de eigen angst voor geestelijk verval en diverse andere angsten van de kijker. Dit ondanks het gebrek aan identificatiemogelijkheden met zijn vrouwelijke hoofdpersoon. Carol biedt weinig herkenningspunten en wellicht was dit voor het medeleven van de kijker voor verbetering vatbaar geweest. Dat het Polanski toch lukt om Carols aftakeling aangrijpend weer te geven getuigt des te meer van de geslaagdheid van de overige onderdelen van zijn opzet. Wat wel onduidelijk blijft zijn de oorzaken voor Carols gedrag en hoe het zo ver heeft kunnen komen. Een veelzeggende suggestie is weliswaar de foto die in de laatste scène van deze film in beeld wordt gebracht, maar een daadwerkelijke verklaring blijft achterwege. Ook is het moeilijk voor te stellen dat de mensen in Carols omgeving blijkbaar nooit iets noemenswaardigs vreemds aan haar gedrag is opgevallen. En de manier waarop de meeste mannen in dit verhaal worden afgeschilderd komt te eenzijdig en te overtrokken over, hoewel dit zich binnen Polanski’s opzet wel beter leent om de diverse ontwikkelingen in zijn verhaal vorm te geven.

Keurig acteerwerk van de diverse betrokkenen bij deze productie. De destijds 21-jarige Deneuve levert wellicht een van de beste optredens in haar carrière af en weet de aandacht goed vast te houden ondanks dat ze zich zonder tekst door het grootste deel van de film beweegt. Met haar lichaamstraal en afwezige, apathische, emotieloze maar ook angstige en bezeten tot maniakale gezichtsuitdrukkingen weet ze de geestelijke chaos waarin haar personage steeds verder wegzinkt goed weer te geven en de aandacht vast te houden. Ook geslaagde ondersteunende rollen van de andere acteurs, hoewel ze in vergelijking met Deneuve’s optreden relatief kort zijn. En Polanski zelf heeft met deze productie een van de opvallendste films in zijn carrière afgeleverd. In later jaren heeft hijzelf het bestempeld als een licht amateuristische film die ook in technisch opzicht wat slordig of goedkoop overkomt. Inderdaad komen diverse latere films van Polanski in technisch opzicht geslaagder over, maar de manier waarop de regisseur wat dit betreft zijn ‘Repulsion’ destijds heeft vormgegeven draagt wel des te meer bij aan de sfeer in deze film. En zijn vakmanschap blijkt er hoe dan ook onmiskenbaar uit. Polanski’s ‘Repulsion’ is, ook zoveel jaar na de totstandkoming ervan, nog steeds overtuigend en komt voor degenen die er voor open staan even indringend over als toen het geval geweest moet zijn en kan daarmee tot een van de meest opvallende producties in dit genre gerekend worden.

Frans Buitendijk