Ride, Rise, Roar (2010)

Regie: Hillman Curtis | 83 minuten | muziek, documentaire | Met: David Byrne, Lily Baldwin, Layla Childs, Mark De Gli Antoni, Brian Eno, Paul Frazier, Red Ray Frazier, Graham Hawthorne, Kaissa, Natalie Kuhn, Nomie Lafrance, Jenni Muldaur, Annie-B. Parson, Mauro Refosco, Steven Reker, Sonya Robbins    

‘Ride, Rise, Roar’ is een nieuwe concertfilm met in de hoofdrol David Byrne, frontman van de New Yorkse post-punk / new wave band Talking Heads, die furore maakte op het einde van de jaren 70 en het begin van de jaren 80. Als er een ding duidelijk wordt uit deze nieuwe opnames, dan is het wel dat Byrne ook zonder zijn vroegere bandgenoten prima uit de voeten kan. Letterlijk dit keer!

Voor de concertreeks waarop deze film gebaseerd is schakelde Byrne namelijk de hulp in van enkele choreografen, die hij al enige tijd stiekem adoreerde als onderdeel van het publiek tijdens dansvoorstellingen. Het resultaat is een geheel andere kijk op de muziek die Byrne door de jaren heen maakte, want nummers als ‘Once in a Lifetime’, ‘Road to Nowhere’ en ‘Burning Down the House’ zijn nu ware theaterstukjes geworden. Stelt u zich daar echter niet al te zware kost bij voor, want ondanks de wat theatrale dansstijlen die langskomen blijft het concert een feest voor het oog. De match die er gemaakt wordt door de abstracte bewegingen van de dansers en danseressen sluit naadloos aan op de hoekige wave die Byrne uit zijn gitaar tovert.

Een gitaar overigens, die zelden zo zuiver klonk. Natuurlijk wordt Byrne als frontman bijgestaan door ervaren sessiemuzikanten en is het dan al vlug makkelijk uitpakken met z’n allen, maar desalniettemin klinken de nummers alsof iedere noot duizend keer gerepeteerd is. Voor sommige muziekstijlen zou dat wellicht gekunsteld gaan klinken (een live-optreden van wijlen Jimmy Hendrix zou er zwaar onder lijden), maar in het geval van de afstandelijke en minimalistische funk van Byrne voegt het vooral een element van gewichtigheid toe.

Tel daarbij op dat de dansers en muzikanten bovendien worden bijgestaan door een op de seconde afgestemde lichtshow en je hebt een totaalpakket van jewelste. Byrne zou echter zichzelf niet zijn als er niet ergens een element van vervreemding in de show zou schuilen en dus is het podium dan weer opvallend kaal en behoud je het hele concert lang het gevoel alsof iemand vergeten is alle losse kabels op te bergen. Juist het feit dat iedere vorm van spektakel ontbreekt zorgt voor een strakke show die weer eens wat anders is dan de gebruikelijke opsmuk van live-registraties.      Ten slotte mag u zich ook nog verheugen op een kijkje achter de schermen, allemaal gefilmd in sfeervol zwart-wit. Tussen de nummers door maken we zodoende kennis met de choreografen die hun danskunsten aan de concerten mochten verlenen en leren we wat meer over de gedachten achter de bewegingen. Ook komt pop-veteraan Brian Eno (hij werkte mee aan het meest recente album van Byrne) nog even langs voor een praatje, maar ondanks de legendarische status van de man voegt dit verder weinig interessants toe.

Laat dat echter de pret niet drukken, want het moge duidelijk zijn: ‘Ride, Rise, Roar’ is een verfrissende kijk op de muziek van de voormalig Talking Heads frontman, die een juiste balans weet te vinden tussen experiment en stijl. Verplichte kost voor zowel Talking Heads fans als verzamelaars van concertregistraties.

Sander Colin