Rize (2005)

Regie: David Lachapelle | 85 minuten | documentaire | Met: Ms Prissy, Swoop, El Nino, Daisy, Big X, La Nina, Quinesha, Tommy the Clown, Lil Tommy, Larry, Lil C, Dragon, Tight Eyez, Baby Tight Eyez

‘Rize’ is een succes omdat de film op zijn minst de volgende twee dingen doet met de toeschouwer: Ten eerste vervult de film de kijker met hoop vanwege de sociaal-psychologische functie die uitgaat van de hyperenergieke dansstijlen “clowning” en “krumping”. De dansvormen bieden een geweldloze uitlaatklep voor de in de ghetto’s levende jongeren van Los Angeles, waar vrijwel de enige alternatieven gangs en/of drugs zijn. Ten tweede is het bij het verlaten van de bioscoop gewoon ontzettend moeilijk om kalm weg te lopen en niet in een persoonlijke krump of clownsessie uit te barsten. De vitaliteit en intensiteit van de dansers spatten gewoonweg van het scherm en het is onmogelijk om je ogen af te wenden van al die fascinerende bewegingen die ze maken.

Dit levert soms eigenaardige taferelen op, vooral in de agressiever ogende krumping-variant. Dansers die lijken te struikelen, continu op en neer stuiteren, half aan een omstander hangen, in een hek springen, of hun lichaam in een razend tempo heen en weer of naar voren en achteren bewegen. Maar boeiend is het altijd. En het is altijd de “juiste” manier, simpelweg omdat het pure, ongemedieerde bewegingen zijn. Ze komen voort uit het binnenste van de betreffende persoon en worden niet geremd door (dans)conventies of enig gevoel van schaamte of onzekerheid.

Juist deze volkomen overgave aan het onderbewustzijn en emoties die via woorden niet of nauwelijks te uiten zijn, geeft de bewegingen zo’n expressief en waardevol karakter. Woede, verdriet, vreugde, liefde…alles kun je terug zien in de dansuitingen. Soms is het net ballet, dan weer lijkt het op een straatgevecht en af en toe is het alsof de dansers bezeten zijn. En inderdaad, spiritualiteit speelt vaak een grote rol. We zien enkele dansers in een kerk of gebedsruimte krump- of clownachtige bewegingen uitvoeren, en de moeder van één van de hoofdpersonages geeft aan dat zij eigenlijk hetzelfde doet in haar gebedssessies als haar zoon met zijn dansroutines op de (fictieve) dansvloer. Toen ze haar zoon voor het eerst zag krumpen, dacht ze dat hij aan één of andere gevaarlijke drug zat (immers, het ziet er soms net uit alsof de dansers met hun vingers in het stopcontact zitten) maar later begreep ze het en zag ze de gelijkenis. Zoals ze zelf zegt: “I get krumped before God”.

De ontstaansgeschiedenis van deze dansstijlen is zowel bijzonder als bijzonder amusant. Het is dat je weet dat het echt gebeurd is (tenminste, dat nemen we maar even aan); anders zou je het als een goede grap afdoen. Onwaarschijnlijk, maar waar. Thomas Johnson kwam, zoals vrijwel iedereen in deze buurten, in aanraking met drugs en belandde zo in de gevangenis. Hij zag het als een tweede kans en besloot wat van zijn leven te maken en wilde vooral anderen behoeden voor foute keuzes. Op een dag werd hem gevraagd om in clownskostuum op te treden op het verjaardagsfeestje van één van de buurtkinderen, en Tommy gaf er vervolgens een heel eigen draai aan. Hij werd de eerste hip hoppende clown, en werd hiermee zo populair dat hij een school oprichtte: “Tommy’s Hip Hop Clown Academy”. Het is prachtig om hem in vol ornaat bezig te zien op de feestjes, met enthousiast meewerkende en –dansende kinderen en verbaasde omstanders. Het mooiste was dat hij merkte dat de kinderen naar hem luisterde, bijvoorbeeld wanneer hij ze meedeelde dat hij geen gangkleuren wilde zien of dat ze meer aan school moesten doen. Tommy werd als een vader voor de arme zwarte en latinokinderen uit de buurt.

Clowning werd steeds populairder en er ontstonden vele clownsgroepen. Op een gegeven moment waren er zoveel als vijftig verschillende groepen. Van “Just Clowning” tot “The Rice Track Clowns”. En iedereen, groot, klein, dik, dun, jong, oud, kan meedoen. Grappig is de zwaarlijvige “cereal man” die rondloopt met een doos cornflakes op zijn rug. Na verloop van tijd ontstond de wat rauwere krumping variant, als tegenreactie op clowning. Wedstrijden werden talrijker en grootser, met als hoogtepunt de spectaculaire battles tussen krumpers en clowns in grote sporthallen, waarvan we er in de film één te zien krijgen.

Zoals gezegd zijn het zowel de adrenaline opwekkende dansscènes als de positieve aard en historische achtergrond van deze dansroutines die de grote kracht van de film vormen. En het is alleen al op basis van deze elementen dat ‘Rize’ het kijken (en de prijs van een bioscoopkaartje) waard is. Ondanks de slechte omstandigheden in hun leven buiten de danspartijen om, blijven de clowners en krumpers hoop houden. Schrijnend is hier het moment na de grote wedstrijd wanneer Tommy the Clown’s huis is leeggeroofd, en er tegelijkertijd twee jonge dansers op straat zijn neergeschoten. Ellende alom, maar de betrokkenen verwerken het in hun muziek en dans, en niet met geweld of drugs.

Het is alleen jammer dat de film een beetje te ver doorschiet in het benadrukken van deze positieve betekenis en aard van de dansvormen. De dansvormen zijn als een geloof voor de betrokkenen, iets waar ze zich in kunnen uiten en aan kunnen optrekken. Het is niet simpelweg een trend. Dit wordt in het begin van de film verkondigd, en is een belangrijk punt, maar de film komt hier keer op keer op terug, met als gevolg dat je als kijker behoefte krijgt aan andere ideeën en invalshoeken. Juist door op dit punt te blijven hameren valt het gebrek aan diversiteit op. Ook krijgt het iets dwingends en kunstmatigs als de boodschap steeds expliciet verwoord wordt door de betrokkenen, vaak met een wat gekunsteld, poëtisch taalgebruik, terwijl het er nu juist om gaat dat we dit via de bewegingen zelf meekrijgen.

Een ander punt is de authenticiteit of legitimiteit van de documentaire zelf. De film wil namelijk een oprecht beeld geven van deze fenomenen en ontwikkelingen en wil hun oorsprong of intentie niet verloochenen. Echter, het gebruik van door de filmmakers zelf toegevoegde muziek en het besef dat Lachapelle clipregisseur is, doen de kijker vermoeden dat het in ieder geval deels te doen is om het bekend maken van deze nieuwe dansstijlen om zodoende wel degelijk een nieuwe (commerciële) trend in de muziek/danswereld introduceren. Dit wringt enigszins met de opmerking van enkele krumpers dat het bij hun dansstijl niet om commercie gaat.

Veel doen deze kritiekpunten echter niet af aan de kracht van de film. De film heeft uiteindelijk misschien niet zo erg veel te zeggen en is voor een gedeelte op te vatten als een lange videoclip of infomercial, maar dat mag de pret niet drukken. Waren alle clips maar zo inspirerend en opwindend als ‘Rize’.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 13 oktober 2005