RoboCop (1987)

Regie: Paul Verhoeven | 102 minuten | actie, misdaad, science fiction, horror | Acteurs: Peter Weller, Nancy Allen, Daniel OHerlihy, Ronny Cox, Kurtwood Smith, Miguel Ferrer, Robert DoQui, Ray Wise, Felton Perry, Paul McCrane    

Verhoevens grote doorbraak in Amerika was ook meteen zijn eerste buitenlandse project. Het was ergens een logische en noodzakelijke stap. In Nederland kreeg hij niet de erkenning en mogelijkheden die hij verdiende en dus moest hij zijn geluk maar elders beproeven. Met Robocop liet hij de wereld zien dat men niet om hem heen kon. Zijn naam was meteen gevestigd. Robocop werd een grote hit aan de kassa, en was daarnaast ook nog eens een kritisch succes.

De film is qua structuur en vorm wellicht vergelijkbaar met de gemiddelde actiethriller, maar heeft hiernaast nog een satirische ondertoon, en raakt vraagstukken aan over identiteit en de menselijke natuur. Laat je niet misleiden door de cheesy titel en slagzin van de film: dit is meer dan een hersenloze actiefilm.

De film is doordrongen van satirische humor, vooral centrerend rond de kapitalistische consumptiemaatschappij en hoe alles te koop lijkt te zijn (een terugkomende reclameslogan is: “I’d buy that for a dollar”). Wat betreft de privatisering van verschillende overheidsinstanties is de toekomstvisie van de film bijzonder actueel. Zo begint de film met een grappig reclamespotje waarin een “arts” het nieuwste model sporthart aanprijst (“remember: we care”). En dat er aan geweld en oorlog geld verdiend wordt is geen nieuw gegeven, maar een familiespelletje waarbij het erom gaat elkaars land met kernbommen te bekogelen (“Nukem: get them before they get you”) is nou niet echt subtiel te noemen (tegelijkertijd bericht het nieuws over de echte nucleaire wapens van het Afrikaanse land Pretoria).

Degene die achter Robocops creatie zit, Richard Morton, is ook niet bepaald fijngevoelig. Nadat er net een medewerker tijdens de presentatie van een nieuw soort orderobot met kogels is doorzeefd, waardoor Morton groen licht krijgt voor zijn alternatieve Robocop-project, zegt hij slechts: “(Het is) het leven in de grote stad”. Voor de agent die onderdeel wordt van zijn creatie heeft hij al net zo weinig respect: hij wordt louter gedreven door geld en (hoop op) succes. Hierdoor hebben wij als toeschouwer ook geen respect voor hem. Voor Murphy daarentegen, hebben we des te meer sympathie. Hoewel we maar weinig tijd met hem doorbrengen voor zijn fatale ongeluk, zien we dat het een goede man is. Bovendien is zijn einde zo gruwelijk dat we vanzelf sterk met hem gaan meevoelen.

De manier waarop we kennis maken met zijn Robocop-persona zorgt ook voor sympathie bij de toeschouwer. De eerste momenten dat hij wordt geactiveerd maken we alleen mee via point-of-view shots: we zien alles door zijn ogen, vanuit zijn vizier (vergelijkbaar met ‘The Terminator’). We zien de gezichten van zijn makers groot in beeld komen, terwijl ze nog wat aan hem knutselen, en droge tests uitvoeren. Ze besluiten onder andere dat zijn nog intact zijnde arm toch maar vervangen moet worden door een mechanische. Dit alles zorgt ervoor dat we ons sterk identificeren met Robocop, en dat hij meteen al (of nog steeds) menselijk is in onze ogen, terwijl het juist de mensen om hem heen zijn die robots lijken. Deze subjectieve cameravoering zorgt er ook voor dat het lang een mysterie blijft hoe Robocop er uit zal gaan zien, wat voor een goede spanningsopbouw zorgt. We moeten net zo lang wachten als de agenten in de film voor we zijn volledige verschijning kunnen zien.

De zoektocht naar Robocops persoonlijke identiteit is een belangrijk element in de film, hoewel er niet heel veel mee gedaan wordt. Net als in ‘Bladerunner’ wordt er gesuggereerd dat iemands herinneringen (gevoelsmatig of rationeel) en verleden zijn of haar persoonlijkheid of identiteit bepalen. Oftewel, je bent, wie je bent geweest. Aan het einde van de film, na enige reconstructie van zijn verleden, neemt hij zijn oude naam (en identiteit) weer aan: Murphy. En net als in Frankenstein draait het hier om de verantwoordelijkheid die de schepper voor zijn denkende en voelende creatie heeft, en de rebellering van de creatie tegenover zijn maker. Er komt ook karakteristieke iconografie uit Frankenstein in de film voor: Robocop die zichzelf in een stuk spiegel bekijkt, en een klein meisje die de hand van Robocop vastpakt. Een moment dat veel zegt over zijn identiteitscrisis, is de confrontatie met één van zijn moordenaars. Wanneer deze onverlaat vol verbazing zegt dat hij hem al vermoord had, reageert Robocop met de woorden: “Who are you?”, waarmee hij eigenlijk zegt: “Who am I?”.

Het acteerwerk is solide, waarbij vooral de perfect gecaste Ronnie Cox als oude OCP-vice-president Dick Jones, en Kurtwood Smith als Robocops nemesis Clarence Boddicker opvallen. De actie is, hoewel adequaat, niet erg opwindend (meer) te noemen en verschilt in zijn vorm weinig van andere (sf-)actiefilms. De thematiek, de satirische humor en het acteerwerk zorgen er echter voor dat de film de tand des tijds goed kan doorstaan.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 8 oktober 1987