Rocky Balboa (2006)

Regie: Sylvester Stallone | 102 minuten | actie, drama, sport | Acteurs: Sylvester Stallone, Burt Young, Milo Ventimiglia, Geraldine Hughes, Antonio Tarver, James Francis Kelly III, Tony Burton, Henry G. Sanders, Talia Shire, Michael Ahl, Marvin Beck, Frank Bednarz, A.J. Benza, James Binns, Ron Borges, Angela Boyd, Livingstone Bramble, Michael Buffer, Tim Carr, Joe Cortez, Sal Darigo, Peter Defeo, Tony Devon, Nancy de Zutter, Lou DiBella, Jacob Duran, Bernard Fernández, Barney Fitzpatrick, Gavin Lindsay Goode, Rick Guzman, Frank Hansen, Norman Horton, Kevin Iole, Charles Johnson, Michael Wingate Jones, Max Kellerman, Brian Kenny, Jim Lampley

Het nieuws dat er nu een zesde Rocky-film gemaakt is, zorgt ongetwijfeld voor gemengde reacties. Schamper gelach over de creatieve armoede in Hollywood. Gevatte grappen over hoeveel ronden deze film overeind zal blijven. En dan de onvermijdelijke verwijzingen naar Stallone’s leeftijd en zijn falende carrière. Tegelijkertijd komen er voor de kenners van de Rocky films vrijwel zeker gevoelens van nostalgie naar boven. De bekende Rocky tune wordt geneuried, herinneringen aan tegenstanders als Mr. T en Dolph Lundgren worden opgehaald, en zonder twijfel vinden er de verplichte imitaties van Stallone’s “Adrian”-dialogen plaats. Rocky Balboa blijft toch een beetje ieders favoriete held: de wat dommige, sympathieke vechter die de Amerikaanse Droom waarmaakt door van een nul uit te groeien tot een ster.

Kortom, een nieuwe film over Rocky gaat gepaard met behoorlijk wat bagage, wat ‘Rocky Balboa’ vrijwel onmogelijk maakt om als individuele film te beoordelen, in ieder geval voor diegenen die de vorige Rocky-films hebben meegemaakt. Het is bijna noodzakelijk, om optimaal van dit deel te kunnen genieten, om tenminste één van de voorgaande films te hebben gezien, net zoals dit het geval is bij ‘The Godfather, part III’. Net als in die film, speelt er in ‘Rocky Balboa’ in praktische iedere scène een onderliggende laag van het verleden mee, waar impliciet of expliciet naar wordt verwezen. Ook net als in die film is ‘Rocky Balboa’ een film over een oud geworden hoofdpersonage, die na zoveel jaar terugkijkt op zijn leven en op een passende, waardige manier afscheid wil nemen van dit leven.

De film is dan ook beter niet op te vatten als zomaar een nieuwe Rocky film, gelijk als alle anderen. Nee, het betreft hier meer een nawoord dan een gelijkwaardig hoofdstuk uit de serie. Waar Francis Ford Coppola zijn derde Godfather-film eigenlijk “The Death of Michael Corleone” had willen noemen, is een soortgelijke alternatieve titel voor ‘Rocky Balboa’ denkbaar. Iets als “The Farewell of Rocky Balboa”. Dit is namelijk meteen het interessante van dit nieuwe project, en de invalshoek die de film bestaansrecht geeft: de ontwikkeling, of de afronding, van de dramatische spanningsboog van het hoofdpersonage.

We komen Rocky tegen enkele jaren na de dood van Adrian. Hij is een oude man die de ’s ochtends de vogeltjes voert onder zijn raam, zich een paar keer optrekt aan een rek in de tuin, en op weg gaat naar het graf van zijn overleden partner, met wie we in de eerste Rocky, uit 1976, op romantische wijze kennis maakten. In een grote boom bij het graf heeft hij standaard een klapstoeltje liggen, dat hij tevoorschijn haalt om Adrian een tijdje gezelschap te houden. Balboa lijkt louter nog in het verleden te leven. Vooral op Adrians sterfdag, waarop hij met vriend en Adrians broer Paulie (Burt Young), die nog steeds van de partij is, belangrijke plekken afgaat waar hij tijd met haar heeft doorgebracht. Hier mijmert Rocky over vroeger, en zien we flashbacks van mooie momenten met Adrian. Paulie heeft er genoeg van. Hij geniet er zelf helemaal niet van en vindt dat Rocky verder moet met zijn leven. En niet alleen op dit soort dagen heeft Rocky deze houding, zijn hele dagelijks leven is doordrenkt van herinneringen. Zo runt hij een restaurant genaamd “Adrian’s”, waar hij keer op keer boksverhalen van vroeger vertelt aan de gasten, die de verhaaltjes inmiddels uit hun hoofd kennen. Verder heeft hij een lastige relatie met zijn zoon, die het gevoel heeft teveel in de schaduw van zijn vader te moeten leven.

Kortom, Rocky Balboa de bokser blijft immer over Balboa de man en vader heen hangen. Het is toch de hoedanigheid waarin hij groot is geworden en, ook al is het lang geleden sinds zijn laatste gevecht, hij kan niet zomaar afscheid nemen van dit figuur, helemaal wanneer na speculaties over een gevecht met Dixon, gevoelens in Rocky naar boven komen die duidelijk maken dat hij nog wat “stuff in the basement” heeft. Nog één laatste ereronde dan voor Rocky als de Italian Stallion. We kijken hier naar twee lagen: het verhaal van het personage in de film(serie), en het verhaal van Stallone zélf. Rocky was immers zijn grote hit, en een personage waar hij vervolgens nooit meer van af is gekomen, ten goede of ten kwade. Nu wil hij in ieder geval in waardigheid afscheid nemen van deze held. Het is alsof we Stallone letterlijk het afsluitende hoofdstuk van dit deel van zijn carrière zijn schrijven.

De film zelf is een tweeslachtig verhaal. Enerzijds zijn de structuur van de film en de introductie en functie van de personages erg schetsmatig, met overduidelijke symboliek, clichématige mantra’s, en losse of te snel afgewerkte verhaaleindjes. Anderzijds zijn de individuele scènes vaak zeer charmant en natuurgetrouw, met grappige dialoog en aandoenlijke acteermomenten. Stallone als schrijver en regisseur dient zeker nog niet afgeschreven te worden, al komt deze film niet geheel uit de verf. De film heeft een prettig, ongedwongen tempo, en draait uiteindelijk vooral om het mentale proces dat Balboa doormaakt in aanloop naar het gevecht.

Het gevecht zelf is in feite bijzaak, en eindigt op een perfecte wijze voor dit personage. Toch is de directe voorbereiding van, en aanloop naar dit gevecht, wat teleurstellend. Zonder al te veel denkwerk laat Balboa zich door de manager van zijn tegenstander om praten om deel te nemen aan het gevecht, en er wordt nauwelijks getraind. Dat wil zeggen, na een uur horen we de bekende Rocky tune over een montage van een gewichtheffende, hardlopende en rauwe eieren achterover klokkende Balboa, maar veel langer dan een minuut duurt dit niet. Er wordt vanuit gegaan dat ze hem niet meer hoeven te leren hoe hij moet boksen, maar enig sparren lijkt toch wel noodzakelijk als je zolang uit de roulatie bent geweest. Dit gebrek komt dan wel weer over in het gevecht – Rocky heeft totaal geen dekking – maar vreemd is het wel. Ook is het jammer dat de euforie van de kijker wanneer deze eindelijk de herkenningsmelodie hoort nu van korte duur is. Ook is het gerommel met zwart-wit en flashbacks tijdens het gevecht onnodig en haalt de kijker uit de strijd in plaats van hem er midden in te plaatsen. Een nagelbijter als in ‘Cinderella Man’ is het bijvoorbeeld niet geworden. Daarbij voelt de support tijdens het gevecht van alle bezorgde vrienden en familie wat geforceerd aan. Zijn zoon, wiens conflict met zijn pa wel erg snel is opgelost, staat aan zijn zijde en geeft hem tactisch advies. Maar ook de nu volwassen “kleine Marie” die Balboa nog van vroeger kende, is present met haar Jamaicaanse zoon, beiden op de juiste momenten bezorgd kijkend.

Het einde van het gevecht is dan wel weer bevredigend, met de beste, en tevens realistische, uitkomst die Balboa zich kan wensen. ‘Rocky Balboa’ is op zichzelf genomen geen geweldige film te noemen en is voor de oningewijde niet echt de moeite waard, maar voor zowel Balboa, Stallone, en de trouwe kijker is dit toch een waardig afscheid geworden van een iconisch personage. Het ga je goed, Rocky!

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 18 januari 2007