Roma, città aperta – Rome, Open City (1945)

Regie: Roberto Rossellini | 100 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Aldo Fabrizi, Anna Magnani, Marcello Pagliero, Vito Annichiarico, Nando Bruno, Harry Feist, Giovanna Galletti, Francesco Grandjacquet, Eduardo Passarelli, Maria Michi, Carla Rovere, Carlo Sindici, Joop van Hulzen, Ákos Tolnay, Turi Pandolfini, Amalia Pellegrini, Alberto Tavazzi

Hoewel Luchino Visconti’s ‘Ossessione’ (1943) ook vaak de primeur krijgt toegeschoven, was het Roberto Rossellini die met ‘Roma, città aperta’ (1945) de eerste grote Italiaanse neorealistische film maakte. Zijn oorlogsdrama geldt als de aanjager van een esthetische revolutie in de filmkunst. De film rekende af met de conventies van de rolprenten uit de machtsperiode van Mussolini. De Duitse bezetters hadden nauwelijks hun hielen uit Rome gelicht toen ‘Roma, città aperta’ werd gemaakt in 1945. De stad lag aan puin, wat de authenticiteit natuurlijk veel goed doet. De situatie zorgde echter wel voor veel problemen tijdens de opnamen. Er was weinig geld beschikbaar en de befaamde studio Cinecittà was voor een groot deel verwoest. Rossellini was gedwongen op straat te filmen en gebruikte verschillende ongelijke stukjes film die hij met cameraman Ubaldo Arata op de zwarte markt bijeen had gesprokkeld. Ook met het licht was het improviseren geblazen en noodgedwongen werd het geluid pas na de montage aangebracht, simpelweg omdat dat goedkoper was.

‘Roma, città aperta’ gaat over het Italiaanse verzet tegen de nazi’s. In de geest van Eisenstein vertelt Rossellini het verhaal van een groep patriotten die zijn ondergedoken in het appartement van de lithograaf Francesco (Francesco Grandjacquet). De Gestapo zit de communistische verzetsleider Manfredi (Marcello Pagliero) op de hielen. Hij duikt onder bij Pina (Anna Magnani), de verloofde van zijn vriend Francesco. Als zij tijdens een razzia door de Duitsers wordt neergeschoten, moet Manfredi onderdak vragen bij zijn maîtresse, actrice Marina (Maria Michi). Zij is echter aan drugs verslaafd en krijgt haar voorraad van een agente van de Gestapo. Wanneer Manfredi achter deze connectie komt, verbreekt hij hun relatie. Marina schroomt dan niet hem te verraden; samen met Don Pietro (Aldo Fabrizi), een eenvoudige pastoor die het verzet helpt, wordt hij gearresteerd. Onder de gruwelijke martelingen bezwijkt Manfredi. De volgende ochtend wordt Don Pietro voor het executiepeloton gezet, maar de soldaten schieten spontaan over de priester heen. Door de tralies van een hekwerk kijkt een groepje kinderen toe hoe de Duitse officier, die eerder in een dronken bui de Nazi’s heeft bespot, toch het vonnis voltrekt. De solidariteit van Rome als stad loopt echter vooruit op de overwinning op de Duitsers.

Roberto Rossellini baseerde zijn verhaal deels op zijn eigen ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog en tekende het met een team van schrijvers – onder wie Federico Fellini – op. Gedwongen door de omstandigheden nam Rossellini zijn film in documentaire stijl op. Het lijkt wel alsof de cameraman in het geheim de omstandigheden en de gemoedstoestanden van de hoofdpersonen registreert. Het sterkst is dit bijvoorbeeld zichtbaar in de scène waarin de bakkerij geplunderd wordt en die waarin de nazi’s een razzia houden in de woonkazerne. Deze zien eruit alsof ze nog tijdens de oorlog gefilmd werden. Rossellini toont échte mensen op échte locaties. Alleen voor de dragende rollen koos hij – geheel tegen de conventies van het neorealisme in – voor professionele acteurs als Magnani en Fabrizi. Zij worden echter gefilmd zonder kunstmatige hulpmiddelen als make-up en specifieke belichting, zoals dat in Hollywood als norm gold. Daardoor hebben ook de professionele acteurs de uitstraling van ‘gewone’ mensen. Rossellini toont met zijn film welk effect de oorlog heeft op de Romeinse bevolking. Daarnaast geeft hij echter ook de folteringen weer, wat voor die tijd vrij uitzonderlijk was omdat de ‘vuile’ kant van de oorlog toentertijd zoveel mogelijk werd genegeerd. De weinig rechtlijnige structuur van ‘Roma’ benadrukken bovendien de realistische sfeer; net als in het echte leven wisselen tragische en luchtige momenten elkaar af.

Een sterke troef van deze film is het acteerwerk. Met name Anna Magnani steekt er met kop en schouders bovenuit. Voor de temperamentvolle Italiaanse – toentertijd de minnares van Rossellini – betekende ‘Roma, città aperta’ haar internationale doorbraak. Hollywood-legende ‘Bette Davis zou haar later ’the greatest actress I ever saw’ noemen en zij stond niet bepaald bekend als iemand die strooide met complimenten. Bijna had de regisseur Magnani, die tweede keus was voor de rol van Pina (hij wilde eigenlijk Clara Calamai, hoofdrolspeelster uit ‘Ossessione’), gepasseerd omdat ze eiste net zoveel betaald te krijgen als de mannelijke hoofdrolspeler Aldo Fabrizi. Het ging Magnani niet eens om het geld, maar om het principe. Filmliefhebbers mogen opgetogen zijn dat ze haar zin kreeg, want Pina vormt het hart van de film. Krachtig en breekbaar tegelijk, met haar prachtige aardse vrouwelijkheid en volle en onmiskenbare stemgeluid. Naast Magnani schittert Aldo Fabrizi als de integere en standvastige pastoor Don Pietro. Beide acteurs laten een onuitwisbare indruk achter. Ook de andere acteurs laten zich van hun beste kant zien. Opmerkelijk is de bijdrage van de Nederlandse acteur Joop van Hulzen. En vergeet ook de rol van Rome niet; vooral aan het einde van de film is de door de koepel van de San Pietro gedomineerde skyline van Rome nadrukkelijk symbolisch aanwezig.

Vanwege de omstandigheden is ‘Roma, citta aperta’ niet de oogstrelende film geworden die het had kunnen zijn. De vernieuwende stijl van filmen en levensechte personages gaf echter wel de voorzet van een aardverschuiving in de westerse cinema en maakten de film tot dé verrassing van het filmfestival van Cannes van 1946, waar de film bekroond werd met de Gouden Palm. Het verhaal op zich is daarbij niet eens het belangrijkste. Sterker nog; de film heeft moeite om op gang te komen en bloeit pas halverwege op naar het niveau van een heuse oorlogsklassieker. Verbluffend is vooral de manier waarop Rossellini de dramatiek van zijn personages behandelt. Sommige van hen zijn onvergetelijk geworden. Wie kan de door een kogelregen rennende , zwangere Pina vergeten? Hoewel het verhaal naar het melodramatische neigt, kan het nog steeds ontroeren. En dat Anna Magnani na deze film uitgroeide tot een grote Italiaanse filmster, zal niemand verbazen.

Patricia Smagge