Rounders (1998)

Regie: John Dahl | 121 minuten | drama | Acteurs: Matt Damon, Edward Norton, Paul Cicero, John Turturro, Ray Iannicelli, Gretchen Mol, Famke Janssen, Merwin Goldsmith, John Malkovich, Martin Landau, Sonny Zito, Michael Rispoli, Melina Kanakaredes, Mal Z. Lawrence, Josh Mostel

Je moet altijd oppassen dat het leven geen routine wordt. Dat is het motto van Mike, aan het begin van de film. Maar hij ondervindt al snel dat als je te grote risico’s neemt, je alles kwijt raakt. Maar ja, je krijgt altijd weer een nieuwe kans. Die kans is, gek genoeg, zijn vriendje ‘Worm’, een toprol voor Edward Norton. Worm is het soort personage dat je eigenlijk moet haten, omdat hij altijd alles in de war schopt, net als het lekker begint te lopen. Hij staat symbool voor de levenskracht die ons wakker schudt als we in slaap dreigen te vallen. Mike is rounder, pokerspeker in hart en nieren, maar hij verschuilt zich achter een veilige studie rechten en een veilige vriendin in een veilig appartement. Maar de pokerwereld blijft lonken. Mike’s trouw aan Worm vormt zijn excuus om zijn hart te volgen. “One day you’ll thank me for this,” zegt Worm en we voelen dat hij gelijk gaat krijgen.

Doordat Mike overdag gewoon studeert, terwijl in de kelders en (soms illegale) clubs de pokerwedstrijden om grof geld 24 uur per dag door gaan, krijgen we een mooi beeld van wat er allemaal nog meer vlak onder onze neus gebeurt, terwijl wij ons ‘gewone’, onschuldige, soms saaie leven leiden. Mike laat deze werelden mooi door elkaar lopen. Hij ‘studeert’, speelt poker en probeert zijn vriendin tevreden te houden. De pokerscènes zijn leuk, Mike en Worm die net doen alsof ze het niet echt kunnen en dan toeslaan. De film zit vol met pokertermen die echt uit het spel komen. Die pokersfeer voelt authentiek, spannend.

De onderwereld is echt de onderwereld, onder de grond, groezelig, donker, ongesausde vochtige muren, die muf zijn, stinken. Dit is de wereld van Teddy KGB, een gevreesde Russische gangster in trainingspak, die ook van een goed potje poker houdt en vooral van machtsspelletjes. Iemand die je niet als vijand wilt hebben. En dat is nu precies degene die Mike tegenover zich krijgt. Het is zijn ultieme demon, weer uitstekend gepersonifieerd door een altijd briljante John Malkovich.

De rollen van Norton en Malkovich zijn super, beetje karikaturaal, maar het werkt. Eigenlijk zijn alle belangrijke rollen sterk. John Turturro laat zich van een rustige, volwassen kant zien en ook Martin Landau zet weer een mooi personage neer. Hij fluistert de hele film, belangrijke rol, mooie scènes. Famke Janssen speelt ook nog mee, het is een kleine rol, maar niet slecht. Goed gespeeld maar een beetje cliché is het personage van Gretchen Mol, die als Mike’s moralistische vriendin de saaie kant van zijn leven personifieert. Een echte typecast: wel aantrekkelijk maar niet té spannend, zodat ze al te duidelijk Mike’s terugkeer naar de gokwereld helpt rechtvaardigen.

John Dahl’s film heeft gek genoeg nooit een groot publiek bereikt. Dat is raar, want het is een heel onderhoudende film van begin tot eind. Waar ligt dat dan aan? Met Mike’s voice-over en het groezelige ondergrondse pokerwereldje heeft het soms iets weg van een film-noir, wat positief is. Maar misschien had het zelfs nog iets meer die kant op gemogen. Mike wordt wel steeds dieper de rabbit-hole ingezogen, maar ondergaat het een en ander toch wat koeltjes. Misschien ligt de nadruk soms iets te veel op het jongensachtig spannende. En eigenlijk blijft Mike altijd maar die aardige jongen. Hij had wel iets meer stuk mogen gaan, om dan des te overtuigender weer op te krabbelen.

Toch boeit de film. Alle rollen zijn goed gecast en worden ze uitstekend neergezet. De settings zijn goed, de kostuums, de muziek, alles klopt. Misschien verwachtte men te veel actie, de film is eigenlijk meer een mooi drama, over een man die ten koste van zijn veilige leventje kiest voor zijn passie en zo het ware leven vindt.

Arjen Dijkstra

Waardering: 4

Bioscooprelease: 14 januari 1999