Roy Lichtenstein (1991)

Regie: Chris Hunt | 51 minuten | documentaire

Zijn werk is bekend bij velen. Zelfs als je weinig tot niets van kunst weet heb je vast wel eens de opgeblazen fragmenten uit Amerikaanse stripverhalen gezien. Vrouwfiguren met geelblond haar, rode lippen en paniek in hun ogen. Roy Lichtenstein (1923-1997) is de man achter deze kunstwerken. Hij is met Andy Warhol en Claes Oldenburg het boegbeeld van de popart-beweging, de kunststroming waarin uitingen uit de populaire cultuur en de geïndustrialiseerde massacultuur werden toegepast. Advertenties, reclamefolders en stripverhalen werden ineens een inspiratiebron voor een nieuwe lichting kunstenaars. Wat heet: een afbeelding van een blik tomatensoep werd ineens verheven tot kunst. In de documentaire ‘Roy Lichtenstein’ (1991) van Chris Hunt wordt de carrière van de New Yorkse kunstenaar onder de loep gelegd. Hoe is de stroming ontstaan, waar haalde Lichtenstein zijn inspiratie vandaan en hoe ging hij te werk? Niemand minder dan de kunstenaar zelf geeft de meeste antwoorden.

De film begint met het ontstaan van de popart, onder aanvoering van Jasper Johns en Robert Rauschenberg. Op archiefbeelden in zwart-wit zien we de hoofdrolspelers van die indertijd (we schrijven eind jaren vijftig, begin jaren zestig) nieuwe kunststroming voorbijkomen. Aan het woord komen deze mensen echter niet. Het is vooral Lichtenstein zelf die zijn verhaal mag doen, af en toe onderbroken door een handjevol andere betrokkenen, zoals kunsthandelaar Leo Castelli en programmamaker en schrijver Melvyn Bragg. Zij vertellen wat Lichtensteins werk, dat er ogenschijnlijk eenvoudig uitziet, zo bijzonder maakt. De kunstenaar zelf legt minutieus uit hoe hij te werk gaat; we zien hem ook ‘in actie’. Hij selecteert fragmenten uit stripverhalen die hij mysterieus of interessant vindt. Vervolgens snijdt hij de afbeelding uit, blaast deze op en past lijnen en kleuren aan. Zijn werk zorgde zeker begin jaren zestig nog wel eens voor controverse. Heel aardig is dat Hunt bijvoorbeeld striptekenaar William Overgard aan het woord laat. Hij zag per toeval in het Guggenheim-museum ineens zijn eigen tekening terug, verwerkt in een kunstwerk van Lichtenstein. Het mag duidelijk zijn dat Overgard nog altijd wrok koestert jegens Lichtenstein, die hij al dan niet opzettelijk Lichtenberg noemt. Wat niet iedereen zal weten is dat Lichtenstein een groot bewonderaar was van Pablo Picasso; het werk uit zijn latere carrière was duidelijk geïnspireerd door de Spaanse meester, zoals ook onze eigen Piet Mondriaan een van zijn idolen was. De documentaire ‘Roy Lichtenstein’ bespreekt elke fase in de loopbaan van Lichtenstein en biedt daarmee een behoorlijk compleet overzicht. De film stamt uit 1991, wat zijn voor- en zijn nadelen heeft. De film oogt bijvoorbeeld korrelig en gedateerd. Daarentegen is het van cruciaal belang dat de kunstenaar zelf uitgebreid aan het woord komt (hij overleed in 1997).

Chris Hunt had zijn film misschien wat meer kunnen aankleden – waarom bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van een art department? Het onderwerp leent zich er bij uitstek voor! – en er een bruisender geheel van kunnen maken, want ‘Roy Lichtenstein’ oogt wat flets en saai. Voor de ware kunstliefhebber biedt deze docu echter genoeg nuttige informatie en een unieke kans om Lichtenstein zelf eens aan het werk te zien. Maar Hunt had hier zeker meer mee kunnen doen.

Patricia Smagge