Run, Fatboy, Run (2007)

Regie: David Schwimmer | 95 minuten | komedie | Acteurs: Simon Pegg, Thandie Newton, Hank Azaria, Dylan Moran, Harish Patel, India de Beaufort, Matthew Fenton, Ameet Chana, David Gatt, Iddo Goldberg, Yaourou Konate, Stephen Merchant, Jade Ramsey, Nikita Ramsey, Deo Simcox, Anna Tolputt, David Walliams

Een typisch Engelse komedie, geplaatst in Londen, met Engelse acteurs, Britse humor en dan de all American regisseur David Schwimmer (Ross uit ‘Friends’). Wat klopt hier niet?  De hoofdpersoon wordt sympathiek neergezet door Simon Pegg, bekend van zijn rollen in onder meer ‘Shaun of the Dead’. Dennis is een beetje uit vorm zoals hij zelf zegt (“I’m not fat, I’m just unfit!”); rookt een beetje teveel en heeft misschien wat geldproblemen, maar verder is het een aardige vent. Hij had het helemaal voor elkaar toen de beeldschone Libby zwanger van hem was en de twee op het punt stonden te gaan trouwen. Maar Dennis werd bang en deed wat hij altijd doet wanneer er moeilijkheden zijn: wegrennen.

We maken een tijdsprong van vijf jaar, waarin er voor Dennis bar weinig veranderd is. Gelukkig heeft hij goed contact met zoontje Jake, die, gespeeld door Matthew Fenton, vanaf het allereerste shot onweerstaanbaar is. Dennis heeft allang beseft dat hij een grote fout heeft gemaakt en zou het liefst proberen Libby terug te krijgen. Maar dan blijkt ze ineens een nieuwe vriend te hebben, de Amerikaanse Whit (Hank Azaria), gezien als de ‘perfecte man’ – als onder perfect een arrogante zakenman met gladgeschoren lichaam wordt verstaan.  Whit irriteert Dennis vanaf het eerste moment en Dennis voelt zijn relatie met Jake ook nog eens bedreigd worden. Als kijker voel je onvoorwaardelijk met Dennis mee, zoals dat nou eenmaal gaat in romantische komedies. Daarin is de casting van Simon Pegg een goede beslissing geweest.

Aan uitwerking is duidelijk gewerkt in ‘Run, Fatboy, Run’. Om de film een ‘Londens’ gevoel mee te geven en de kijker aan zich te binden hebben de makers op verschillende vlakken hun best gedaan. Zo zijn er de vele geestige bijrollen, van eerder genoemde Matthew Fenton als Jake, maar ook Dylan Moran als Dennis’ beste vriend en tevens Libby’s neef Gordon. Dan is er nog de Indiase bovenbuurman van Dennis, Mr. Goshdashtidar, die Dennis helpt een beter mens te worden. Ten slotte fleuren verschillende gastoptredens de productie flink op. Zo is daar ineens David Walliams uit ‘Little Brittain’, mét bril en irritante stem, en wie valt er even later van de trap: medebedenker van ‘The Office’ Stephen Merchant (ook de irritante impresario uit ‘Extras’). Ook goed gekozen is de muziek: vooral Britse nummers worden ten gehore gebracht, op de juiste momenten komen de juiste nummers aan bod. Naast typisch Engelse acteurs en volop Britse muziek valt ook de hoeveelheid aan locaties (allemaal in Londen) op. De woonwijk in Noord-Londen; het moderne zakencentrum; idyllische parken; bruggen; kerken: de stad wordt in al haar glorie getoond, wat bijdraagt aan een zekere authenticiteit of ten minste veelzijdigheid.

Dan rest nog slechts de vraag: waarom regisseert een Amerikaan deze film, waarin de Engelse humor zegeviert, de Amerikaanse man arrogant en nep is en het uiteindelijk verliest van de Engelse antiheld? Het scenario was in eerste instantie geschreven voor een film in New York, en al nadat Schwimmer als regisseur was aangewezen, werd het hele project verplaatst naar Londen. De verhaallijn is niet al te origineel, romantisch-komisch voorspelbaar en de eindscène duurt veel te lang, maar gelukkig kan het verloop van de film en toch het Britse tintje ´Run, Fatboy, Run´ iets boven het gebruikelijke niveau uittillen.

Ruby Sanders

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 13 december 2007