Sabretooth (2002)

Regie: James D.R. Hickox | 87 minuten | horror, thriller | Acteurs: David Keith, Vanessa Angel, John Rhys-Davies, Jenna Gering, Josh Holloway, Lahmard J. Tate, Nicole Tubiola, Philip Glasser, Steffanie Thomas, Allie Moss, Todd Jensen, Kelly Nelson, Scott Vandiver, Justin Carroll, James D.R. Hickox

Het kon niet uitblijven: na de dinosauriërs die in Steven Spielberg’s ‘Jurassic Park’ tot leven gewekt worden werden ook films uitgebracht waarin andere uitgestorven diersoorten het levenslicht weer zagen. ‘Sabretooth’ is een film die in deze categorie valt en zoals de titel al zal doen vermoeden is het hier een gekloond exemplaar van de sabeltandtijger waar de wetenschappers die voor zijn wederopstanding verantwoordelijk zijn grootse plannen mee hebben.

Dat pakt echter anders uit wanneer dit exemplaar van de ‘Smilodon Fatalis’ tijdens een transport weet te ontsnappen en in de omgeving de nodige slachtoffers maakt. En hiermee begint ook de verdere voorspelbaarheid van deze film zich af te tekenen wanneer een groep jongeren in ditzelfde gebied op kampeertocht blijkt te zijn en een ander team de achtervolging op de sabeltandtijger inzet. En in combinatie met de daaropvolgende gebeurtenissen komen ook al snel de veelvuldige overeenkomsten met tal van soortgelijke films naar voren waarin in een afgelegen gebied een groep personages wordt belaagd en uitgedund door een bedreiging van buitenaf zonder dat er hulp in te roepen of te verwachten is. Hoewel de personages deze keer in eerste instantie zijn onderverdeeld in twee teams worden ze naar goed gebruik zodanig in beeld gebracht dat al snel is te beredeneren welke (on)sympathieke personages de komende ellende zullen overleven en welke niet. Ook de onderlinge verhoudingen tussen de diverse personages blijken niet veel noemenswaardigs op te leveren wanneer het de gewoontegetrouwe ruzietjes, meningsverschillen en niet uit de verf komende amoureuze perikelen blijken te zijn die langere tijd op vrij nietszeggende wijze de boventoon voeren.

Ook de voornaamste karakters zijn hierbinnen maar al te herkenbaar: de held in de vorm van de macho jager, de heldin in de vorm van de knappe teamleidster, de gestoorde wetenschapster die met haar valse bedoelingen voor de des te langere instandhouding van het gevaar zorgt, wat clownachtige figuren die voor de nodige humor in het verhaal moeten zorgen en daaromheen wat saaie en platte personages wiens functie het is om de een na de ander als kattenvoer te dienen. Al met al dus maar al te herkenbaar uit soortgelijke films en de verdere ontwikkelingen zijn daarmee bij voorbaar ook al grotendeels in te vullen.

Op zich hoeft dit alles nu ook weer niet zo’n bijster groot probleem te zijn, vooropgesteld dat de film op andere terreinen iets ter compensatie te bieden heeft. Is dat hier wellicht het geval met betrekking tot de sabeltandtijger zelf? De gedane uitspraken liegen er niet om: ‘ …its canines are like two machetes, they can rip you in half… their jaws are killing machines… it used to kill mammoths twice the size of an elephant…’. Het klinkt in elk geval veelbelovend genoeg en de confrontaties waarbij de eerste slachtoffers van de tijger worden gemaakt zijn inderdaad nog redelijk aansprekend te noemen. Er wordt nog het een en ander aan de fantasie van de kijker overgelaten door alleen de lange snijtanden en klauwen van het beest in beeld te brengen. Ook enkele daaropvolgende scènes komen nog enigszins aardig over wanneer, ondersteund door een effectief gebruik van licht en donker, de aanwezigheid van de tijger op steeds duidelijker en dreigender wijze naar voren komt bij zijn nadering van zijn nietsvermoedende beoogde slachtoffers.

De voornoemde pluspunten verbleken echter snel wanneer de sabeltandtijger daarna volledig in beeld komt en de meeste kijkers zich daarmee direct ten volle zullen kunnen aansluiten bij de in het begin van de film gemaakte opmerking ‘…that can’t be real….you got one of your friends in Hollywood to fake this…’. Uiterst matig tot slecht ‘gefaked’ dan wel te verstaan, want qua uiterlijk komt de tijger meestentijds niet bepaald geloofwaardig over, maar lijkt hij daarentegen rechtstreeks uit een computeranimatiefilm weggelopen te zijn. CGI-effecten dus die kwalitatief betreurenswaardig van aard zijn, wellicht mede veroorzaakt door het lage budget dat deze film parten heeft gespeeld. Jammer genoeg betekent dit daarmee ook zo ongeveer de ondergang van deze film. De geloofwaardigheid aangaande het uiterlijk van de van de tijger is uiteindelijk nog het grootst in die scènes waarin enkel zijn kop en zijn verscheurende tanden in beeld worden gebracht. In deze laatste scènes is overduidelijk van CGI geen sprake, maar is er gebruik gemaakt van een kunstmatig gefabriceerd model van de kop van een sabeltandtijger om zijn verscheurende eigenschappen zo natuurgetrouw mogelijk tot uiting te laten komen. Maar te vaak hetzelfde kunstje toepassen door dit steeds weer in beeld te brengen gaat ook vervelen. Temeer daar de potentiële dreiging die in deze scènes nog aanwezig is teniet wordt gedaan door de daaropvolgende taferelen waarin de tekortschietende en ongeloofwaardige volledige verschijning van de tijger een rol speelt. Ook de effectiviteit van de her en der ingebouwde schrikmomenten wordt hiermee tot een nulpunt gereduceerd. De regelmatig als dramatisch bedoelde muziek zal eerder averechts werken dan dat het nog een bijdrage levert zoals dat bedoeld zal zijn.

Voeg aan het bovenstaande de nodige twijfelachtige dialogen en verschillende onlogische handelingen van de diverse personages toe en in combinatie met het matig acteerwerk van het grootste deel van de cast is er sprake van een film die voor een beetje ervaren kijker weinig tot niets nieuws te bieden heeft. Wellicht spreekt de aard van het verscheurend gevaar in deze film, de sabeltandtijger, nog het meest tot de verbeelding. Maar door zijn tekortschietend uiterlijk rijst uiteindelijk vooral de vraag waarom er zo nodig voor gekozen moest worden om in deze film een uitgestorven diersoort weer tot leven te wekken. Dit temeer daar ook zijn optreden niet uitsteekt boven de optredens van andere bovenmaatse, bijna niet te stoppen, verscheurende en eeuwig hongerige exemplaren van welke diersoort dan ook die in dit soort films steeds weer de kop opsteken. Het gegeven van een weer tot leven gewekte uitgestorven diersoort is weliswaar stukken interessanter, maar het zou wel leuk zijn als de daarmee wellicht des te hooggespannener verwachtingen van de kijker ook waargemaakt zouden worden. Deze film schiet daarin helaas niet alleen tekort, maar is daarnaast op teveel punten te voorspelbaar en te clichématig uitgewerkt, heeft weinig tot niets nieuws te bieden en is daarmee dan ook geen aanrader te noemen.

Frans Buitendijk