Sam the Man (2000)

Regie: Gary Winick | 87 minuten | drama | Acteurs: Fisher Stevens, Annabella Sciorra, Alex Porter, John Slattery, Annika Peterson, Ron Rifkin, Saverio Guerra, George Plimpton, Griffin Dunne, Maria Bello, Danielle Ferland, Joshua Dov, Rob Morrow, Luis Guzmán, Jean-Luke Figueroa

In ‘Sam the Man’ komen alle clichés langs die nogal eens worden losgelaten op schrijvers: ze doen, wachtend op inspiratie, niks behalve interessant rondkijken en zich uit de echte verantwoordelijkheden van het leven kletsen. Die clichés gelden natuurlijk niet voor alle schrijvers maar in ieder geval wél voor Sam. Ooit een succesvolle debutant, maar nu een bron van ergernis voor zijn uitgever en collegaschrijvers, hoewel die hun ergernis nog netjes verbergen en hem vooral ‘stimuleren’ om een beetje op te schieten met langverwachte nieuwe boreling.

De enige die hem lijkt te nemen zoals hij is, is Cass, zijn niet onknappe verloofde. Ondanks haar onvoorwaardelijke houding en haar goede uiterlijk is Sam echter vooral bezig met het kijken naar andere dames. Niet dat hij niet van Cass houdt, zo legt hij vriend en brave huisvader Lorenzo uit, maar hij kan het nu eenmaal niet helpen.

Sams passieve werkhouding en wat al te actieve libido moeten hem natuurlijk wel fataal worden, maar voor het zover is zijn we in ‘Sam the Man’ heel wat dialogen verder gekabbeld. ‘Sam the Man’ is namelijk een nogal voortkabbelende film. Op zich niet erg, want de spitsvondige en soms grappige dialogen worden gevoerd door goed geacteerde en onderhoudende personen. Niet alleen die hoofdrollen, die van Sam en Cass, maar ook de diverse bijrollen komen ruim voldoende aan bod en hebben allemaal hun functie in de film. ‘Sam the Man’ is in dat opzicht een evenwichtig gemaakte en onderhoudende film voor wie niet vies is van het semi-intellectuele New Yorkse toontje.

Wat ‘Sam the Man’ echter uiteindelijk toch te veel mist, is dynamiek. Behalve het verdriet van Cass als ze merkt dat Sam haar bedrogen heeft, valt er weinig te beleven op emotioneel gebied. En dat terwijl toch vooral Sam zelf de nodige emoties te verwerken moet krijgen: teleurstelling, lust, spijt, verdriet, eenzaamheid. Al deze gevoelens zijn wel zichtbaar, maar worden alleen getoond, niet beleefd. Dat lijkt niet zozeer te liggen aan het acteren van Fisher Stevens maar meer aan de afstandelijke regie van Gary Winick. De keuze voor de voortkabbelende sfeer en de grappige, maar wat afstandelijke dialogen en relaties maken het Sam onmogelijk om meer te worden dan een beschaafd getormenteerde schrijver die teveel gelooft in zijn eigen smoesjes van writer’s blocks en lustgevoelens.

Door het onvermijdelijke einde en door die weinig dynamische toon komt de film uiteindelijk zelfs nogal cynisch over. Ambities, vriendschap, liefde? Ach ja… Of dat nou de bedoeling was van Winick, valt te betwijfelen.

Daniël Brandsema