Scary Movie 4 (2006)

Regie: David Zucker | 83 minuten | horror, komedie | Acteurs: Anna Faris, Regina Hall, Simon Rex, Leslie Nielsen, Carmen Electra, Craig Bierko, Dr. Phillip C. McCraw, Beverly Breuer, Link Baker, Chris Elliott, Shaquille O’Neal, Michael Madsen, Bill Pulman, Molly Shannon, Chingy, LilJohn

In feite hoeft er geen einde te komen aan de Scary Movie-serie. Dat wil zeggen, als er maar genoeg publiek op af komt om nog wat geld in het laatje te brengen. En, hoe slecht de recensies ook zijn, dit is tot nu toe altijd het geval geweest. Deze films vinden de weg naar de doelgroep wel, dus zolang er films uitkomen om te parodiëren kunnen we weer uitkijken naar een nieuwe ‘Scary Movie’. Echter, natuurlijk wel weer compleet met de verplichte poep-en-plas humor en domme bimbo’s. Zonder deze elementen zouden veel potentiële bezoekers waarschijnlijk afhaken, en belangrijker, zou er écht een poging moeten worden gedaan om een goed parodiërende film te maken.

‘Scary Movie 4’ lijkt vaak leuk te beginnen, maar melkt dan één grap zo lang uit dat het vervelend wordt, of laat grappen liggen en begint aan humorloze zijpaden. Daarbij is de eerste humor vaak niet eens zozeer de verdienste van ‘Scary Movie 4’, maar van de film die op de hak wordt genomen. Het is gewoon leuk om de film in kwestie te herkennen. En. toegegeven, de sets zien er vaak erg geloofwaardig en gelijkend uit. Zo is het net alsof je je daadwerkelijk in de straat van Ray uit ‘War of the Worlds’ bevindt, en ook zijn de buitenaardse tripods niet eens zo slecht nagemaakt. Ze hebben zelfs vele shots op dezelfde wijze gereconstrueerd, met identieke camerastandpunten. Wanneer er in deze nauwkeurig hercreëerde omgevingen een goed werkende grap wordt gestopt, is de uitwerking nog doeltreffender.

Het probleem is dat er niet zo gek veel goed werkende grappen in de film zitten. Neem een scène in het begin van de film, waarin Charlie Sheen per abuis een potje viagra-pillen achteroverslaat, terwijl hij slaappillen wilde innemen. Hij krijgt hierop een gigantische, onhandelbare erectie waar ‘ie een kat van los moet zien te krijgen op een ‘There’s Something About Mary’-achtige wijze. Het ding is echter zo grotesk en vormeloos, dat het niet eens meer plaatsvervangende schaamte biedt. Hij staat gewoon duidelijk op een grote ballon te rammen die zich in zijn broek heeft gemanifesteerd. De manier waarop hij door de kamer rent, terwijl zijn vriendin niets in de gaten heeft moet hilarisch overkomen, maar heeft nauwelijks uitwerking.

Er wordt ook niet genoeg humor gehaald uit de filmreferenties. Tom Cruise was in ‘War of the Worlds’ als containermachinist zeer competent. Hier valt zijn dubbelganger (een goed gecaste, droog acterende Craig Bierko) in slaap en laat containers op elkaar vallen. Wat is de parodie of satire hiervan? Leuker is het wanneer de overdreven incompetentie en onverschilligheid van Ray als vader op de hak wordt genomen, en het gebrek aan zeggenschap dat hij heeft. Zijn ex-vrouw heeft namelijk alles meegenomen met de scheiding, zelfs zijn naam: hij heet nu Horace van Tieten. En als zijn kinderen aankomen met de auto, herkent hij ze niet en spreekt hij per ongeluk een Siamese tweeling aan. Vervolgens trapt zijn rebelse zoontje de deur in. Niet hoogstaand, wellicht, maar de verwijzing is duidelijk.

Verder is zelfspot altijd toe te juichen, zoals in het geval van enkele cameo’s. Zo komt Dr. Phil Shaquille O’Neal in de kelder van ‘Saw’ tegen. Hij verklaart dat hij net in een show zat met kinderen met verlatingsangst. “En toen ineens zat ik hier. Wat zullen die kinderen pissig zijn…”. Ook “leren” we dat Phil helemaal geen dokter is, maar een loodgieter. Een glimlach kunnen we hier niet onderdrukken. Misschien is het einde van de film nog wel het grappigst, wanneer Bierko bij Oprah Winfrey (niet de echte) op bezoek gaat en we dat over-de-top gedrag zien van de beroemdheid, Oprah, en vooral het kunstmatige klapvee dat joelt en lacht om alles wat ze op het podium zien gebeuren.

Maar niets van dit heeft specifiek met film te maken. De filmreferenties missen helaas regelmatig hun doel. In de ‘The Grudge’-episodes moet een huisbaas alle spoken op een afstand houden wanneer de Sarah Michelle Gellar-kloon (Anna Faris) er haar intrede doet. Vrij voor de hand liggend en slechts mild humoristisch. Maar als een scène met een oude vrouw die een sponsbad van urine krijgt je aanspreekt, zit je goed. Het ‘The Village’-gedeelte is vrijwel ontdaan van goed werkende humor, met een continu “piepie vagina”-roepende en tegen een bel lopende Chris Elliott, en een in de kerk poepende Carmen Electra als schijnbare hoogtepunten. En wie zit er verder nog te wachten op een naakte Leslie Nielsen in een belegen Austin Powers-grap met strategisch geplaatste objecten in de omgeving om zijn edele delen te verbergen? Of op wéér een grap over Michael Jackson als kinderlokker? En hoe grappig is het om tientallen mensen hun nek te zien breken in een boksring, in het kader van een ‘Million Dollar Baby’-parodie?

Maar, ook al zijn de filmreferenties niet zo vreselijk succesvol en hangt alles van los zand aan elkaar, er blijven momenten in zitten die gewoon automatisch een aanslag op de lachspieren doen, hoe dom ze ook zijn. ‘Dodgeball’ heeft een hele film gebouwd om het idee van mensen die objecten naar hun kop krijgen geslingerd, en ook hier wordt dit soort humor weer effectief ingezet. Leedvermaak dus. In ‘Scary Movie 4’ zien we Craig Bierko die met zijn zoon een honkbal aan het overgooien is en Anna Faris die snoeihard de bal in haar gezicht krijgt. Maar gelukkig stelt ze ons gerust met de opmerking dat haar keel gelukkig de klap opving. Of met de ontboezeming: “Don’t worry. I have taken balls to the face before”. Net zoals bij de vorige ‘Scary Movie’-films, zal ook deze variant wel weer de nodige bezoekers trekken, hoe hard de critici ook schreeuwen. Ja, er werkt nog best het een en ander in de film en ook is het alleen al leuk om de geparodieerde films te kunnen herkennen. Dit is echter verre van genoeg om van een succesvolle en langdurig vermakelijke film te kunnen spreken.

Bart Rietvink

Waardering: 2

Bioscooprelease: 13 april 2006