Schussangst (2003)

Regie: Dito Tsintsadze | 105 minuten |drama, misdaad, thriller | Acteurs: Fabian Hinrichs, Lavinia Wilson, Johan Leysen, Ingeborg Westphal, Rudolph W. Marnitz, Thorsten Merten, Axel Prahl, Christoph Waltz, Lena Stolze, Lasha Bakradze

‘Schussangst’ is een thriller, maar geen gewone. Pas na een half uur komt er iets van spanning of zelfs maar lijn in een verhaal dat tot dan toe eigenlijk vooral een aaneenschakeling van scènes lijkt waarin Lucas centraal staat.

Je weet dan dat Lucas, een twintiger, als dienstweigeraar eten rondbrengt bij ouden-van-dagen, ergens in een Duitse stad. Lucas is een nogal stille jongen, een gewillig oor voor de oudjes, die verder vooral in de bus zit, thuis uit het raam kijkt en in zijn vrije tijd roeit voor de lichaamsbeweging. Ondertussen komen we, met Lucas, een paar rare lui tegen die, zo blijkt gaandeweg, allemaal een rol spelen in het intrigerende verhaal: een lieve prostituée (Ingeborg Westphal), al enigszins op leeftijd, met een zwak voor Lucas, de buurman die Noord-Korea-o-fiel is (Thorsten Merten), een Tweede-Wereldoorlogveteraan (Rudolph W. Marnitz), de ‘dode man’ die ’s nachts in het water ligt (Axel Prahl), een Duitse versie van ‘inspector Columbo’ (Christoph Waltz) en natuurlijk Isabella.

Isabella is een meisje dat Lucas regelmatig in de bus ziet. Met behulp van een soort noodkreet (een briefje waarop ‘Hilfe mir’ staat) weet ze de aandacht van Lucas te krijgen, maar zo expliciet als in dat briefje zal ze in de hele film niet meer worden. Er ontstaat een soort stilzwijgende band tussen Lucas en Isabella, die aan de vechtsport Kendo doet om door te gaan, ‘ook al doet het pijn’. Lucas ontdekt wat Isabella pijn doet, en dit beroert de stoïcijnse Lucas meer dan je als kijker in eerste instantie vermoedt.

Pas als Lucas bezoek krijgt van de politie-inspecteur begint het verhaal echt vorm te krijgen, maar zelfs dan krijg je het idee dat ook deze inspecteur spoken najaagt die helemaal niet bestaan. Uiteindelijk blijkt dat niet het geval. Deze ‘Columbo’ probeert Lucas als een soort geweten te behoeden voor daden waar hij spijt van krijgt. Met succes, en tegelijkertijd tevergeefs…

Dat is wat ‘Schussangst’ tot een geweldige film maakt: het is geen thriller omdat het verhaal zo spannend gebracht wordt, maar juist omdat het verhaal zo stil en droog wordt opgediend. Juist doordat je als kijker elke shot, hoe bizar soms ook, volledig neutraal krijgt voorgeschoteld, krijgt de film een mysterieuze lading.

Elke scène lijkt al afgelopen voor ze echt begint, en dat werkt niet alleen vervreemdend maar maakt je als kijker ook nieuwsgierig. Wie is die Isabella, en wie is Lucas eigenlijk? Aan het einde van de film heb je hier geen eenduidig antwoord op, maar in ieder geval één ding is duidelijk: beide hoofdpersonen hebben angst. ‘Schussangst’, zoals de veteraan het noemt: de angst die je je ogen doet sluiten op het moment dat je de trekker overhaalt.

In ‘Schussangst’ gaat het niet om de plot, of zelfs niet om het verhaal. Eigenlijk gaat de film alleen maar over die angst, met een paradoxale boodschap. De angst is te beheersen want “er is geen angst zonder ons”, aldus de man (Johan Leysen) die in Lucas’ ogen de boosdoener is. Tegelijkertijd houdt de ‘dode man’ (of is het de dood?) Lucas een fatalistische boodschap voor: “het water komt steeds hoger”, met als toevoeging: “wie weet kunnen we nog eens samen als ‘dode man’ in het water liggen”…

Niet echt hoopvol, maar wel zeer mooi.

Daniël Brandsema