Screaming Masterpiece – Gargandi snilld (2005)

Regie: Ari Alexander Ergis Magnússon | 85 minuten | muziek, documentaire | Acteurs: Hilmar Örn Hilmarsson, Barði Jóhannsson, Walter N. Durkacz, Úlfur Eldjárn, Hörður Bragason,  Arnar Geir Ómarsson, Sighvatur Ómar Kristinsson, Eivør Pálsdóttir, Damon Albarn, Jóhann Jóhannsson, Dagur Kári Pétursson, Örvar Þóreyjarson Smárason, Kristín Anna Valtýsdóttir, Gunnar Örn Tynes, Björk Guðmundsdóttir, Friðrik Þór Friðriksson, Sjón Sigurdsson, Einar Örn Benediktsson, Curver, Erpur Eyvindarson, Sólrún Sumarliðadóttir, Edda Rún Ólafsdóttir, Hildur Ársælsdóttir, María Huld Markan Sigfúsdóttir, Þórhallur Skúlason, Olaf Furnis, Mugison, Víðir Björnsson, Sigurjón Dan Vilhjálmsson, Ásgeir Jónsson, Jóhann Vignir Vilbergsson

Wie herinnert zich niet de bizarre outfit van zangeres Björk tijdens de 73e uitreiking van de Academy Awards in 2001. De excentrieke IJslandse was genomineerd voor een Oscar voor best original song voor de film ‘Dancer in the Dark’ (2000) van Lars von Trier. Tussen alle haute couture en designerjurken verscheen Björk letterlijk als zwaan; ze legde en passant nog een ei ook! Hollywood kon het niet waarderen maar de geroutineerde zangeres lachte in haar vuistje. Al sinds haar veertiende jaar draait Björk mee in de muziekwereld. Ze speelde in talloze bandjes en is er mede verantwoordelijk voor dat IJsland als muziekland op de kaart werd gezet. Björk is veruit de bekendste artiest van IJsland, waarschijnlijk zelfs de bekendste inwoner van het nauwelijks bewoonbare land. Ondanks het feit dat er maar driehonderdduizend mensen woonachtig zijn op IJsland is de muziekindustrie, mede door impulsen van Björk, alom vertegenwoordigd. Ook het buitenland loopt steeds meer warm voor de veelal mystieke klanken van bands als Sigur Rós en Múm. Dat de IJslanders een bijzonder muzikaal talent hebben beseffen ze zelf maar al te goed.  Regisseur Ari Alexander Ergis Magnússon, zelf een groot liefhebber van popmuziek, probeerde te achterhalen hoe het kan dat een klein land als IJsland zo’n levendige en eclectische muziekindustrie heeft. Alle facetten van de IJslandse muziek komen in zijn documentaire ‘Screaming Masterpiece’ (2005) aan bod. Van het vroegste begin, zo’n duizend jaar geleden, toen de Noorse Vikingen het eiland innamen. De sagen en verzen die zij meenamen maken ook nu nog deel uit van het IJslandse gedachtegoed: ieder kind kent ze en ze vormen de inspiratie voor vele muzikanten en kunstenaars. Ari Alexander toont ons beelden van traditionele volksgezangen en schakelt moeiteloos over naar de woeste en unieke IJslandse natuur. In dat onherbergzame land is ook niet veel anders te doen dan samen muziek maken. Zanger Jóhann Jóhannsson legt de link met Manchester en Detroit. “Twee kille, regenachtige en grauwe steden waar een levendige muziekindustrie is opgebloeid. Zo is het hier ook.” Björk vindt een verklaring in het patriottisme dat de onafhankelijkheid van het eiland, dat jarenlang onder Deens bewind viel en pas in 1944 onafhankelijk werd, met zich meebracht. “Ineens mocht je trots zijn op het feit dat je IJslander was. Dat droegen we dan ook uit.” We zien beelden van een piepjonge Björk, die vanaf eind jaren zeventig in talloze verschillende bands speelde en verschillende stromingen in de IJslandse muziekscene mede vorm heeft gegeven.

Dat IJsland veel meer is dan alleen Björk toont Ari Alexander door tal van muzikanten voor zijn lens te halen. Alle genres – van metal tot hiphop tot verstild klassiek – en alle niveaus – van internationaal befaamde bands als Sigur Rós tot de tienerrock van Nilfisk komen voorbij. Het maakt van ‘Screaming Masterpiece’ een gevarieerd schouwspel. De puisterige jongens van Nilfisk spelen in de garage bij een van hen, totdat ze bij toeval in contact komen met Dave Grohl en het voorprogramma mogen verzorgen van The Foo Fighters. Een jongensdroom die uitkomt. Björk zien we tijdens een optreden in een immens groot stadion in New York. Daar tegenover staat muzikant Mugison, die op een zolderkamer op zijn gitaar pingelt of in een leeg kerkje in een afgelegen gebied zijn muziek instudeert. Voorts toont Ari Alexander ons de metalmannen van Minús die nog maar weer eens een tatoeage laten zetten. En hoeveel ze ook van elkaar verschillen, al die muzikanten hebben hun eigen, herkenbare sound. Typisch IJslands door hun mystiek, thematiek of sfeer. Zo excentriek als Björk zijn ze lang niet allemaal, maar authentiek zijn ze zeker wel. “Hoe het komt dat we zulke goede muziek maken?”, vraagt Barði Jóhannsson, die een aan Britpop gerelateerde sound heeft, zich af. “Als we ons op de commercie zouden richten, worden er hier op IJsland toch maar tweehonderd platen van ons verkocht. Daarom maken we maar muziek die we zelf mooi vinden.”

Gevarieerd en boeiend of niet, ‘Screaming Masterpiece’ is geen uitzonderlijke muziekdocumentaire. Daarvoor stelt Ari Alexander te weinig kritische vragen. Hij is zelf lyrisch over de IJslandse muziekindustrie en dat zullen we weten ook. We krijgen ook louter anders IJslanders aan het woord – op de flarden van Blur-frontman Damon Albarn en een New Yorkse muziekpromotor na dan, maar die zijn te oppervlakkig om er serieus iets aan te hebben. Misschien was het beter geweest als een buitenstaander (een buitenlander) deze film had gemaakt, iemand die het in de IJslandse volksaard vastgeroeste patriottisme mist en objectief naar de muziek en de artiesten kan kijken. Het beeld dat we dan kregen van de IJslandse muziekscene zou dan een stuk minder gekleurd zijn. Het historisch tijdsbeeld doet ook wat karig aan. Het is dat Björk al zo lang meedraait en we dankzij haar nog wat interessante beelden uit het verleden te zien krijgen (wie wist bijvoorbeeld dat IJsland een bruisende punkscene heeft gehad, en dat daar in 1981 ook een documentaire van is gemaakt?), maar verder heeft deze met een vrij pretentieuze titel uitgedoste documentaire weinig diepgang.

Mooie beelden, mooie muziek en daardoor zeker het kijken waard als je in IJsland, zijn cultuur en muziek geïnteresseerd bent. Maar heel veel meer dan wat natuurpracht, concertbeelden en soundbites is het jammer genoeg niet.

Patricia Smagge