Severance (2006)

Regie: Christopher Smith | 92 minuten | komedie, horror, thriller | Acteurs: Toby Stephens, Claudie Blakley, Andy Nyman, Babou Ceesay, Tim McInnerny, Laura Harris, Danny Dyer, David Gilliam, Juli Drajkó, Judit Viktor, Sándor Boros, Levente Törköly, János Oláh, Attila Ferencz, Bela Kasi, Roland Kollárszky, Péter Katona, Levente Lezsák, Nick Greenall, Matthew Baker, Steve Dawson, John Frankish, Johnnie Schinas

Het voormalige Oostblok is een nare plek. In landen als Slowakije, Hongarije en Roemenië krioelt het van de bloeddorstige moordenaars die maar wát graag westerlingen naar de andere wereld helpen, het liefst op een zo sadistisch mogelijke manier. Dat is althans het beeld dat makers van hedendaagse horrorfilms hun kijkers proberen wijs te maken. Neem nou de ‘Hostel’-films van Eli Roth, waarin – zogenaamd onschuldige – Amerikaanse tieners het paradijs beloofd wordt in Oost-Europa. Een hostel vol gewillige jonge meiden. Maar de jeugdherberg in Slowakije blijkt heel wat minder aangenaam dan ze hadden gehoopt, en dat is nog zacht uitgedrukt. Het Oostblok als poel des verderfs. Dracula kwam per slot van rekening ook uit Roemenië. In de Britse horrorkomedie ‘Severance’ uit 2006 wordt eveneens het beeld geschetst dat Oost-Europa vol zit met psychopaten en moordenaars die niet zullen rusten voordat alle westerlingen een kopje kleiner zijn gemaakt. In een enkel geval zelfs letterlijk!

Een groep werknemers van Palisade Defence, een internationaal opererende wapenfabriek, trekt onder het mom van ’teambuilding’ naar een landhuis midden in de bossen van Hongarije. Al in de bus blijkt dat niet iedereen even blij is met het verplichte uitje. Wanneer de weg geblokkeerd blijkt te zijn en de doodsbange Hongaarse chauffeur – die geen woord Engels spreekt of verstaat – weigert verder te rijden, besluiten ze met koffers en al een zijweg door de bossen te nemen omdat het landhuis niet al te ver weg meer kan zijn. Hun behoorlijk incompetente manager Richard (Tim McInnerny) neemt de leiding en al gauw komt de groep aan bij een landhuis. Maar dit kan nooit de locatie zijn waar het bedrijf het teambuildingweekend heeft gepland, aangezien het oud, vervallen en verlaten is. Omdat het al avond is besluiten ze de nacht er toch maar door te brengen en de volgende dag verder te zoeken. In het omringende bos schuilt echter een groot gevaar waarmee ze geen rekening hebben gehouden, de angstaanjagende mythes die ze elkaar vertellen ten spijt. En dan begint er een keiharde strijd op leven en dood.

Horror en komedie, gaat dat eigenlijk wel samen? Ja, zo bewezen Simon Pegg en Edgar Wright met hun geslaagde zombiekomedie ‘Shaun of the Dead’ (2004). ‘Severance’ komt echter heel wat minder goed uit de verf. De tagline ‘The Office meets Deliverance’ belooft veel maar is zeer misleidend. De enige overeenkomst met de succesvolle tv-serie ‘The Office’ is namelijk dat het hier gaat om een groep mensen die bij hetzelfde bedrijf werken. En met ‘Deliverance’ uit 1972 heeft de film gemeen dat de hoofdpersonen de natuur intrekken, alwaar ze de schrik van hun leven krijgen. En daar houdt de vergelijking dan ook direct op. Regisseur Christopher Smith sloeg in 2004 de plank al op alle fronten mis met het tegenvallende ‘Creep’ en ‘Severance’ is nauwelijks een verbetering ten opzichte van dat debacle. De opzet is in principe zeer conventioneel; de film begint als thriller, om in het tweede gedeelte over te gaan in pure horror waarbij alle stoppen doorslaan en de personages op zeer inventieve manieren om het leven worden gebracht door een stel bloeddorstige engerds. Het originele aspect zou van de grappen moeten komen, maar deze zijn te flauw voor woorden. En aangezien dit een product is uit een land dat bekend staat om zijn geweldige humor (Groot-Brittannië), mag je dat een zware teleurstelling noemen.

Geen enkel cliché wordt geschuwd in deze film. De afgehakte ledematen vliegen in de rondte en uiteraard zijn er de nodige hulpeloze blonde dellen die – het lijkt wel een verplichting in dit soort films – natuurlijk ook nog even uit de kleren gaan. Het einde, waarin deze dames een cruciale rol spelen, is onwaarschijnlijk en doet gekunsteld aan. Bovendien is er nauwelijks een personage waarmee je sympathie kunt hebben, al kun je je afvragen of dat nodig is aangezien ze toch ieder moment in de pan kunnen worden gehakt. Het acteerwerk is daar dan ook naar. Met de karakterontwikkeling van de hoofdfiguren is het al dramatisch gesteld, maar dat geldt helemaal voor de moordenaars. Het waarom van hun gruweldaden wordt nooit uitgelegd, wat het allemaal nog zinlozer maakt dan het al is. Als klap op de vuurpijl komt de regisseur met een halfbakken politiek statement aangaande de war on terror op de proppen. Maar omdat dat niet verder gaat dan wat loze kreten kun je er als kijker helemaal niets mee. De ironische invalshoek is dan wel weer aardig; wapenhandelaren die met hun eigen producten worden afgeslacht.

Voor elk film is een publiek, zelfs voor ‘Severance’. Liefhebbers van ‘Saw’ en ‘Hostel’ zullen zich ongetwijfeld kunnen vermaken met de gruwelijke moorden en flauwe humor waarmee regisseur Smith zo te koop loopt. Iedereen die liever een film ziet met een verhaal dat nog enigszins ergens op slaat en personages heeft waarmee je je kunt identificeren, kan deze film maar beter links laten liggen. Net als veel andere films die zichzelf verkopen als ‘horrorkomedie’, want nietszeggendheid is daarin meestal troef. Voor iedereen die toch de behoefte heeft om te lachen en gruwelen tegelijk, is ‘Shaun of the Dead’ een uitstekend alternatief. Om de doodeenvoudige reden dat die film vele malen origineler is.

Patricia Smagge