Shen nu – The Goddess (1934)

Regie: Wu Yonggang | 73 minuten | drama | Acteurs: Ruan Lingyu, Zhang Zhizhi, Li Keng

Sinds de late jaren tachtig van de vorige eeuw gooit de Chinese arthouse cinema hoge ogen in het Westen. De zogenoemde Vijfde Generatie filmmakers worden hier bekend met films als ‘Het Rode Korenveld’, ‘Raise the Red Lantern’ en de in China tijdelijk verboden en spraakmakende film ‘Ju Dou’. Inmiddels, met de toegenomen belangstelling voor Aziatische cinema, verschijnen er hier ook steeds meer grote Chinese commerciële films op de markt zoals ‘House of Flying Daggers’ en ‘Curse of the Golden Flower’.

Maar wie denkt dat Chinese cinema pas de afgelopen twintig jaar interessant is geworden vergist zich. Weliswaar worden de jaren zestig en zeventig gedomineerd door propaganda films van de Communistische Partij, die ondanks dat ze vaak bijzonder mooi gemaakt zijn, overkomen als curiositeiten; de Chinese cinema gaat echter terug tot de jaren twintig en werd volwassen in de jaren dertig. Veel films uit deze laatste periode, waaronder een aantal “stomme” films, zijn absoluut niet stoffig, vaak bijzonder innovatief, vermakelijk en goed te volgen voor een Westers publiek.

Een klassieker uit die tijd is de controversiële film ‘The Goddess’ met in de hoofdrol de legendarische actrice Ruan Lingyu die op 24-jarige leeftijd zelfmoord pleegde, bezweken onder een overweldigende media aandacht. Ruans leven en dood weerspiegelt de tragiek van de personages die zij speelde. In ‘The Goddess’ speelt zij een alleenstaande moeder die haar geld verdient met prostitutie (een terugkerend thema in films uit die tijd) en tracht haar zoon een goede toekomst te geven door hem op een school te krijgen, maar zij wordt tegengewerkt door andere ouders die haar veroordelen en zich beklagen bij het schoolbestuur. Tegelijkertijd raakt Ruans naamloze personage onder de invloed van een kwaadaardige gangster die uiteindelijk al haar voor haar zoon gespaarde geld verspeelt in een gokpartij. Tenslotte vermoordt Ruan in haar radeloosheid de gangster en belandt in de gevangenis.

‘The Goddess’ gaat over moderniteit, een wereld in transitie, de overgang tussen het oude “traditionele” China en het moderne Westerse stadsleven van de metropool Shanghai, op dat moment het Parijs en New York van Azië. De enorme ontwikkeling die China nu ondergaat en de daarbij behorende sociale problemen waren al actueel in het Shanghai van de jaren dertig. De film toont shots van wolkenkrabbers, neonreclames, chaotisch verkeer, fabrieksschoorstenen en opvallend veel klokken die symbool staan voor de onverbiddelijke rol van tijd in een gejaagde kapitalistische samenleving.

De film heeft een sterk moraliserende maar voor die tijd controversiële boodschap door het stellen van de vraag: heeft een “slechte” vrouw niet ook het recht om haar kind goed op te voeden? Het antwoord zit al in de titel, de “godin” probeert als elke goede moeder haar zoon een toekomst te geven en zou daarop beoordeeld moeten worden en niet op haar werk als prostituee, dat het gevolg is van de corrumperende werking van het moderne stadsleven dat mensen ontwortelt en blootstelt aan allerlei verleidingen.

Alberto Ciaccio