Sin City (2005)

Regie: Robert Rodriguez, Frank Miller, Quentin Tarantino | 126 minuten | actie, drama, thriller, misdaad | Acteurs: Bruce Willis, Josh Hartnett, Benicio del Toro, Jessica Alba, Brittany Murphy, Rosario Dawson, Elijah Wood, Clive Owen, Mickey Rourke, Devon Aoki, Alexis Bledel, Powers Boothe, Cara D. Briggs, Jude Ciccolella, Jeffrey J. Dashnaw, Jesse De Luna, Jason Douglas, Michael Clarke Duncan, Tommy Flanagan, Christina Frankenfield, Rick Gomez, Rutger Hauer, Nick Stahl, Michael Madsen

Postmoderner dan ‘Sin City’ krijg je het bijna niet. Het is een “noir”-achtige film die trouw is aan een “graphic novel” met dezelfde titel, die weer geïnspireerd werd door het film noir-genre. Een uniek gerecycled werkje, dat de huidige behoefte aan “coolheid” in de vorm van ‘Kill Bill’-achtig ultrageweld, bloot en (quasi-)gevatte dialoog op een ultieme manier tegemoet komt. Geen wonder dat de hippe regisseur Robert Rodriguez zich op de regiestoel heeft genesteld voor de film, geflankeerd door de maker van de strip, Frank Miller. Ook collega in “cool”, Quentin Tarantino (zelf een regelmatige hergebruiker van oude vormen en genres), kwam even langs om een scène te regisseren.

Al deze creatieve, en gelijkgestemde breinen bij elkaar, moeten haast wel garant staan voor een inventieve en spetterende film. En dat klopt ook. De berichten zijn waar: ‘Sin City’ is een visueel adembenemende en grensverleggende film. De oorspronkelijke graphic novel is niet “simpelweg” bewerkt tot een film, nee, de strip is praktisch integraal naar film overgezet. We zien bewegende beelden in plaats van statische plaatjes, maar verder zijn het ontwerp en de stijl van de strip intact gebleven. De oorspronkelijke plaatjes zijn zelfs rechtstreeks als storyboards gebruikt. De acteurs moesten de hele film(shoot) lang voor een zogenaamde “”green screen”” acteren (en werden gefilmd met digitale camera’s), omdat de wereld van (Ba)sin City, aan de hand van de storyboards, volledig via computers tevoorschijn is getoverd (dit gebeurde eerder op een dergelijk vergevorderde manier in ‘Sky Captain and the World of Tomorrow’).

De film opent op een balkon waar twee geliefden elkaar benaderen. De man, gespeeld door Josh Hartnett, maakt ons via een voice-over getuige van zijn gedachten, terwijl hij op de, in een rode jurk gehulde dame, afloopt: “She shivers in the wind like a leaf on a dying tree.” Even later omhelzen ze elkaar innig, en… schiet hij haar dood. De camera zoemt uit, en toont ons een overzichtshot van Sin City. De titel van de film verschijnt in beeld, vergezeld van een Peter Gunn/Blues Brothers-achtige tune. De toon is gezet. “Dames” (op z’n Engels uitgesproken), pseudo-poëtische dialoog, en meedogenloze moordenaars. Dat is wat we kunnen verwachten de komende twee uur.

De gepresenteerde wereld en haar inwoners worden grotendeels in zwart-wit weergegeven, maar met sporadische kleuraccenten. Groen oplichtende ogen, een rode jurk, (goud)blond haar, rode bloedspetters, blauwe lichtstroken in een auto: het zorgt voor aantrekkelijke contrasten. Het interessantst is dit kleurgebruik wanneer het verhalend of accentuerend wordt ingezet, wat meestal het geval is. De film zelf is een waanzinnig schouwspel. We zien witte silhouetten tegen zwarte achtergronden; auto’s die ons over hobbels tegemoet “”springen””; helden en schurken die met het grootste gemak door muren heen springen, uit auto’s worden geslingerd, en tegenstanders op diverse, gruwelijke manieren uitschakelen; extreme camerastandpunten; en natuurlijk veel regenachtige en donkere film noir locaties.

Ook zijn er allerlei extravagante personages te vinden in ‘Sin City’. Zo is er de “yellow bastard”, een gewelddadige pedofiel met rubberachtige (gele) huid en ronde, onmenselijke vormen. En Jackie Boy (Benicio del Toro), een corrupte agent die een tijdlang met een pistoolloop in zijn hoofd moet rondlopen. Maar de meest memorabele schurk is waarschijnlijk Kevin, een bizar, kannibalistisch, kat-achtig figuur met sardonische grijns en nerdy brilletje, gespeeld door Elijah Wood. Als (anti)held is het vooral Mickey Rourke die opvalt als Marv, een soort hulk met vierkanten Frankenstein-hoofd, die als een soort verwoestende storm door de stad heen raast. Het verhaal waarin hij figureert is (dan) ook verreweg het amusantste. Rourke steelt de show met zijn stoerheid, incasseringsvermogen en grappige opmerkingen. Wanneer hij bij zijn lesbische, en (half)naakt rondlopende, reclasseringsambtenaar (Carla Gugino) langsgaat heeft hij het bijvoorbeeld over haar vriendin, die psychiater is: “She tried to analyse me once, but got too scared.”

En dan de dames. Deze zijn zeer prominent aanwezig in Sin City. Het (visuele) “gebruik” van de vrouwenlichamen in de film is wel wat opzichtig (niet altijd “functioneel”), maar is geen symptoom van een denigrerende houding jegens vrouwen. Bovendien, als de film vrouwonvriendelijk is, dan is hij ook manonvriendelijk (en dus eerder mensonvriendelijk), want van dit geslacht wordt (ook) bepaald geen constructief beeld geschetst. Hoewel de vrouwen wel meestal uiteindelijk gered worden door de mannen, en vaak bloot dan wel schaars gekleed rond paraderen, zijn ze (vaak) niet echt onderdanig. Vooral het tweede verhaal, waarin het gaat om een stel georganiseerde hoeren, dat in hun gebied de lakens uitdeelt, laat een aardige portie “girl power” zien. Rosario Dawson in het bijzonder is erg pittig als Gail, de leider van de groep. Maar ook de niet sprekende samurai-chick Miho (Devon Aoki, uit ‘2 Fast 2 Furious’) is een (dodelijke) kracht om rekening mee te houden.

Het grootste probleem van de film is dat er vaak weinig effectieve drijfkracht achter de motivaties van de (sowieso erg ééndimensionale) personages zit. Gecombineerd met de wel erg eentonige wraakverhalen, zorgt dit voor een wat leeg, afstandelijk gevoel tijdens (en na) het kijken van de film. Er is nauwelijks een personage, goed of kwaad, dat we als kijker leren kennen en waar we in kunnen investeren. Het eerste verhaal maakt dit door zijn aanstekelijke uitbundigheid en humor wat minder relevant, al wringt het gebrek aan inhoud ook hier. Pas aan het eind van dit segment weten (en voelen) we namelijk pas écht waarom het vermoorde hoertje zoveel voor Marv betekende, en waarom hij dus op zo’n grootschalige moordpartij ging. Deze investering in het personage was vroeg in het verhaal erg welkom geweest, en komt nu eigenlijk te laat. Het tweede verhaal heeft hetzelfde probleem van oninteressante personages of een desinteresse voor hun centrale acties. Pas halverwege dit verhaal begint er enige (dramatische) achtergrond te komen, wat het verhaal een stuk interessanter maakt (wellicht dat deze problemen minder kwalijk zijn bij een mogelijke tweede keer dat de film bekeken wordt). Jammer is in dit verhaal verder dat de grappige dialogen en situaties niet altijd (of vaak niet) zo grappig zijn als ze zijn bedoeld. De humor komt vaak net even te geforceerd of gekunsteld over. Dit artificiële aspect is van toepassing op de hele film, en heeft deels te maken met de zo trouwe overzetting van strip naar film. Dezelfde commentaren zijn intact gehouden, en in de vorm van voice-overs ingevoegd. De pseudo-reflectieve of melodramatische commentaren worden allemaal met dezelfde grauwe, donkere stemmen opgelezen, en het stilistische karakter hiervan houdt je als kijker te vaak op een afstand, terwijl juist het tegenovergestelde waar zou moeten zijn. Ook komt de dialoog soms wat lachwekkend over. En soms duurt het gewoon te lang, of is het overbodig vertellend (wanneer het vertelde bijvoorbeeld tegelijkertijd getoond wordt [of kan worden]).

Het laatste verhaal, dat zich concentreert op Hartigan en zijn “relatie” met het meisje (Nancy) dat we hem in het begin van de film zagen redden (nu opgegroeid tot een sexy stripper (Jessica Alba), heeft gelukkig wat hart en drama, waarbij we daadwerkelijk iets om de personages en/of gebeurtenissen geven. Alleen komt Hartigan als (anti)held hier wat mat over in vergelijking met de uitbundige types die we hiervoor ontmoet hebben, en is het verhaal wat simpel. Wel is de aanwezige yellow bastard (prima vertolkt door een onherkenbare Nick Stahl) een leuke aanvulling.

De baanbrekende stripboekvormgeving van de film is werkelijk fascinerend.  Daarbij doet de grote sterrencast zijn werk uitstekend, en weet echt te verdwijnen in de bonte verzameling van unieke personages. Het is daarom jammer dat de film ‘Sin City’ zich zo slaafs heeft gehouden aan de graphic novel en zo overduidelijk hip probeert te zijn. Als de film wat beter had geprobeerd er op filmisch en verhaaltechnisch vlak een aantrekkelijk geheel van te maken, dat de kijker (meer) bij de verhalen en personages weet te betrekken, had ‘Sin City’ écht een (consistent) briljante film kunnen worden. Laat deze kanttekeningen je echter niet tegenhouden. De film is zeer zeker de prijs van een bioscoopkaartje waard, ervan uitgaande dat de grote dosis geweld en het prominente “gebruik” van het vrouwenlichaam geen probleem zijn.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 2 juni 2005